Economische Vooruitzichten augustus 2023

Lees de volledige publicatie hieronder of klik hier om de PDF te openen.

Blikvangers

  • De goed gevulde gasreserves in de EU (gevuld tot 88% van de totale capaciteit) hebben de gasprijzen teruggebracht tot 26,8 EUR/MWh in juli, 27% lager dan in juni en 87% lager dan een jaar geleden. Een maand eerder stegen de Europese gasprijzen nog door een verlengd onderhoud aan de Noorse gasinfrastructuur en de permanente sluiting van het Groningen-gasveld. De afgelopen dagen was er opnieuw een toename tot boven 40 EUR/MWh en dit omwille van de vrees voor stakingen in de Australische LNG-fabrieken. De olieprijzen stegen  in juli met 13,5% tot 85 USD per vat. De sterke wereldwijde vraag naar olie speelde hierin een grote factor, met een belangrijke bijdrage van de veerkrachtige Amerikaanse economie en de sterk presterende Indiase economie. Ondertussen kondigde Saoedi-Arabië aan dat het de productiebeperking van 1 miljoen vaten zal verlengen tot eind september en dat bijkomende beperkingen mogelijk zijn. Momenteel ligt de olieproductie in het land zo’n 3 miljoen vaten lager dan de maximale capaciteit. Ook de wereldwijde voedselprijzen stegen licht in juli (+1,2%). De Russische opzegging van de graanovereenkomst en de bombardementen op de Oekraïense haveninfrastructuur dreven de prijzen van tarwe en plantaardige olie op. Een nieuw Indiaas uitvoerverbod op rijst deed ook de rijstprijzen op de wereldmarkt toenemen. Deze stijgingen werden evenwel gedeeltelijk gecompenseerd door dalingen van de suiker- en maïsprijzen, die profiteerden van succesvolle oogsten.
  • In de eurozone is de inflatie gedaald van 5,5% in juni naar 5,3% in juli. Net als in de voorgaande maanden werd de daling uitsluitend veroorzaakt door de terugval van de energieprijzen en de afkoeling van de voedselprijsinflatie. De kerninflatie stabiliseerde op 5,5%. De duidelijke vertraging van de goedereninflatie exclusief energie (van 6,8% in februari 2023 tot 5,0% in juli), wordt vooralsnog geneutraliseerd door de nog altijd aantrekkende diensteninflatie (van 4,4% in januari 2023 tot 5,6% in juli). Basiseffecten zullen de inflatie in de komende maanden zeer waarschijnlijk verder naar beneden duwen. Maar door de nog altijd krappe arbeidsmarkt en de (gedeeltelijke) inhaalbeweging van de lonen op de inflatie zal de diensteninflatie slechts zeer geleidelijk afkoelen. Dat is de belangrijkste reden waarom de inflatie nog lang beduidend hoger dan de ECB-doelstelling van 2% zal blijven. Wij verwachten voor de eurozone een gemiddelde inflatie van 5,6% in 2023 en 2,9% in 2024.
  • In de VS steeg de inflatie in juli van 3% naar 3,2% jaar-op-jaar, terwijl de kerninflatie daalde van 4,8% naar 4,7%. De stijging van de algemene inflatie was het gevolg van basiseffecten, aangezien de maand-op-maand inflatie in juli 2022 uitzonderlijk laag was. Dit jaar steeg de inflatie in juli met 0,17% maand-op-maand. Deze toename werd voornamelijk veroorzaakt door de prijzen voor huisvesting, die met 0,44% omhoog gingen. De voedsel- en energieprijzen namen slecht marginaal toe (met respectievelijk 0,2% en 0,1%). De goederenprijzen daalden met 0,3% dankzij de lagere prijzen voor tweedehands auto's en de vermindering van de problemen in de toeleveringsketens. De dienstenprijzen (exclusief huisvesting en energiediensten) stegen met slechts 0,2%, ondanks de aanhoudend hoge loondruk. De komende maanden zullen de hogere voedsel- en energieprijzen waarschijnlijk zorgen voor opwaartse druk op de algemene inflatie. De kerninflatie zal waarschijnlijk verder afnemen dankzij de dalende prijzen van tweedehands auto's en de afzwakkende inflatie voor huisvesting (de toekomstgerichte indicatoren voor beide items zijn bemoedigend). We verwachten nu dat de Amerikaanse inflatie in 2023 zal uitkomen op 3,9% en in 2024 op 2,2%.
