Zwitserse inflatie opnieuw negatief

In de meeste westerse landen is de vraag of/in welke mate de huidige inflatie-afkoeling wijst op een blijvende terugkeer richting doelstelling (2%) of ze toch vooral uiting is van tijdelijke factoren zoals dalende energieprijzen. Als het over inflatie gaat, is Zwitserland altijd al een vreemde eend in de bijt geweest en dat is nu niet anders.
Zwitserse inflatie was in mei opnieuw negatief. Het algemeen prijspeil was 0.1% lager dan een jaar geleden. Zo’n negatieve jaarinflatie was geleden van maart 2021. De kerninflatie, gezuiverd voor energie en verse voeding klokte wel nog positief af op 0.1% m/m en 0.5% j/j. Geen gemakkelijke taak voor de Zwitserse centrale bank (SNB) om zich hierdoor te navigeren. De SNB definieert prijsstabiliteit als een inflatie binnen de band van 0% tot 2%. Lagere energieprijzen (-0.8% m/m en -8.3% j/j) accentueerden de beweging in mei. Toch kwamen ook de prijsstijgingen voor goederen (0.2% m/m, -1.9% j/j) meer dan tot stilstand. De sterke Zwitserse frank doet zijn werk. De diensteninflatie blijft wel, zij het beperkt, positief (0.1% m/m en 1.1% j/j).
De SNB zag de bui al even hangen. Vorige week nog zei SNB-voorzitter Schlegel dat inflatie tijdelijk negatief kon worden maar dat de SNB zich niet laat leiden door de data van individuele maanden, maar door de dynamiek op langere termijn. Tegelijk gaf hij toe dat enkele van de neerwaartse inflatierisico’s die zich al aftekenden ten tijde van de beleidsbeslissing eind maart, zich stilaan realiseren. In maart ging de SNB uit van een inflatie van 0.2% in kw2 en 0.4% gemiddeld voor dit jaar, maar dat is ondertussen waarschijnlijk te hoog gegrepen.
De SNB beslist maar een keer per kwartaal over haar beleid. De volgende beleidsvergadering vindt plaats op 19 juni. Na een start van de versoepelingscyclus vanaf een top van 2% eind 2023 bevindt de beleidsrente zich opnieuw op 0.25%. Er zit voor de SNB niet veel anders op dan de rente terug te brengen naar de symbolische grens van 0%. Opvallend genoeg bleef de Zwitserse groei ondanks de lage inflatie in het eerste kwartaal meer dan overeind (0.5% kw/kw 2% j/j). Toch is dat geen voldoende reden om de inflatiedaling op zijn beloop te laten.
Na juni is het koffiedik kijken. De markt verdisconteert ondertussen opnieuw de weg van negatieve rentes. Dat blijft een weinig elegante optie met onder meer heel wat complicaties voor het functioneren van de geldmarkt. Daarnaast vermeldt de SNB steevast dat FX-interventies integraal deel uitmaken van haar arsenaal. Niet om een bepaalde doelkoers na te streven, maar als een instrument om te lage inflatie te voorkomen. Recente balansdata tonen dat de SNB dit instrument recent niet gebruikte. Het eventueel opstarten van muntinterventies is een moeilijk verhaal in het licht van de heersende handelsspanning, al heeft de VS Zwitserland op dit ogenblik nog niet echt formeel in het vizier. Interventies zo lang mogelijk uitstellen blijft de boodschap. Een versterking van de frank richting zone EUR/CHF 0.92-zone (top vorig) jaar blijft waarschijnlijk de lijn in het zand voor de SNB.
EUR/CHF: manoeuvreerruimte voor SNB blijft uiterst beperkt.
