Zeg niet pondzwakte, maar eurosterkte
Uit het departement: “Tijd voor verder herstel”
De euro verkeerde in recent zwaar weer omwille van de Oekraïnecrisis. De munt kwam de opdoffer ondertussen te boven, onder meer dankzij de uitlatingen van de ECB. Tegenover een meerjarig dieptepunt nabij 0,82 ten opzichte van het Britse pond, staat de verwachting van KBC dat de euro de komende maanden verder herstellen tot 0,87. Tijd voor een korte stand van zaken.
ECB en BoE wisselen van rol
De Europese Centrale Bank nam nog maar net haar beleidsbocht, of de onverwachte oorlog tussen Rusland en Oekraïne gooide roet in het eten. De Europese groei komt daardoor onder druk, terwijl de algemeen verhoogde onzekerheid en de scherp opgelopen prijzen in een brede waaier aan grondstoffen eveneens geen steun bieden. De geopolitieke crisis vormt voor de ECB echter geen excuus om normalisatie uit te stellen, zelfs integendeel: de inflatiepiek die de ECB al in januari én februari (5,9%) bij verrassing nam, verergert nog door de oorlog.
Maar volgens de ECB kan de inflatie in 2023 terugvallen tot 2,1% bedragen, terwijl de teller in 2024 naar 1,9% kan. Daarmee zou de prijsdoelstelling zo goed als bereikt zijn, waardoor de ECB de economie sneller van het monetaire infuus af kan halen. Als alles min of meer verloopt zoals verwacht, stoppen de netto-aankopen onder het inkoopprogramma van de ECB (APP) al na de zomer in plaats van begin 2023. Dat moet toelaten om de depositorente die vandaag -0,5% bedraagt in het vierde kwartaal van 2022 voor het eerst in 10 jaar een eerste keer te verhogen. De Europese korte en lange termijn rente trokken door de steeds concretere rentesteun al duidelijk hoger, wat de euro ondersteunde. Ondertussen beweegt het Britse pond weer verder van de niveaus die we zagen kort na de Russische invasie (€1=£0,82). Het huidige uitbodemingsproces kan vanaf de tweede jaarhelft volgens KBC aan kracht winnen.
Bank of England stond al drie keer aan het kanon
BoE Gouverneur Bailey en de zijnen trokken in maart de beleidsrente op tot het pre-Covidniveau van 0,75%. Die derde opeenvolgende verhoging vond plaats tegen de achtergrond van oplopende inflatie, een nog steeds robuuste economie en krappe arbeidsmarkt. Maar de oorlog in Oekraïne en de impact op grondstofprijzen creëren bijkomende inflatoire druk waarop de Bank of England geen vat heeft. De centrale bank verwacht dat de piek in inflatie nu op 8% (vs. 7,25% voorheen) kan komen te liggen, al kan dat door van een aanpassing in de gereguleerde prijzen later dit jaar zelfs nóg hoger worden. Dit bijt, samen met de belastingverhogingen (vanaf april), in het vertrouwen en beschikbaar inkomen van de consument. Door de verwachte negatieve impact op de groei zwakte de centrale bank de voorheen agressieve taal over toekomstige renteverhogingen wat af, zodat de doorgestegen Britse rentes en het pond naar adem moesten happen. Voorlopig blijft de verwachting dat de Britse beleidsrente tot 2% kan stijgen per einde 2022. Een te agressieve marktpositionering, de complexe economische toekomst en algemeen verhoogde onzekerheid maken het pond kwetsbaar, volgens KBCS.
Conclusie
De Oekraïnecrisis zorgde voor een onverwachte schok voor de euro. Voor de ECB is dat echter geen excuus om de beleidsnormalisatie uit te stellen. Daartegenover staat de Bank of England die omwille van de alsmaar acuter wordende Britse koopkrachtscrisis zich gematigder opstelt ten aanzien van de inflatiebestrijding. De rollen wisselen daardoor om, met gevolgen voor de valuatamarkt. Relatief gezien helt de monetaire weegschaal daardoor in het voordeel van de euro, dat de komende maanden voort kan herstellen tegenover het pond. KBC mikt tegen einde 2022 op een waarde van 0,87 tegenover de euro.