  • Zowel de Fed als de ECB bevinden zich in de laatste fase van hun verkrappingscyclus. We verwachten dat de ECB nog een laatste renteverhoging zal doorvoeren, terwijl de Fed waarschijnlijk haar piekrente reeds heeft bereikt. Beide centrale banken zullen de rente naar verwachting tot ver in 2024 op het piekniveau handhaven. Omdat de inflatie normaliseert, grotendeels als gevolg van basiseffecten, verwachten we dat de renteverlagingscyclus van de Fed zal beginnen in het tweede kwartaal van 2024, gevolgd door de ECB later in 2024. De balansen van zowel de Fed als de ECB zullen naar verwachting verder krimpen. Voorlopig houdt de ECB nog vast haar instrumenten (flexibele herinvesteringen van de vervallende activa van haar PEPP-portefeuille en mogelijke interventies via het Transmission Protection Instrument) om de obligatiemarkten binnen de EMU te stabiliseren. De rente op de meeste 10-jaars staatsobligaties bevindt zich momenteel in de buurt van de piek. De verwachte beleidsversoepeling door de Fed en de ECB in de loop van 2024 zal leiden tot een geleidelijke omkering van de sterk geïnverteerde rentecurves, waarbij de kortetermijnrentes sterker zullen dalen dan de langetermijnrentes.
  • Volgens de voorlopige flashraming van Eurostat is het reële bbp in de eurozone in het tweede kwartaal van 2023 met 0,3% toegenomen tegenover het voorgaande kwartaal. Tegen de achtergrond van het vertrouwensverlies in de voorbije maanden is het cijfer een meevaller. De Duitse economie maakte een pas op de plaats. Van een herstel na de twee voorgaande kwartalen van negatieve groei is er weliswaar nog geen sprake, maar de herziene cijfers suggereren dat de recessie iets minder diep was dan initieel ingeschat. Het krappe monetaire beleid, een restrictiever begrotingsbeleid en de imminente vertraging in de VS zullen in de tweede helft van 2023 wegen op de economische activiteit. We verwachten een reële bbp-groei van gemiddeld 0,6% voor de eurozone. In 2024 zullen de aantrekkende particuliere consumptie en investeringen de groei geleidelijk doen verstevigen tot gemiddeld 0,9%.
  • In de VS groeide de economie in het tweede kwartaal met 0,6% kwartaal-op-kwartaal dankzij sterke investeringen in vaste activa en een veerkrachtige consumptie, die opnieuw aantrok in juni. In tegenstelling tot het vorige kwartaal groeiden de voorraden en leverde de netto-uitvoer een negatieve groeibijdrage. De productiviteit veerde op in het tweede kwartaal met een stijging van 0,9% kwartaal-op-kwartaal. Er wordt verwacht dat de groei vanaf het derde kwartaal aanzienlijk zal vertragen. Een eerste teken van verzwakking kwam uit het laatste arbeidsmarktrapport. Het aantal tewerkgestelden (exclusief landbouw) steeg in juli met slechts 187.000, terwijl er 49.000 neerwaartse herzieningen waren in de voorgaande maanden. Het gemiddelde aantal uren daalde opnieuw, tot 34,3 uur per week, wat wijst op een toegenomen arbeidsoppotting. Ook de toekomstgerichte indicatoren gaven een zorgwekkend beeld. In de dienstensector daalden het ondernemersvertrouwen aanzienlijk in juli. De sentimentsindicatoren in de verwerkende industrie herstelden zich, maar lagen nog steeds in recessiegebied. Ook de indicatoren voor het consumentenvertrouwen veerden op, maar naar een laag niveau. Enquêtes onder kredietverstrekkers wezen ook op een verdere aanscherping van de kredietvoorwaarden. Bovendien kan de consumptie tegen het einde van het jaar verzwakken als de tijdens de pandemie opgebouwde spaarbuffers afgebouwd zijn en als de aflossing van studentenleningen in oktober weer begint. We verwachten nog steeds een sterke groei van 1,8% voor 2023, gevolgd door een vertraging tot 0,6% in 2024.
  • In China groeide de economie in het tweede kwartaal van 2023 met een (voor China) relatief magere 0,8%. Tezamen met de zwakke voorlopende indicatoren in het begin van het derde kwartaal, bevestigt dit cijfer het beeld van een zwak en kortstondig post-covid herstel met een groei die onder potentieel ligt. De druk neemt dan ook toe op de overheid om de economie aan te zwengelen. Tijdens haar kwartaalvergadering in juli gaf de overheid aan bereid te zijn om de groei bijkomend te ondersteunen maar er werden weinig details gegeven over hoe deze steun eruit zou zien. In tegenstelling tot de voorbije decennia zijn de monetaire en budgettaire beleidsmaatregelen de voorbije maanden opvallend versnipperd