2297977379
2297977379

Blikvangers uit de economische visie van KBC

Uit het departement: “Neerwaartse economische druk houdt aan”

  • Aangezien het conflict tussen Israël en Hamas (tot nu toe) binnen de Gazastrook blijft en het risico van een onmiddellijke grote escalatie van het conflict in een breed regionaal conflict is afgenomen, versoepelden de energiemarkten in november. De olieprijs daalde die maand met 7,7% tot 80,3 USD per vat. Tekenen van verdeeldheid in het OPEC-kartel en een hoog niet-OPEC+ aanbod zorgen ook voor neerwaartse druk op de prijzen. De gasprijzen daalden ook, met 8,3% tot 41 EUR per MWh, als gevolg van de aanhoudend hoge reserves.
  • In de eurozone daalde de algemene inflatie in november van 2,9% naar 2,4%, doordat zowel de voedings- als de energie-inflatie afnam. De kerninflatie daalde van 4,2% naar 3,6%. Vooral de sterke afname van de diensteninflatie was bemoedigend. De goedereninflatie daalde eveneens aanzienlijk. De loonstijging blijft evenwel hoog. Toch verlagen we onze prognose voor 2024, gezien de breed gedragen daling van de inflatie, van 2,6% naar 2,4%, terwijl we onze inflatieprognose van 5,5% voor 2023 handhaven. We verwachten dat de onzekerheid over het verdere desinflatietraject aanzienlijk zal toenemen naarmate de basiseffecten afnemen en de inflatie gevoeliger maken voor nieuwe prijsschokken.
  • In de VS daalde de inflatie van 3,2% naar 3,1%. De daling was vooral te danken aan lagere energieprijzen. De voedingsprijsinflatie nam ook af. De kerninflatie bleef onveranderd op 4,0%. Dat die niet afnam, was te wijten aan een versnelling van de inflatie van huisvesting en diensten. De goederenprijzen daarentegen daalden in november. De inflatieverwachtingen van consumenten koelden aanzienlijk af. We handhaven onze inflatieverwachting voor 2023 van 4,1%, maar verlagen onze prognose voor 2024 van 2,6% naar 2,5%.
  • Lagere inflatiecijfers maken het steeds waarschijnlijker dat de renteverhogingscyclus ten einde is, zowel voor de ECB als voor de Fed. De lagere inflatie zou zelfs de eerste renteverlaging kunnen vervroegen. Wij verwachten de eerste renteverlagingen nu in juni voor de ECB en in mei voor de Fed. We voorspellen dat de depositorente van de ECB en de Fed funds-rente zullen dalen tot respectievelijk 2.75% en 4,125% tegen eind 2024. We verwachten dat beide centrale banken hun beleid van kwantitatieve verkrapping zullen voortzetten, zelfs nadat de renteverlagingen zijn begonnen. De ECB kondigde aan dat vanaf midden 2024 de maandelijkse herbeleggingen van haar PEPP-portefeuille worden gehalveerd tot gemiddeld 7,5 miljard euro per maand. Vanaf 2025 worden ze volledig stopgezet.
  • In de eurozone wordt de groei afgezwakt door de aanhoudende monetaire verkrapping, de slabakkende buitenlandse vraag en het verlies aan concurrentiekracht. De economie kromp vorig kwartaal door lagere voorraden, terwijl de consumptie bleef groeien. Zowel in Frankrijk als in Duitsland was het groeicijfer vorig kwartaal negatief. Het ondernemerssentiment stabiliseert zich op een laag niveau en het consumentenvertrouwen trekt weer wat aan. De arbeidsmarkt blijft echter sterk. Budgettaire verkrapping in Duitsland kan een extra rem zetten op de groei. We verwachten evenwel een geleidelijk groeiherstel vanaf de tweede helft van volgend jaar. We handhaven daarom onze groeiprognoses van 0,5% voor zowel 2023 als 2024.
  • Het bbp van de VS groeide in het derde kwartaal met een indrukwekkende 1,3% kwartaal-op-kwartaal. Het is onwaarschijnlijk dat deze prestatie in het vierde kwartaal zal worden herhaald. De consumptie wordt getemperd door de hervatting van de aflossing van studieschulden, afnemende spaaroverschotten en aanhoudende monetaire verkrapping. Voorraden en residentiële investeringen zullen waarschijnlijk een negatieve bijdrage leveren aan de bbp-groei en de netto-uitvoer blijft stagneren. De arbeidsmarkt blijft echter veerkrachtig. Toekomstgerichte indicatoren, vooral de PMI's voor de dienstensector, geven aan dat de groei volgend jaar weliswaar onder het potentieel zal liggen, maar dat een (diepe) recessie waarschijnlijk zal worden afgewend. We houden onze groeiprognose van 2,4% voor 2023 ongewijzigd, maar verhogen die voor 2024 van 1,0% naar 1,2%.
  • Voor China handhaven we onze bbp-groeiprognose van 5,1% voor 2023 en 4,1% voor 2024. Enkele recente activiteits- en sentimentsindicatoren suggereren dat een positieve verrassing voor de bbp-groei in het vierde kwartaal de groei in 2023 wel eens hoger zou kunnen doen uitvallen, maar er blijven belangrijke hindernissen (vastgoedmarkt, schulden van lokale overheden, consumentenvertrouwen, enzovoort). We blijven daarom uitgaan van een Chinese groei iets beneden de potentiële groei, tenzij er nieuwe belangrijke beleidsinitiatieven worden aangekondigd