
Economisch scenario: KBC-update juni 2025
Uit het departement: “En plots groeit de wereld wél meer dan gedacht”

Blikvangers
- Het grillige handelsbeleid van de VS blijft een grote bron van wereldwijde onzekerheid. Vorige maand dreigde Donald Trump om een invoertarief van 50% te heffen op alle producten uit de EU. Na een gesprek met Ursula von der Leyen stelde hij dat uit tot 9 juli. Op die dag zullen in principe de wederkerige tarieven, zoals aangekondigd op Liberation Day, ook weer van kracht worden. Door onderhandelingen zullen de uiteindelijke tarieven wellicht lager uitvallen. Wij handhaven onze werkhypothese van een effectief tarief van 30% op Chinese invoer, een effectief tarief van 25% op invoer uit andere Aziatische landen, een effectief tarief van 15% op invoer uit de EU en een effectief tarief van 10% op invoer uit andere landen.
- Zowel de olieprijzen als de aardgasprijzen stegen op 13 juni met meer dan 5% nadat Israël en later de VS aanvallen uitvoerden op Iran. Iran produceert ongeveer 4,5% respectievelijk 6,5% van het wereldwijde olie- en gasaanbod. Bovendien vreesden de markten voor een uitbreiding van het conflict in het Midden-Oosten en een sluiting van de Straat van Hormuz in het bijzonder. 30% van alle ruwe olie over zee en 20% van het vloeibare aardgas passeert via die straat. Gezien het staakt-het-vuren blijft een sluiting van deze zeestraat evenwel eerder een staartrisico.
- De inflatie in de eurozone koelt verder af. In mei daalde die van 2,2% naar 1,9%, de kerninflatie van 2,7% naar 2,3%. De daling werd veroorzaakt door een sterke afname van de diensteninflatie (deels als gevolg van een seizoenseffect). De inflatie voor kerngoederen en ook de energie-inflatie bleven onveranderd, terwijl de voedingsprijsinflatie steeg. Gezien de hogere energieprijzen verhogen we onze inflatieverwachting voor 2025 licht van 2,1% naar 2,2%. Die voor 2026 verlagen we van 1,9% naar 1,8%.
- Ondanks de gestegen invoertarieven bleef de inflatiedruk in de VS in mei gematigd. Zowel de algemene als de kerninflatie stegen met slechts 0,1% op maandbasis, waardoor ze op jaarbasis uitkwamen op respectievelijk 2,4% en 2,8%. De energieprijzen daalden, terwijl de inflatie voor huisvesting en diensten afzwakte. De goederenprijzen bleven onveranderd, wat duidt op een tragere doorrekening van de tarieven in de consumentenprijzen dan verwacht. Daarom verlagen we onze inflatieverwachtingen voor 2025 en 2026 met 0,1 procentpunt naar respectievelijk 2,9% en 2,7%.
- Ondanks een fors opwaartse bijstelling van de bbp-groei in de eurozone voor het eerste kwartaal, blijft de onderliggende groeidynamiek traag. Het ondernemersvertrouwen blijft zwak. Een verbetering van het sentiment in de verwerkende nijverheid wordt immers gecompenseerd door een verslechtering in de dienstensector. Het consumentenvertrouwen herstelt zich geleidelijk, maar blijft op een laag niveau. De Europese arbeidsmarkten blijven krap, met een nog altijd historisch lage werkloosheid en een aanhoudende toename van de werkgelegenheid. Gezien de opwaartse herziening van de eerstekwartaalgroei verhogen we onze groeiprognose voor 2025 van 0,9% naar 1,2%, terwijl we die voor 2026 op 0,9% handhaven. Deze gemiddelde jaarlijkse groeicijfers zijn consistent met een geleidelijk maar vertraagd herstel van de Europese economie.
- We zien de bbp-groei in de VS in het tweede kwartaal opveren. Over de onderliggende groeidynamiek blijven we evenwel bezorgd. Hoewel het consumentenvertrouwen opveerde, daalden de kleinhandelsverkopen in mei. De woningmarkt voelt de druk van de aanhoudend hoge rente. De arbeidsmarkt blijft veerkrachtig, maar vertoont tekenen van geleidelijke afkoeling. Gezien de verbeterde vooruitzichten voor de bbp-groei in het tweede kwartaal verhogen we onze groeiprognoses voor 2025 van 1,1% naar 1,6% en voor 2026 van 1,2% naar 1,4%.
- De monetaire beleidsbeslissingen van de ECB en de Fed liepen in juni opnieuw uiteen. De Fed blijft veeleer afwachtend, gezien het onzekere effect van de invoertarieven op de inflatie. Wij verwachten dat het Fed-beleid dit jaar relatief restrictief zal blijven en gaan nu uit van slechts twee renteverlagingen dit jaar, in lijn met de ‘dot plots’ van de Fed. De ECB verlaagde haar rentetarieven daarentegen opnieuw in juni. Voorzitster Lagarde gaf wel te kennen dat de renteverlagingscyclus mogelijk zijn einde nadert. Wij handhaven ons scenario van nog één renteverlaging dit jaar, waarmee de bodem van de depositierente in deze cyclus op 1,75% zou komen te liggen.
- De Chinese economie heeft de eerste verstoring door de handelsoorlog met de VS beter doorstaan dan aanvankelijk verwacht. De akkoorden van mei en juni over een handelskader tussen de twee landen zal de vijandige handelsbetrekkingen wat verbeteren. Er blijft evenwel onzekerheid en de binnenlandse economie vertoont nog veel zwakte. Daarom hebben we onze prognose voor de reële bbp-groei in 2025 slechts beperkt verhoogd van 4,2% naar 4,5% en die in 2026 van 4,1% naar 4,2%.
Lees hier meer