en doelgericht geweest. Het openzetten van de beleidssluizen zou nu immers belangrijke kosten voor de economie met zich mee kunnen brengen. Aan de kant van het monetaire beleid is er het probleem van de renteverschillen met andere grote economieën (die in een verkrappingscyclus zitten) en het effect ervan op internationale investeringen in China. Een aanzienlijke versoepeling van het beleid zou de munt wellicht verder onder druk zetten. Daarnaast is het, omwille van de toenemende bezorgdheid over de schulden van de lokale overheden en de vastgoedcrisis, ook langs budgettaire kant moeilijk om de gebruikelijke beleidsingrepen toe te passen. We veronderstellen daarom dat de overheid de economie wel zal stimuleren maar dat de maatregelen niet dezelfde omvang zullen hebben als in het verleden. Dit, in combinatie met het tegenvallende tweede kwartaal en de aanhoudende zwakte in de voorlopende indicatoren, heeft ons ertoe gebracht de bbp-groei neerwaarts bij te stellen naar 5.1% voor 2023 en 4.5% voor 2024.
  • In België vertraagde de bbp-groei volgens de flashraming tot 0,2% in het tweede kwartaal van 2023, komende van 0,4% in het eerste kwartaal. De toegevoegde waarde daalde opnieuw in de industrie (-1,0%), maar steeg in de dienstensector (+0,5%) en de bouw (+0,1%). Het minder rooskleurige groeicijfer was in lijn met de recente ontwikkeling van het ondernemersvertrouwen, dat in juli voor de vierde maand op rij daalde. Als gevolg van het omslaande sentiment en het zwakke industriële klimaat zien we de kwartaalgroei in Q3 en Q4 verder vertragen tot 0,1%, wat resulteert in een groei van 0,9% voor het volledige jaar 2023. De Belgische HICP-inflatie bleef in juli stabiel op 1,6%, het laagste cijfer in de EU. De kerninflatie (exclusief energie en voeding) daalde van 6,5% naar 6,1% en ligt hiermee nog altijd ruim boven het EU-gemiddelde. Basiseffecten zullen de algemene inflatie de komende maanden verder omlaag duwen. Na de snelle daling in de loop van 2023, verwachten we dat de Belgische inflatie in het eerste halfjaar van 2024 weer tijdelijk wat zal aantrekken, doordat de energie-inflatie weer positief wordt als gevolg van de technische impact van het aflopen van de energiesteunmaatregelen en de afnemende basiseffecten.
  • In de COE-regio liet de Tsjechische Nationale Bank de rente ongewijzigd. Ze verraste echter een aanzienlijk deel van de markt door formeel een einde te maken aan het in mei 2022 aangekondigde interventieregime. De kroon verzwakte aanvankelijk met meer dan 1% ten opzichte van de euro na de aankondiging. Hoewel het valutapaar zich na de kortetermijnverliezen kan stabiliseren, zal de beslissing van de CNB om de "garantie" af te schaffen de kroon in de toekomst kwetsbaarder maken voor eventuele buitenlandse schokken en voor de dynamiek van naburige Centraal-Europese valuta. De nieuwe prognose van de CNB leidde ook tot een neerwaartse bijstelling van de bbp- en inflatievooruitzichten, niet alleen voor 2023 maar ook voor 2024. In het basisscenario verwacht de CNB voor 2024 nu een groei die vergelijkbaar is met onze voorspelling, maar een veel lagere inflatie (2,1% tegenover onze voorspelling van 2,6%). Deze relatief optimistische inflatievooruitzichten voor de middellange termijn zijn waarschijnlijk de reden waarom de CNB de risico’s ten opzichte van hun basisscenario nu als duidelijk "pro-inflatoir" beschouwt.
  • In tegenstelling tot de CNB verlaagde de Hongaarse centrale bank (MNB) de rente op leningen tegen onderpand met 100 basispunten naar 17,5%, maar liet ze de depositorente en basisrente ongewijzigd. De MNB verwacht dat de economie dit jaar zal vertragen tot 0-1,5% (wij voorspellen 0%), omdat dalende reële lonen en stijgende bedrijfskosten de groei belemmeren. Ze verwacht dat de groei in 2024 zal versnellen tot 3,5-4,5% (wij voorspellen 3,7%). De inflatie zou snel verder afnemen door het krappe monetaire beleid, de dalende grondstoffenprijzen wereldwijd en de afnemende binnenlandse consumptie. De jaarlijkse CPI wordt geraamd op 16,5-18,5% voor 2023 (wij voorspellen 17,4%) en 3,5-5,5% voor 2024 (wij voorspellen 6%).

