Forse overschatting van banengroei valideert Fed-bocht
Uit het departement: “Hoe moeilijk kan optellen zijn?”
Het Amerikaanse Bureau voor Arbeidsstatistiek (BLS) publiceerde gisteren een eerste herziening voor payrollscijfers in de periode april 2024 – maart 2025. Voor die jaarlijkse oefening baseert het BLS zich op een veel bredere arbeidsdataset (QCEW) dan die voor de maandelijkse payrolls-cijfers. Die Quarterly Census of Employment and Wages heeft het voordeel van de accuraatheid, maar het nadeel van het tijdrovende karakter. Ze brengt meer dan 95% van de Amerikaanse jobs in kaart op basis van belastinggegevens.
Voor de maandelijkse tewerkstellingscijfers gebruikt het BLS een aantal assumpties in verband met de levenscyclus van bedrijven en migratie die de laatste jaren vooral tot een overschatting van de werkelijke tewerkstellingsgroei leidden. Met uitzondering van 2022 was het al van 2018 geleden dat het BLS de cijferreeks opwaarts bijstelde.
Gisteren volgde de stevigste neerwaartse revisie sinds het proces loopt (2000). Tussen april 2024 en maart 2025 werden er 911 000 minder jobs gecreëerd dan payrolls-cijfers suggereerden. Vorig jaar bedroeg de negatieve bijstelling voor de periode april 2023-maart 2024 ook al 598 000 jobs. In het licht der geschiedenis concluderen we dat de Amerikaanse arbeidsmarkt in het late voorjaar van 2024 fors verzwakte. Het 3-maands voortschrijdend gemiddelde in job groei viel van 196 000 in maart terug tot 6 000 in augustus 2024 en herstelde richting 133 000 in december onder meer dankzij de 100 basispunten aan renteverlagingen die de Fed in het laatste kwartaal van 2024 doorvoerde.
De neerwaartse herziening past in het kraam van de Amerikaanse centrale bank. Eind augustus formaliseerde Fed-voorzitter Powell de bocht van prijsstabiliteit vrijwaren richting maximale tewerkstelling ondersteunen op het toonaangevende Fed-symposium in Jackson Hole. Sindsdien zet de markt vol in op de doorstart van de rentecyclus lager, te beginnen met een renteknip van 25 basispunten volgende week. De marktreactie na de BLS-herziening suggereert wel dat de er voorlopig voldoende Fed-versoepeling is verdisconteerd (3 renteknippen dit jaar; beleidsrentebodem op 3% volgend jaar). Amerikaanse rentes en de dollar gingen in een Pavlov-reactie lager, maar het ontbrak de beweging aan kracht. Nadien zochten beiden zelfs hogere oorden op. De Amerikaanse 2-j rente blijft op die manier boven technische steun op 3.5%, terwijl de jaartop in EUR/USD (1.1829) buiten schot bleef. In de aanloop naar producenten- (vandaag) en consumentenprijzen (morgen) bouwen investeerders wat voorzichtigheid in. Meer signalen van tarieven-inflatie maken de evenwichtsoefening van de Fed moeilijker.
Amerikaanse 2-j rente houdt voorlopig stand boven 3.5% steunniveau