Jobs en rente zetten de toon

Een graadmeter van wereldwijde aandelen steeg vrijdag opnieuw, goed voor een zesde achtereenvolgende weekwinst. Nadat de Euro Stoxx 600 zo’n 0,7% hoger afklokte, trok de S&P 500 0,4% hoger, terwijl de technologiezware Nasdaq met 0;45% winst het weekend in ging.

Zo goed als alle industriële sectoren trokken vrijdag hoger, en dat op beide continenten. Er was zo’n 1,1% winst voor de energie-aandelen, omdat de olieprijs herstelde tot 76,4 dollar per aandeel. Daarnaast deden IT (+0,8%) en consumentengoederen (+0,65%) het erg goed, terwijl telecom (-0,2%) in de onderste schuif belandde.

De cryptovaluta kennen vannacht een offday, want de bitcoin en ether dalen elk met zo’n 5%, zodat die eerste nog 41.937 dollar waard is.

Nochtans steeg de Amerikaanse rente op staatsobligaties omdat een sterk Amerikaans banenrapport al te doldrieste rentespeculanten dwong om de verwachtingen voor de timing van renteverlagingen door de Federal Reserve aan te passen. Concreet versnelde de banengroei in november tot 199.000 stuks, terwijl op 180.000 extra banen gemikt werd en daalde het werkloosheidscijfer van het hoogste peil in twee jaar (3,9% in oktober) naar 3,7% in november.

We kregen ook een opvallend meer optimistische lezing van de sentimentsindex van de University of Michigan, waaruit bleek dat de afnemende inflatiedruk gezinnen er weer toe aanzet om meer uit te geven. En dat kan natuurlijk inflatoir werken.

Beide rapporten nuanceren een reeks van eerdere signalen over de ontspannende arbeidsmarkt en een structurele daling van de inflatiedruk. En dus ook de mate waarin de Fed ongebreidelde speelruimte zou hebben om de rente al in maart te verlagen. De kans daarop verkleinde vrijdag van 65% naar 46%, al wordt er niet aan getwijfeld dat de rente in het voorjaar sowieso lager gezet zal worden. De Amerikaanse rente 10-jaarrente steeg met 10 basispunten naar 4,23%, goed voor de grootste dagwinst sinds 9 november, terwijl de 2-jaarsrente 14,5 basispunten steeg tot 4,725%.

Deze week komt de ECB bij elkaar, meerbepaald op 12 en 13 december, wat op 14 december moet uitmonden in een formele beleidsaankondiging. Dat is belangrijk, omdat de hoop toenam dat de ECB het einde nadert van haar renteverhogingscyclus en dat een renteverlaging in het verschiet kan liggen.

Dat is belangrijk voor onder meer de waarde van de euro, die vrijdag met 0,29% daalde tegenover de dollar (€1 = $1,076), zodat de goudprijs 1,3% daalde tot 2.002,56 dollar per ounce. Er werd zelfs even 1.994,49 dollar aangetikt, het laagste peil sinds 24 november.

China blijft ondertussen van plan om met een sterker begrotingsbeleid de economische groei aan te zwengelen. Het politbureau onder leiding van president Xi Jinping besliste namelijk dat het monetair beleid “flexibel moet blijven en efficiënter moet worden”. En dat is nodig om de vastgoedcrisis te bezweren en de groeivertraging tegen te gaan, en zo de wereldeconomie mee te helpen aanzwengelen via een stijgende uitvoer. Verwacht wordt dat China zijn begrotingstekort in 2024 opnieuw zal doen oplopen tot 3,8% van het BBP, meer dan de officiële 3%-limiet.

Vannacht bleek ook dat de Chinese inflatie in november met 0,5% daalde op jaarbasis, terwijl slechts op 0,1% terugval werd gemikt. Op maandbasis daalde het cijfer met 0,5%, vergeleken met een verhoopte daling van 0,1%. De voedselprijzen daalden het sterkst in meer dan twee jaar (-4,2% op jaarbasis) omdat de varkensvleesprijzen terugvielen, terwijl ook de niet-voedingsinflatie daalde tot 0,4% en de onderwijskosten daalden tot 1,8%.

Op de economische kalender vinden we vandaag onder meer Amerikaanse inflatieverwachtingen, komende uit New York. Verder komt er ook een inzicht in de bestellingen voor Japanse machineonderdelen, terwijl er in Tsjechië en Noorwegen inflatiedata gerapporteerd worden. Speeches krijgen we onder meer van de heer Bunge van de Zweedse Riksbank, met name over de Zweedse kroon.

En op de bedrijfskalender komt enkel Oracle aandraven met kwartaalcijfers, tenminste voor wat betreft de grotere bedrijven.