Economische update landen en regio's

België

Centraal- en Oost-Europa

Ierland

Meest recente voorspellingen


 
Reële bbp-groei (periodegemiddelde, berekend uit kwartaalcijfers, in %) Inflatie (periodegemiddelde, in %)
  2023 2024 2025 2023 2024 2025
Eurozone Eurozone 0,5 0,5 1,3 5,4 2,6 2,0
Duitsland -0,1 0,1 1,3 6,1 2,9 2,5
Frankrijk 0,9 0,7 1,2 5,7 3,0 1,8
Italië 1,0 0,7 0,9 5,9 2,0 1,8
Spanje 2,5 1,8 2,0 3,4 3,2 2,0
Nederland 0,2 0,6 1,2 4,1 3,1 2,2
België 1,5 1,2 1,2 2,3 3,8 2,1
Ierland -3,2 2,8 3,5 5,2 2,0 1,8
Slowakije 1,1 2,0 3,2 11,0 3,0 4,0
Centraal- en Oost-Europa Tsjechië -0,2 1,5 3,1 12,1 2,3 2,6
Hongarije -0,7 2,2 3,6 17,0 4,3 4,0
Bulgarije 1,9 2,3 3,0 8,6 4,0 3,0
Polen 0,1 3,0 3,8 10,9 4,5 3,3
Roemenië 2,1 3,2 3,0 9,7 6,5 5,0
Rest van Europe Verenigd Koninkrijk 0,1 0,3 1,2 7,1 2,5 2,2
Zweden 0,0 0,2 2,1 5,9 3,2 1,7
Noorwegen (mainland) 1,1 0,5 1,4 5,7 3,4 2,3
Zwitserland 0,8 1,2 1,6 2,1 1,3 1,1
Opkomende economieën China 5,2 5,1 4,0 0,3 0,5 2,0
India* 7,7 6,3 6,3 5,4 4,4 4,6
Zuid-Afrika 0,6 1,0 1,6 6,1 4,9 4,7
Rusland Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid
Turkije 4,5 2,5 3,1 53,9 55,4 28,6
Brazilië 2,9 2,1 2,0 4,6 4,1 3,6
Andere ontwikkelde economieën Verenigde Staten 2,5 2,4 2,0 4,1 3,3 2,5
Japan  1,9 0,6 1,2 3,3 2,4 1,8
Australië 2,1 1,4 2,2 5,6 3,5 2,8
Nieuw-Zeeland 0,6 1,0 2,2 5,7 3,3 2,2
Canada 1,1 0,9 1,9 3,6 2,5 2,1
* fiscaal jaar van april tot maart         18/4/2024

