Toyota blijft op meerdere paarden wedden

Uit het departement: “Kiezen is kans op verliezen”

De voorbije week was het verzamelen geblazen voor de aandeelhouders van Toyota. Daarbij was het onder meer uitkijken naar de EV-plannen van de groep. Met zijn hybride Prius was de Japanse autobouwer immers één van de eerste om een nieuwe weg in te slaan in een wereld die gedomineerd werd door ICE-voertuigen (internal combustion engine), maar de sprong naar EV’s werd ondertussen nog niet éénduidig genomen. En anders dan de meeste andere klassieke autobouwers is Toyota dat duidelijk ook nog niet van plan.

In de aanloop naar de jaarvergadering lag Toyota onder vuur door onder meer het pensioenfonds van New York en dat van Denemarken die het bedrijf ervan beschuldigen dat hun lobbyactiviteiten de overgang naar elektrische auto's op batterijen ondermijnen. "Toyota's aanpak plaatst het bedrijf in een nadelige concurrentiepositie ten opzichte van zijn concurrenten, die een veel grotere inzet hebben getoond om over te schakelen op elektrische voertuigen met accu's," klinkt het.

BEV’s met de handrem op

Het bedrijf wil tegen 2030 zo’n 60 miljard besteden aan de elektrificatie van haar auto's, waarvan de helft is voor de ontwikkeling van volledig elektrische voertuigen. Toch verwacht het een jaarlijkse verkoop van dergelijke auto's te bereiken van slechts 3,5 miljoen voertuigen tegen het einde van het decennium, of ongeveer een derde van de huidige verkoop. Pas vorige maand rolde Toyota zijn eerste in massa geproduceerde volledig elektrische auto uit in eigen land, zij het alleen voor leasing.

In Toyota, thuisbasis voor het gelijknamige automerk, laten ze zich echter niet opjagen. Op de jaarvergadering verdedigde 's werelds grootste automaker zijn standpunt dat het zou vasthouden aan verschillende technologieën, waaronder brandstofcelvoertuigen en hybriden, die het in de afgelopen twee decennia een leider in schonere auto's heeft gemaakt.
 

Opties

"Het doel is koolstofneutraliteit," vertelde Toyota's Chief Technology Officer, maar een verscheidenheid van opties moet beschikbaar zijn en de autofabrikant moet de keuze van klanten niet beperken. Toyota stelt dat hybrides nog steeds zinvol zijn in markten waar de infrastructuur nog niet klaar is om een snellere overgang naar BEV's (battery electric verhicles) te ondersteunen, en onderzoekt de levensvatbaarheid van groene brandstoffen voor auto's met verbrandingsmotor, waaronder waterstof

Niet de meest gekozen weg

De strategie is opvallend. Andere klassieke autobouwers haasten zich om zo snel mogelijk een plan uit te tekenen en een pad aan investeerders voor te leggen waarin ze zo snel mogelijk af lijken te willen van de bouw van auto’s met verbrandingsmotoren. En dat is ook nodig. Volgens sectoranalist Kurt Ruts van KBC Asset Management willen beleggers een vaste einddatum horen vanaf wanneer er geen auto’s met verbrandingsmotor meer gebouwd zullen worden (zo snel mogelijk). En die EV’s dienen liefst ook op een puur elektrisch platform geproduceerd te worden (zoals het MEB bij Volkswagen). Een autobedrijf dat zijn opties open houdt en vandaag niet ‘all-in’ is op het vlak van EV’s wordt vandaag de dag door beleggers meewarig bekeken.

Onder meer bij Ford zijn ze niet doof voor die boodschap. De Amerikaanse autobouwer kondigde eerder dit jaar een verhoging aan van de geplande investeringen van 30 naar 50 miljard dollar tegen 2026 en, belangrijker nog, de bevestiging dat de EV-activiteiten in een afzonderlijke divisie worden ondergebracht.