
Dollarscenario: uitbodeming en stabilisatie
Uit het departement: “ECB zet de greenback uit de wind”

Na consolidatie in een vork tussen 1,07en 1,10 per euro in het eerste kwartaal, capituleerde de dollar uiteindelijk toch. Blijvend sterke Amerikaanse activiteitsdata en jobgroei en een tergend trage inflatieafkoeling maakten een Fed- renteverlaging voor de zomer immers onmogelijk. De dollar verstevigde begin april op enkele dagen wel nog van 1,09 richting 1,06, maar die “higher-for-longer comeback” van de greenback viel even snel stil dan ze begonnen was. Dat kwam deels door stilaan verbeterende Europese economische cijfers, wat de euro respijt gaf.
What can’t go up, must come down
Bovendien zorgde de Fed- vergadering van begin mei ietwat verrassend voor een kantelpunt. Voorzitter Powell gaf toe dat de Fed door het gebrek aan inflatieafkoeling de rente langer hoog moet houden. Anderzijds wordt het huidige beleid voldoende restrictief genoemd. Een renteverhoging is evenmin aan de orde en zetten zowel de Amerikaanse rentes als de dollar volgens het markt- adagio “what can’t go up, must come down” een stap terug. Iets minder uitbundige Amerikaanse data versterkten die correctie begin mei, zodat de dollar de steun testte die net onder 1,09 ligt.

Van divergentie naar (meer) evenwicht?
Op de Amerikaanse geldmarkt keerde de slinger ondertussen terug naar een mogelijke eerste renteknip in september. Zeg nooit “nooit”, maar een Fed-renteverlaging vóór september is zeer onwaarschijnlijk, zeker omdat de Amerikaanse inflatie de komende maanden mogelijk opnieuw aantrekt. Ook geven Fed- gouverneurs bijna unisono aan dat er voor 2024 niet meer zal inzitten dan één renteverlaging, of in het allerbeste geval misschien twee.
In principe is dat een steun voor de dollar. Maar aan de kant van de euro is er binnen de ECB-consensus dat de inflatie voldoende is afgekoeld om zich los te koppelen van de Fed en de rente in juni te verlagen. Dan wordt het analyseren en afwachten voor de volgde stap.
Voorlopig evolueert het renteverschil niet verder in het nadeel van de euro. Mogelijk nemen betere activiteitsdata ook de druk wat weg van de ECB om snel over te gaan tot een tweede of derde renteverlagingen in 2024.
Uitbodeming
KBC geeft nog steeds eerder voorkeur aan een scenario van uitbodeming voor zowel de Amerikaanse rentes als de dollar, al is het beeld voor de dollar nu evenwichtiger dan voor de Fed-vergadering van begin mei. Vanuit technisch oogpunt vormen 1.0885/95 (top april-mei) en vooral 1.0981 (top maart) belangrijke weerstandsniveaus (steun voor de dollar). Zelfs in een rustig klimaat wordt het niet gemakkelijk om snel de kaap van 1,10 te ronden. Voor een terugkeer richting het jaardieptepunt (1.0601) is opnieuw een meer uitgesproken divergentieverhaal tussen de Fed en de ECB of uitgesproken risico-aversie nodig. Maar voorlopig is daarvan geen sprake.
Conclusie
Een opflakkering van de dollar door sterke Amerikaanse activiteitsdata en koppig hoge inflatie bleek van korte duur. Fed-voorzitter Powell gaf immers aan dat het debat blijft gaan over de timing van een (weliswaar latere) renteverlaging, niet over verhoging. Een ECB-renteknip in juni is verdisconteerd. Nadien ligt niets vast en een betere conjunctuur houdt mogelijk de druk wat weg van de euro. KBC geeft op korte termijn de voorkeur aan een sell- on-upticks patroon voor de dollar binnen een vorkl van 1,06 en 1,09.