Beleidsrentes (einde periode, in %)

    18/4/2024 Q2 2024 Q3 2024 Q4 2024 Q1 2025
Eurozone Eurozone (refi-rente) 4,50 4,25 3,65 3,40 3,15
Eurozone (depo-rente) 4,00 3,75 3,50 3,25 3,00
Centraal- en
Oost-Europa
Tsjechië 5,75 4,75 4,00 3,50 3,50
Hongarije (base rate) 8,25 6,75 6,50 6,25 6,00
Bulgarije -        
Polen 5,75 5,75 5,75 5,50 5,00
Roemenië 7,00 6,75 6,75 6,50 6,50
Rest van Europe Verenigd Koninkrijk 5,25 5,25 5,00 4,75 4,50
Zweden 4,00 3,75 3,50 3,25 3,00
Noorwegen 4,50 4,50 4,25 4,00 3,75
Zwitserland 1,50 1,25 1,25 1,00 1,00
Opkomende
economieën
China (MLF vanaf 20/08/’19) 2,50 2,50 2,40 2,30 2,30
India 6,50 6,50 6,25 6,00 5,75
Zuid-Afrika 8,25 8,25 8,00 7,75 7,50
Rusland Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid
Turkije 50,00 50,00 50,00 45,00 45,00
Brazilië 10,75 10,00 9,50 9,25 9,25
Andere ontwikkelde economieën Verenigde Staten (midden doelbereik) 5,375 5,375 5,125 4,875 4,625
Japan  0,10 0,10 0,25 0,25 0,25
Australië 4,35 4,35 4,35 4,10 3,85
Nieuw-Zeeland 5,50 5,50 5,50 5,25 5,00
Canada 5,00 5,00 4,75 4,50 4,25

Rente op 10-jaarse overheidsobligaties (einde periode, in %)

 
    18/4/2024 Q2 2024 Q3 2024 Q4 2024 Q1 2025  
Eurozone Duitsland 2,46 2,45 2,40 2,35 2,30  
Frankrijk 2,97 3,03 3,04 3,05 3,00  
Italië 3,85 4,05 4,20 4,35 4,30  
Spanje 3,28 3,41 3,48 3,55 3,50  
Nederland 2,71 2,75 2,75 2,75 2,70  
België 3,02 3,10 3,12 3,15 3,10  
Ierland 2,89 2,91 2,88 2,85 2,80  
Slowakije 3,53 3,68 3,76 3,85 3,80  
Centraal- en
Oost-Europa
Tsjechië 4,39 4,40 4,20 4,00 4,00  
Hongarije 7,23 6,70 6,50 6,20 6,10  
Bulgarije* 3,90 3,93 3,94 3,95 3,90  
Polen 5,73 5,40 5,10 5,00 4,80  
Roemenië 6,85 7,30 7,60 8,00 8,15  
Rest van Europe Verenigd Koninkrijk 4,23 4,30 4,25 4,20 4,15  
Zweden 2,50 2,50 2,45 2,40 2,35  
Noorwegen 3,83 3,85 3,80 3,75 3,70  
Zwitserland 0,72 0,70 0,65 0,60 0,55  
Opkomende
economieën
China 2,26 2,25 2,25 2,25 2,30  
India 7,17 7,15 7,10 7,10 7,10  
Zuid-Afrika 10,62 10,50 10,35 10,25 10,25  
Rusland 14,26 Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid  
Turkije 26,34 27,00 27,00 25,00 24,00  
Brazilië 11,72 11,65 11,50 11,40 11,40  
Andere ontwikkelde
economieën
Verenigde Staten 4,58 4,50 4,35 4,25 4,25  
Japan  0,87 0,90 0,95 1,00 1,00  
Australië 4,29 4,20 4,05 3,95 3,95  
Nieuw-Zeeland 4,93 4,90 4,75 4,65 4,65  
Canada 3,68 3,60 3,45 3,35 3,35  
*Opgelet: zeer illiquide markt  

