Bank of Canada stapt uit de race
Fed-voorzitter Powell’s verschijning voor de Amerikaanse Senaat dinsdag veroorzaakte behoorlijk wat deining op de markt. Het stof ging inmiddels liggen. Misschien slechts tijdelijk, want morgen prijkt het officiële banenrapport bovenaan de agenda. Tussen al het mogelijke marktgeweld in, verdeelde de belegger zijn aandacht gisteren tussen de centrale bank van Polen en Canada. We gaan wat dieper in op die laatste.
De Bank of Canada (BoC) startte de monetaire verstrakkingscyclus in maart 2022. Sindsdien trok ze de beleidsrente non-stop op van 0.25% tot 4.50% in januari dit jaar. Exact één jaar later, maart 2023, acht ze de tijd rijp voor een pauze en blijft de rente op een (voorlopige?) piek van 4.50%. Het status quo was geen verrassing. Ottawa alludeerde daar tijdens de vorige beleidsvergadering al op. De voorwaarde was dat de economie min of meer evolueerde in lijn met de verwachtingen.
Op vlak van groei sloeg het in Canada het afgelopen kwartaal wat tegen. In de laatste drie maanden van 2022 stagneerde het bbp. De centrale bank rekende op 1.3% kw/kw (geannualiseerde basis). De ondermaatse prestatie kwam vooral door een forse voorraadafbouw. Consumptie, zowel privaat als door de overheid, en handel droegen wel allemaal hun steentje bij. Volgens de BoC zal dat de komende kwartalen omwille van het restrictief monetair beleid niettemin verminderen. Ze verwacht dat die periode van amechtige groei (amper 0.5% voor 2023 in de boeken) uiteindelijk doorsijpelt tot de arbeidsmarkt. Die blijft tot vandaag positief verrassen. Hou voor een meest recente stand van zaken zeker het Canadese arbeidsmarktrapport morgen in het oog. Waar het de BoC vooral om draait is dat een afkoelende arbeidsmarkt leidt tot meer gematigde loongroei. Dat is alvast niet wat de gemiddelde analist voor morgen verwacht.
Inflatie milderde in januari tot 5.9%. Engere maatstaven noteren eveneens aan 5%+. De BoC blijft hoopvol dat inflatie midden 2023 tegen de bovenkant van de 1-3%-doelstelling aan schuurt. Alles kan maar het voelt toch bijzonder ambitieus aan. Uit haar monetair beleidsrapport van januari blijkt dat de centrale bank vooral steunt op een verdere daling van goedereninflatie (ex. energie). De vooral door loongroei aangedreven diensteninflatie (ex. huisvesting) fluctueert de komende maanden naar eigen zeggen tussen de 4 en 5%. En dat is in de veronderstelling dat de jobmarkt inderdaad dat tandje terugschakelt. De BoC erkent de risico’s. Ze houdt de optie op verdere renteverhogingen daarom open. Als de cijfers morgen opnieuw aan de bovenzijde verrassen, komt dat wellicht sneller dan ze zelf dacht.
Door de pauze zakt de BoC tot diep achter in het monetair koppeloton. Dat maakt de Canadese dollar kwetsbaar ten opzichte van zijn Amerikaanse naamgenoot en de euro. Zowel USD/CAD als EUR/CAD naderden de afgelopen weken hun recente toppen in de buurt van 1.39 en 1.46. Het zijn belangrijke weerstandsniveaus die bij een eventuele breuk hoger op korte termijn stevige CAD-vervolgverliezen impliceren. Als de data de BoC niet overhalen, dan een zwakke munt wel?