CNB: niet vooruitlopen op de feiten

De Tsjechische kroon is na de (tijdelijke) uitschuiver begin april (algemene Liberation Day paniek) aan een mooie comeback bezig. Niet met grote schokken maar een gestage klim. De doortastende, orthodoxe aanpak van de Tsjechische centrale bank (CNB) geeft blijkbaar vertrouwen. De kroon noteert, ondanks algemene (handels)onzekerheid die dikwijls in het nadeel speelt van kleinere munten, op het sterkste niveau in een jaar tijd, nota bene tegen een euro die dit jaar toch ook mooie adelbrieven kan voorleggen.
Zowel in een speech door voorzitter Michl als in een analyse door de centrale bank van de inflatiecijfers voor mei gisteren gaf de CNB nog eens aan waar het op staat. Op zich keerde de Tsjechische inflatie min of meer terug naar de 2.0%-doelstelling. April zorgde voor een meevaller (1.8% j/j). In mei was er een wat onverwacht sprongetje terug naar 2.4% j/j. Niets om in paniek over te geraken, want de opstoot kwam vooral op conto van hogere (volatiele) voedselprijzen. Het was wel een goede aanleiding om de beleidsfilosofie van de CNB nog eens duidelijk te maken. We leven in een andere context dan voor de pandemie. Toen was een algemene inflatie nabij (of onder) de beleidsdoelstelling dikwijls een goede reden voor een centrale bank om het beleid eerder wat te soepel dan te strak te houden. Na de les van de corona-inflatiecrisis veranderde die inschatting. Met een algemene inflatie van 2.4% en een beleidsrente van 3.5% behoudt de CNB een mooie positieve reële beleidsrente. Michl geeft aan dat dit nog een tijd nodig blijft.
In haar analyse van de mei-inflatiecijfers wijst de CNB erop dat kerninflatie (2.8%) en zeker diensteninflatie (4.6%) nog aanzienlijk boven de doelstelling blijven. Onder meer mechanismen waarbij hogere huizenprijzen doorsijpelen naar de inflatie zijn een aandachtspunt/bekommernis voor de CNB. Daardoor dobbert inflatie waarschijnlijk nog enige tijd rond tussen 2% en 3.0%. Hopelijk keert die terug richting 2.0% volgend jaar, maar voor Michl en Co is dat geen reden om nu op de feiten vooruit te lopen. Nog minstens enkele maanden uitkijken is de boodschap. Als alle dominosteentjes dan op de juiste plaats vallen kan de rente eventueel nog bijgevijld worden richting een meer neutraal niveau ergens in de buurt van 3.0%. Dat blijft een optie, maar die is nu niet aan de orde. Data-afhankelijk en reactief dus, niet proactief. De markt heeft de boodschap alvast begrepen. Waar geldmarkten eind april nog uit gingen van een verlaging tot 3.0% ‘ergens volgend jaar’, verdisconteert ze nu nog nauwelijks bijkomende versoepeling.
Dat de ‘leaning against the wind’-aanpak via een sterkere kroon helpt om de inflatiedruk te temperen vindt de CNB-gouverneur hoe dan ook mooi meegenomen. Veel meer rentesteun hoeft de koon na de recente herpijzing op de geldmarkt waarschijnlijk niet te verwachten. Toch blijft het korte termijn momentum ten aanzien van de Tsjechische munt positief. Dat kan zo blijven zolang het algemene risicosentiment niet opnieuw wordt onderuitgehaald naar aanleiding van een of andere nieuwe opstoot in de handelscrisis. EUR/CZK 24.53 (top begin juni vorig jaar) is een eerstvolgend ijkpunt op de technische grafieken.
EUR/CZK: kroon langzaam maar zeker sterker, met dank aan blijvend positieve reële rente.
