ECB is gewapend voor onzekere toekomst

Nieuwe inflatievooruitzichten gaven de ECB vandaag de nodige rugdekking om haar belangrijkste beleidsrente – momenteel de depositorente omwille van de nog steeds overtollige liquiditeit in het financiële systeem – terug te schroeven tot 2%. In het eerste ECB-decennium, de aanloop naar de monetaire buitensporigheden vanaf de financiële crisis, was 2% het bodemniveau voor de toen belangrijkste herfinancieringsrente. In de beleidsverklaring houdt de centrale bank vast aan haar richtlijn dat het monetaire beleid de volgende maanden verder zal geëvalueerd worden op basis van hoe de cijfers en de zeer wisselvallige internationale context het verwachte inflatiepad beïnvloeden. Tijdens de persconferentie benadrukte ECB-voorzitster Lagarde meteen dat de ECB met de huidige beleidsrente stevig gewapend is om de nodige economische en marktvolatiliteit op te vangen. Daarmee schakelt de ECB nu definitief van anticiperen naar afwachten en indien nodig reageren.
De nieuwe inflatieprognoses houden rekening met een gemiddelde prijsstijging van 2% dit jaar, 1.6% in 2026 en 2% in 2027. Vooral voor dit en volgend jaar gaat het om een stevige neerwaartse herziening, van respectievelijk 2.3% en 1.9%. De ECB duidt twee “daders” aan. De eerste is monetair de belangrijkste: een sterkere euro. In maart hield de ECB in haar technisch assumpties rekening met een stabiele EUR/USD-koers van 1.04 over de periode 2025-2027. De tweede is volatieler van aard en resultaat van zowel vraag- als aanbodfactoren: een lagere olieprijs. De huidige prijs voor een vat Brent ruwe olie ($65) ligt beneden de verwachting in maart voor 2025 ($74.7), 2026 ($70.3) én 2027 ($68.7). Minstens even belangrijk: de ECB zegt ook wat de lagere inflatieprognoses NIET zijn: een uiting van zwakkere groeivooruitzichten. Dit jaar compenseert een sterker eerste kwartaal voor onzekerheidsgerelateerde matiging later dit jaar. Vanaf volgend jaar zorgt de nieuwe fiscale wind die door Brussel en Berlijn blaast voor het nodige tegengewicht. Behalve een marginale aanpassing in 2026, is het groeipad over de beleidshorizon ongewijzigd: 0.9% – 1.1% (van 1.2%) – 1.3%. Alternatieve scenario’s (escalatie handelsoorlog vs handelsovereenkomsten) tonen logischerwijs neerwaartse, respectievelijk opwaartse, risico’s voor zowel groei als inflatie. Ook minstens even belangrijk: inflatieverwachtingen voor onderliggende kerninflatie bleven onder meer omwille van de sterke arbeidsmarkt en persistente loondruk quasi ongewijzigd op 2.4%-1.9%-1.9%.
De markt reageerde zoals ze dat wel vaker doet na een laatste renteverlaging van een centrale bank. Ondanks de renteknip van vandaag stijgt het korte eind van de rentecurve. Temeer omdat die nog rekening hield met minstens 1 en mogelijks zelfs 2 extra renteverlagingen later dit jaar. Korte Europese rentecurves noteren aan het einde van de vraag-en-antwoordsessie tot 5 basispunten hoger. De euro volgt het voorbeeld. De weg voor een test van de EUR/USD 1.1573 jaartop ligt open, bijvoorbeeld in geval van teleurstellende Amerikaanse payrolls morgen.
Mathias Van der Jeugt, KBC Marktenzaal
Europese 2j swaprente stijging richting 2% na laatste ECB-renteknip
