Oorlog en inflatie drukken Belgische groei tot 1,4% in 2023

Uit het departement: "Economische vooruitzichten"

KBC Economics heeft de Belgische reële bbp-groei in 2022 en 2023 met respectievelijk 0,7 en 0,4 procentpunt naar beneden bijgesteld tot respectievelijk 2,1% en 1,4%. Deze prognose is omgeven met aanzienlijke neerwaartse risico's, waarbij een vermindering van de gas- en olieleveringen door Rusland de grootste bezorgdheid is.

Wat de oorlog betekent

De inval van Rusland in Oekraïne heeft de vooruitzichten voor de Belgische economie ernstig vertroebeld. Het grootste onmiddellijke risico als gevolg van de oorlog vloeit voort uit de verdere opwaartse druk op de inflatie, die al de dubbele cijfers benaderde vóór de oorlog uitbrak (zie verder). De inflatie in België is gevoeliger voor de aanhoudende stijging van de energieprijzen dan in andere Europese landen. De automatische loonindexering beschermt de koopkracht van de bevolking wel, maar voor sommige gezinnen zal de hoge energiekost op hun consumptie wegen. Dat komt mee doordat het energieverbruik van Belgische gezinnen hoog is. Impact op de consumptie wordt vooral verwacht voor lage-inkomensgezinnen die een groter deel van hun inkomen aan energie besteden. Indien het conflict aansleept, kan de langdurige onzekerheid bovendien het consumentenvertrouwen aantasten en zo zorgen voor meer sparen uit voorzorg en minder uitgaven. Voor bedrijven wegen hogere lonen, aangevuurd door hoge inflatie en indexatie, op de concurrentiekracht. Hun aangetaste vertrouwen kan leiden tot uit- of afstel van investeringen.

Afgezien van de energie- en vertrouwensgerelateerde effecten, is er de impact op de groei via de handel (figuur BE1). Een volledige stop van de uitvoer naar Rusland en Oekraïne zou het Belgische bbp met 1,0% doen dalen. Het volledige effect van de handelsbeperkingen op het bbp is veel kleiner, aangezien ook de invoer uit Rusland en Oekraïne (1,4% van het bbp) wordt getroffen. Minerale brandstoffen zijn goed voor zowat een derde van de Belgische invoer uit Rusland en wij gaan er vooralsnog van uit dat het grootste deel van deze invoer wordt voortgezet. De directe impact op de bbp-groei via de netto-uitvoer wordt geraamd op slechts 0,1 procentpunt. Er kunnen wel beperkte bijkomende indirecte effecten zijn door de impact van het conflict op de handelspartners van België. Ook kunnen bepaalde sectoren meer gevolgen ondervinden dan andere. Aan de uitvoerkant is de sector van ‘machines, toestellen en elektrotechnisch materieel’ het gevoeligst voor de crisis. Aan de invoerkant komt de toelevering van ‘parels en edele metalen’ (een kleine 20% komt uit Rusland) in het gedrang.
 

De gebeurtenissen in Oekraïne ontwikkelen zich snel en er heerst grote onzekerheid over wat ons te wachten staat. Er bestaat met name een aanzienlijk risico dat de Russische gas- en olietoevoer naar de EU wordt onderbroken als reactie op de sancties van de EU. Voorlopig gaan wij ervan uit dat Rusland de gas- en oliekraan niet volledig zal dichtdraaien. Als dat wel het geval zou zijn, zou dat een bijkomende aanbodschok veroorzaken. Volgens een ECB-studie doet elke 10% vermindering van de gastoevoer de bruto toegevoegde waarde in de Belgische economie met 0,4 procentpunt afnemen. Gezien de geringere afhankelijkheid van Russisch gas is dit minder dan in de eurozone (-0,7 procentpunten). Verstoringen in de bevoorrading kunnen zich ook voordoen voor niet-energetische materialen of andere essentiële inputs in specifieke industrieën. Dat zou de al aanwezige knelpunten aan de aanbodzijde van de economie versterken. Zo’n 5% van de in België ingevoerde metalen is afkomstig uit Rusland.

Groei lager, inflatie hoger

De bbp-groei krijgt allicht een stevige klap door de oorlog in Oekraïne, maar we denken dat het aan de gang zijnde herstel wel voorlopig overeind blijft. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste zal, nu de covid-situatie is verbeterd, de economische activiteit profiteren van de volledige heropening van de economie, temeer daar er nog een zeker spaaroverschot is dat de bestedingen kan ondersteunen. Bovendien doet de arbeidsmarkt het goed, met naar schatting nog 25 000 extra banen die in 2022 zullen worden gecreëerd. Tot slot is de overheid van plan extra maatregelen te nemen om de gevolgen van de stijgende energieprijzen voor de huishoudens te verzachten.

De forse stijging van de energieprijzen stuwt de Belgische inflatie naar nieuwe hoogten (figuur BE2). De HICP-inflatie liep in februari op tot liefst 9,6%. Gegeven de oorlog in Oekraïne en de immense gevolgen ervan voor nagenoeg alle grondstoffenprijzen, zal de inflatie allicht erg hoog blijven, althans in de eerste helft van het jaar. Indien ons scenario voor de Brent-olieprijs uitkomt (zie tekst inzake internationaal scenario), dan zal dat samen met basiseffecten de energie-inflatie vooral naar het einde van het jaar toe doen afnemen. We voorspellen nu dat de Belgische HICP-inflatie in 2022 zal pieken op gemiddeld 6,6%, een forse opwaartse bijstelling (+2,1 procentpunt) ten opzichte van de prognose van vorige maand. Dat zou de hoogste jaarlijkse inflatie zijn sinds 1983. De inflatie voor 2023 werd eveneens opwaarts herzien, zij het in mindere mate (+0,4 procentpunt) tot gemiddeld 1,8%.