Noordzee als win(d)gewest voor DEME, CFE en Colruyt
Uit het departement: “Het mag wat meer zijn”
Door de zomerse temperaturen is de Noordzee momenteel een niet te versmaden bron van vertier en vooral ook van verkoeling. Maar wanneer we dieper het water in trekken, is die ook een belangrijke energiebron. Naar aanleiding van de beursgang van DEME en het bericht dat Colruyt de strategische opties bekijkt voor het offshore windbedrijf Parkwind, doken de analisten van KBC Securities in het Belgische offshore windlandschap. En wat bleek, er zit nog flink wat waarde verborgen in deze activiteiten van beide bedrijven, terwijl ook CFE nog een graantje mee lijkt te kunnen pikken.
België als pionier in offshore windenergie
België beschikt over een geïnstalleerde offshore windcapaciteit van 2.261MW, goed voor een jaarlijkse productie van 8 TWh of ongeveer 10% van de totale elektriciteitsvraag. De eigendom van de windparken is grotendeels versnipperd over verschillende spelers. Als we kijken naar de eigendomsverhoudingen van de bedrijven die door KBC Securities worden opgevolgd, zien we dat Colruyt (via Parkwind) 18,6% van het geïnstalleerd vermogen heeft, DEME 6,4% en CFE 1,8%.
Opwaardering tot 8GW van de totale capaciteit
Ook de komende twee decennia zal België een van de belangrijkste landen zijn in de Europese offshore windenergiegroei. De regering bereidt momenteel de aanbesteding voor van nieuwe concessies in de Noordzee, die tegen 2028 een bijkomende 3,5 GW aan geïnstalleerd vermogen moeten opleveren. Tegelijkertijd bekijkt de regering hoe zij de capaciteit van de huidige windparken kan opvoeren ("repowering") door bestaande turbines, die vaak oud en minder efficiënt zijn, te vervangen door efficiëntere turbinemodellen van de nieuwste generatie. België zou de eerste zijn voor een offshore-windmolenpark op commerciële schaal. Beide acties zouden de geïnstalleerde capaciteit bijna verviervoudigen tot 8GW.
Het bedrijfsmodel van een offshore-windmolenpark is gebaseerd op subsidies... voorlopig
Om investeerders aan te trekken in de beginfase van offshore-windenergie, waren zware steunmechanismen noodzakelijk. Samen met de dalende LCOE's (Levelized cost of electricity: meet de levensduurkosten gedeeld door de energieproductie) zijn ook de mechanismen aanzienlijk veranderd. Van een vaste, hoge premie per geproduceerde MWh is het geëvolueerd naar een compensatiemechanisme dat een bodem legt onder de ontvangen elektriciteitsprijs. Voor de nieuwe concessies is KBC securities van mening dat een "tweezijdig Contract for Differences"-steunmechanisme het meest waarschijnlijk is. Dit heeft de voordelen dat het een hoge graad van stabiliteit heeft en er een voordeel is voor de overheid in geval van hoge elektriciteitsprijzen.
Verborgen waarde
Gewapend met bovenstaande wetenschap ging KBC Securities na wat dat betekent voor de windactiva van Colruyt, DEME & CFE en troffen er verborgen waarde aan. Ze schatten de waarde van Parkwind, waar Colruyt onrechtstreeks via Viriya Energy een belang in heeft van zo’n 60%, op 991 miljoen euro, terwijl dit voor naar schatting 372 miljoen euro in de boeken staat. Voor DEME wordt dat 217 miljoen euro versus 38 miljoen euro en voor CFE 62 miljoen euro versus 13 miljoen euro. Sectoranalist Michiel Declercq geeft meer uitleg in onderstaande video.