Lira, inflatie en CBRT: een ambigu verhaal
Ook in Turkije zette de coronapandemie het beleidskader stevig onder druk. De economie moest stevig (monetair) gestut worden om groeiravage op te vangen. Zoals in een andere opkomende landen zorgden hogere invoerprijzen en een zwakke lira voor een stevige inflatieopstoot. Tegen wil en dank verlegde de Turkse centrale bank (CBRT) de focus naar inflatiebestrijding en het stoppen van de ‘vrije val’ van de lira. Het was de orthodoxe voorzitter Agbal die de handschoen op nam. In zijn kort ‘interregnum’ verhoogde de CBRT de rente van 10.25% in november 2020 tot 19% in maart 2021. Die aanpak doorstond de toetssteen van de alternatieve monetaire analyse van President Erdogan echter niet. Volgens hem wakkert een hoge rente de inflatie aan en beknot ze onnodig de groei. Agbal moest plaats ruimen voor een getrouwe van president Erdogan, Kavcioglu. Hij kreeg de weinig benijdenswaardige taak om rekening te houden met de groeiverzuchtingen van Erdogan. Tegelijk moest hij het verlies aan geloofwaardigheid in de markt beperken en verdere verliezen van de lira voorkomen.
Achteraf bekeken is het bilan voor Kavcioglu i.v.m. de lira minder dramatisch dan gevreesd na de machtswissel. Kavcioglu kocht in de markt geloofwaardigheid met het ‘engagement’ van een positieve reële beleidsrente. De beleidsrente zou dus boven de inflatie blijven. Zijn strategie werkte min of meer. Sinds juni realiseerde de lira een, weliswaar bescheiden, comeback. Maar vrijdag zetten inflatiecijfers Kavcioglu’s aanpak onder druk. De algemene inflatie steeg in augustus van 18.95% tot 19.25%; boven de beleidsrente dus. Productenprijzen versnelden tot 2.77% m/m en 45.52% j/j! Een lichtpuntje: de kerninflatie vertraagde lichtjes van 17.22% tot 16.76%. Een belangrijk deel van de hoge inflatie is te wijten aan gestegen voedselprijzen.
Wat nu? De rente optrekken op de vergadering van 23 september? Die kans is klein. Zo ver gaat de autonomie Kavcioglu en de CBTR waarschijnlijk niet. De Turkse inflatie is dan wel hoger dan verwacht, maar de top is mogelijk wel in zicht. Dit weekend maakten de schatkist en het ministerie van financiën vooruitzichten bekend. Ze trokken de inflatieverwachting voor eind dit jaar op tot 16.2%. Voor eind 2022 en 2023 wordt respectievelijk 9.8% en 8.0%. verwacht.
De CBRT kan in september wijzen op de vertraging in de onderliggende inflatie en argumenteren dat er licht is aan het einde van de inflatietunnel. Belangrijk is hoe snel de CBRT een eventuele inflatieafkoeling zal aangrijpen om de rente te verlagen. Het is misschien een beetje een ‘kromme redenering’, maar de matige reactie van de lira op de hogere inflatie vrijdag is mogelijk deels ingegeven door het idee dat de druk van Erdogan om de rente ‘prematuur’ te verlagen nu weer even de wind uit de zeilen is genomen. Het ideale scenario voor de lira is dat de CBRT eerder iets te lang wacht en niet onmiddellijk de vruchten van een inflatievertraging incasseert. Meestal kan Erdogan dat geduld echter moeilijk opbrengen. In theorie is een lagere inflatie goed nieuws voor de lira, maar het debat over de timing en de snelheid van de verlaging dreigen opnieuw een bron van onzekerheid te worden. De prijsbeweging vrijdag toonde dat ook de algemene context zijn rol speelt. Na een intraday herstel van de lira na de inflatiecijfers, zette de munt uiteindelijk toch nog een stapje terug door de algemene rentestijging na de Amerikaanse payrolls. Het debat over globale beleidsnormalisatie kan de vrijheidsgraden van de CBRT beperken. Vanuit technisch oogpunt is EUR/TRY 9.73/9.55 de eerstvolgende technische referentie (weerstand voor de lira) op de grafieken. Een breuk is waarschijnlijk niet zo evident.