Wisselkoersen (einde periode)

 
  18/4/2024 Q2 2024 Q3 2024 Q4 2024 Q1 2025  
USD per EUR 1,07 1,05 1,06 1,07 1,08  
CZK per EUR 25,27 25,10 24,90 24,70 24,40  
HUF per EUR 394 390 395 398 400  
PLN per EUR 4,33 4,37 4,32 4,29 4,27  
BGN per EUR 1,96 1,96 1,96 1,96 1,96  
RON per EUR 4,97 5,05 5,10 5,20 5,25  
GBP per EUR 0,86 0,86 0,87 0,88 0,89  
SEK per EUR 11,62 11,65 11,60 11,50 11,40  
NOK per EUR 11,75 11,75 11,55 11,45 11,25  
CHF per EUR 0,97 0,98 0,99 1,00 1,00  
BRL per USD 5,23 5,28 5,25 5,23 5,20  
INR per USD 83,53 84,19 83,80 83,40 83,02  
ZAR per USD 19,03 19,16 19,07 18,98 18,90  
RUB per USD 94,00 Tijdelijk geen voorspellingen omwille van grote onzekerheid  
TRY per USD 32,50 34,04 36,00 37,76 39,50  
RMB per USD 7,24 7,27 7,30 7,30 7,30  
JPY per USD 154,40 154,00 152,00 148,00 145,00  
USD per AUD 0,64 0,63 0,64 0,65 0,66  
USD per NZD 0,59 0,58 0,60 0,61 0,62  
CAD per USD 1,38 1,38 1,36 1,34 1,32  

Meer voorspellingen kan je hier vinden.

Disclaimer:

Deze publicatie werd gerealiseerd door de economen van de KBC-groep. Alle meningen in deze publicatie vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s) op de daarin vermelde datum en zijn onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving.
KBC Groep NV geeft geen garanties voor de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch voor de mate waarin zij zich ook effectief zullen realiseren. Alle prognoses zijn indicatief. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief . De informatie kan niet beschouwd worden als een aanbod tot verkoop of aankoop van financiële instrumenten. Zij kan evenmin beschouwd worden als beleggingsadvies, beleggingsaanbeveling of “onderzoek op beleggingsgebied “ in de zin van de wet – en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Behoudens de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV is elke overdracht, verkoop, verspreiding of reproductie van de informatie, publicatie en gegevens verboden en dit ongeacht de vorm of de middelen. KBC Groep NV kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of volledigheid van de informatie of voor de directe of indirecte schade die zou voortvloeien uit het gebruik van dit document. 

Alle historische koersen/prijzen, statistieken en grafieken zijn up-to-date, tot en met 9 augustus 2023, tenzij anders vermeld. De verstrekte posities en prognoses zijn die van 9 augustus 2023.

Gerelateerde artikels

Een ongewenste bron van volatiliteit

Een ongewenste bron van volatiliteit

BoE schuift op richting renteverlaging

BoE schuift op richting renteverlaging

Riksbank legt het hoofd op het kapblok

Riksbank legt het hoofd op het kapblok

RBA durft geen conclusie trekken

RBA durft geen conclusie trekken