Elektrisch rijden, een privilege voor de rijke landen?

Economische Opinie

Cora Vandamme

Wie de berichtgeving over de autosector in de media volgt, krijgt de indruk dat een groene golf de sector beheerst. De verkoopcijfers geven evenwel een gematigder beeld. De verkoop van dieselwagens gaat achteruit, maar dit voornamelijk ten voordele van benzinewagens. Het hogere prijskaartje van elektrische wagens schrikt velen af, zeker in de economisch zwakkere EU-landen. Overheidsmaatregelen om de aankoop en het gebruik van elektrische wagens te stimuleren, zoals aankoopsubsidies, verlaagde verkeersbelastingen en publieke laadinfrastructuur, kunnen de transitie evenwel vooruithelpen.

Elektrische wagens in de lift maar marktaandeel blijft beperkt

De dieselwagen, lange tijd geprezen als hét milieuvriendelijk alternatief voor benzinewagens, verliest terrein. Gesjoemel met uitstootgegevens en wetenschappelijk onderzoek naar de schade die fijn stof aanricht wegen op de verkoopcijfers. Ook bannen steeds meer landen en steden vervuilende voertuigen. Hoewel veel milieuargumenten ook opgaan voor benzinewagens, zien we dat de verkoop van benzinewagens in de EU-landen toch de vruchten plukt van de dalende populariteit van dieselwagens (zie figuur 1). De dalende dieselregistraties werden in alle EU-landen gecompenseerd door een stijging van de registraties van benzinewagens.

Figuur 1 - Daling interesse in dieselwagens grotendeels gecompenseerd door benzinewagens (wijziging in nieuwe registraties personenwagens tussen Q1-Q3 2017 en Q1-Q3 2018, in % )

Bron: KBC Economics gebaseerd op European Automobile Manufacturers’ Association (ACEA)

Opvallender nog dan de stijging in de registraties van benzinewagens is die van de elektrisch oplaadbare personenwagens (EOP1). Tussen de eerste drie kwartalen van 2017 en de eerste drie kwartalen van 2018 namen de registraties van EOPs in de EU toe met 40,2%. Toch moeten we een kanttekening maken bij dit cijfer. Ondanks de toenemende populariteit van alternatieve aandrijfsystemen blijft hun aandeel in de totale autoverkoop verwaarloosbaar klein. Zo bedroeg het aandeel van EOPs in de totale registraties van nieuwe wagens in de EU slechts 1.8% in de eerste drie kwartalen van 2018. De elektrische oplaadbare wagen blijft zo een randfenomeen in de totale autosector.

Vooral rijkere landen wagen de sprong

Er zijn veel factoren die de opmars van elektrische voertuigen bemoeilijken, denk maar aan laadinfrastructuur en autonomie. De belangrijkste drempel voor het kopen van een elektrische wagen is voor velen evenwel nog steeds de aankoopprijs. Een elektrische wagen is tot op heden een stuk duurder in aanschaf dan een vergelijkbaar model dat rijdt op diesel of benzine, ondanks de forse prijsdalingen in de afgelopen jaren.

Om elektrisch te rijden moet je dus dieper in de buidel (kunnen) tasten. Dit zien we ook duidelijk in de verschillen tussen de marktaandelen van EOPs over de EU-landen heen (zie figuur 2). Door de band genomen is het aandeel EOPs in de landen met de laagste bbp-cijfers per capita kleiner dan in landen met een hoog bbp per capita. Met uitzondering van Hongarije en Portugal, hebben EOPs in alle landen waar het bbp per capita lager ligt dan 30.000 euro, een marktaandeel dat kleiner is dan 1%. Boven de grens van 30.000 euro bbp per capita liggen de marktaandelen ongeveer dubbel zo hoog. De absolute uitschieter in de populariteit van EOPs is Noorwegen. Daar is het marktaandeel van EOPs in de verkoop van nieuwe wagens maar liefst 46,7%.

Figuur 2 -In rijkere landen is het marktaandeel van EOTs gemiddeld groter

Bron: KBC Economics gebaseerd op ACEA en Eurostat

Zetten we deze gegevens uit op een kaart van Europa dan zien we een duidelijk verschil in de marktpenetratie van elektrisch oplaadbare personenwagens tussen Noord- en West-Europa aan de ene kant en Zuid-, Oost- en Centraal-Europa aan de andere kant (zie figuur 3).

Figuur 3 - Noord-zuid en oost-west verdeling in populariteit elektrisch rijden (marktaandeel EOTs in nieuwe registraties personenwagens in de periode Q1-Q3 2018, in %)

Bron: KBC Economics gebaseerd op ACEA

De overheid kan een verschil maken

Toch is het niet enkel de rijkdom van een land die de populariteit van EOPs bepaalt. Volgens studies van de International Council on Clean Transportation en het Euroepese Parlement, is er een duidelijke link tussen het marktaandeel van elektrische voertuigen en de overheidssteun voor de aankoop en het bezit van een elektrische wagen. Deze overheidssteun omvat ook overheidsinvesteringen in laadinfrastructuur. Ook hier zijn er grote verschillen tussen de EU-landen. Zo zijn er in Estland, Litouwen en Polen, allemaal landen met een EOT-percentage in nieuwe verkopen dicht bij 0%, geen overheidsmaatregelen om de verkoop van elektrische voertuigen te stimuleren. Bovendien is het aantal publieke laadpalen in deze landen zeer beperkt, respectievelijk 384, 102 en 552 laadpalen (cijfers Rijwiel en Automobiel Industrie voor 2018).

Aan de andere kant van het spectrum vinden we Noorwegen, de absolute wereldkampioen op het vlak van elektrische wagens. De Noorse overheid voert al jaren een ongeëvenaard actief beleid om elektrische wagens te promoten. Elektrische wagens zijn er vrijgesteld van tol, ferrykosten en emissiebelastingen in de steden. Bovendien kunnen elektrische wagens gratis parkeren en mogen ze gebruik maken van de busstroken. De uitgesproken hoge verkoopcijfers in Noorwegen, die een stuk hoger liggen dan in EU-landen met relatief vergelijkbare bbp-niveaus, geven aan dat gedegen overheidssteun, financieel en/of niet-financieel, een actieve invloed kan hebben op de energie-transitie in de autosector. Of toch ten minste in de landen waar het bbp-niveau per capita voldoende hoog ligt.

Voetnoten

1/  Deze categorie bevat zowel volledig elektrische personenwagens als plug-in hybrides. Hybridewagens waarbij de gebruikte elektriciteit enkel wordt geproduceerd door de verbrandingsmotor en door terugwinning van energie door remmen en vertragen, tellen niet mee.

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde publicaties

NGFS klimaatscenario’s nog niet helemaal op punt

NGFS klimaatscenario’s nog niet helemaal op punt

COP28: belangrijk heilig huisje gesneuveld maar verder geen grote aardverschuiving

COP28: belangrijk heilig huisje gesneuveld maar verder geen grote aardverschuiving

Een zorgelijke blik op de Belgische overheidsfinanciën

Een zorgelijke blik op de Belgische overheidsfinanciën

Klimaat: 2030 niet bereikt en toch blik op 2040

Klimaat: 2030 niet bereikt en toch blik op 2040