2184878211
c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.
2184878211

Duitse economie in de ramsj, net zoals Japan

Uit het departement: “De vinger aan de pols van de aankoopdirecteuren”

Ondanks waarschuwingen van de Bundesbank is de teleurstelling in Duitsland na de publicatie van de PMI-indexen nog erger dan verwacht. Ook is de regering misschien toch te optimistisch geweest in zijn inschattingen. Tegen alle verwachtingen werd gisteren duidelijk dat de PMI-index voor de verwerkende industrie gisteren opnieuw daalde van 45,5 punten naar 42,3. Maar er werd op een niveau van 46 punten gehoopt. Gelukkig verbeterde de dienstensector wel van 47,7 punten naar 48,2, wat een complete ineenstorting kon voorkomen.

Duitse locomotief zonder brandstof

Dit alles betekent dat er geen verbetering in zicht is voor de Duitse industrie, en gezien deze verslechtering van de index zal de economie aan het begin van het jaar waarschijnlijk in een recessie blijven. En aangezien het morgen twee jaar geleden is dat Rusland Oekraïne binnenviel, zou het natuurlijk makkelijk zijn om deze situatie de schuld te geven van de tegenslagen in Duitsland. Maar dat zou iets te simplistisch zijn, want wat zorgwekkend is, is dat de oorzaken van de malaise in Duitsland veel dieper liggen.

Quid Europa?

Er is verder ook de vraag naar de impact van deze situatie op de rest van de Europese economie, en op België in het bijzonder. Wat dat betreft bleek gisteren dat de Europese dienstensector wel aanzienlijk groeide en daarmee de terugval van de Duitse verwerkende industrie compenseerde. Afgezien van onze oosterburen is er dus wel degelijk een sprankel hoop op herstel in de eurozone, vooral dankzij de dienstensector.

Ook herstelde het vertrouwen in Frankrijk, ondanks we weten hoe gespannen het sociale klimaat blijft en dat dat de dienstensector nog altijd kan beïnvloeden. In het VK laat de dienstensector een zeer sterke groei zien, waardoor de samengestelde index blijft herstellen, wat de verklaring van de gouverneur van de BoE bevestigt dat de situatie tekenen van herstel vertoont.

Impact op rentescenario in Europa

De PMI voor de dienstensector in de eurozone is een factor die pleit voor de status-quo van de ECB: de prijssubindex steeg van 56,3 punten naar 56,9. Dit is het hoogste niveau in 9 maanden en bevestigt de vrees van de ECB dat het tijd zal kosten om de inflatie te laten dalen, omdat deze zich voornamelijk in de dienstensector voordoet en dus meer overheerst. De cijfers voeden met andere woorden het rentedebat, in de richting van “eerder langer hoger, dan sneller lager”.

Japan rijmt met Duitsland 

Maar het is niet alleen Duitsland, waar u naar dient te kijken. Zo is er de verslechterende economische situatie in Japan, waardoor de regering er ook haar verwachtingen heeft moeten bijstellen. Het IMF maakt zich zorgen over die verslechtering in Japan en merkt op dat de zwakker dan verwachte Japanse productie in de tweede helft van het jaar, omwille van zwakke binnenlandse consumptie en investeringen, de neerwaartse risico's voor de Japanse economie in 2024 kan vergroten.

De situatie zou echter iets kunnen verbeteren als er aanzienlijke loonstijgingen zijn, wat volgens de prognoses het geval zou kunnen zijn. Die kunnen immers gemiddeld 3,9% bedragen, vergeleken met 3,58% in 2023. En dat was al zeer hoog voor Japan. Als dit wordt bevestigd, zou dit de Bank of Japan ertoe moeten aanzetten om een einde te maken aan haar negatieve rentetarieven. Het is zeer waarschijnlijk dat de verandering in april zal plaatsvinden, maar dat neemt niet weg dat ze de komende jaren een zeer accommoderend monetair beleid zal blijven voeren.

Geen verbetering in China

In de Chinese vastgoedsector is er nog altijd geen verbetering, ondanks verschillende steunmaatregelen van de autoriteiten. Volgens Reuters daalden de prijzen van nieuwe woningen er in januari met 0,3%, na een daling van 0,4% in december, ondanks massale liquiditeitsinjecties, grotere leenfaciliteiten en maatregelen om de aankoopbeperkingen te versoepelen. En vergeleken met een jaar geleden daalden de huizenprijzen met 0,7%, wat de grootste daling in tien maanden is.

Daardoor blijft het vertrouwen van huishoudens op apegapen. En zolang er van herstel geen sprake is, zal de vastgoedmarkt ook niet herstellen, ondanks de massale steunmaatregelen. Daarom profiteren de Chinese aandelenmarkten niet van de euforie die is veroorzaakt door de hernieuwde stijging van de aandelenkoers van Nvidia.