Nationale bank waarschuwt voor margedruk in België

Uit het departement: “Zorgwekkend”

De waarschuwing dat bedrijven op dit moment een piek beleven in hun marges blijkt uit de eergisteren gepubliceerde studie van de Nationale Bank van België. Gezien de stijging van de energiekosten en de indexering van de lonen is de marge van de bedrijven in de eerste drie kwartalen van 2022 gedaald en zou deze in 2023 verder moeten dalen. De studie maak erg duidelijk dat “de ontwikkeling van de macro-economische winstmarge grotendeels wordt bepaald door een klein aantal zeer grote ondernemingen”. De top 1% van alle bedrijven in termen van loonsom, tekent voor meer dan de helft van de totale toegevoegde waarde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het vooral deze bedrijven zijn die de ontwikkeling van de macro-economische marge bepalen.

Van 45% naar 40%

Niettemin wordt verwacht dat de winstmarge van ondernemingen, na een stijging in de afgelopen jaren, in de komende jaren zal dalen: “volgens de meest recente prognoses zouden de winstmarges snel teruglopen van hun huidige niveau van ongeveer 45% tot ongeveer 41% in 2023, alvorens zich in de latere jaren van de prognoseperiode iets boven de 40% te stabiliseren”.

Margevoet

Om een goed idee te krijgen waar we het over hebben, gebruikt KBC de definitie die de NBB in haar studie geeft, namelijk “de macro-economische margevoet van ondernemingen wordt gemeten aan de hand van het bruto exploitatieoverschot van niet-financiële ondernemingen”. Dit is het overschot dat de activiteiten van de onderneming opleveren na beloning van de productiefactor "arbeid". Het wordt berekend door de personeelskosten af te trekken van de toegevoegde waarde.
Het bruto-exploitatieoverschot komt niet overeen met de uiteindelijke winst van ondernemingen, omdat een aantal kosten (afschrijvingen, belastingen enz.) niet in aanmerking worden genomen. Het is dus het saldo waarover ondernemingen beschikken om hun financiers (hun eigen aandeelhouders of hun externe schuldeisers) te vergoeden, hun belastingen te betalen en hun investeringen te financieren.

De reden hiervoor is uiteraard dat de ondernemingen slechts gedeeltelijk in staat zijn de kostenstijging door te berekenen in hun verkoopprijzen; naar schatting kunnen zij gemiddeld 60% van deze kostenstijging doorberekenen.

Uit de studie blijkt dat alle sectoren worden getroffen, maar dat de situatie per bedrijf sterk verschilt, afhankelijk van het vermogen om de kostenstijging geheel of gedeeltelijk door te berekenen. En dat “de negatieve impact op de marges van typische bedrijven aanzienlijk is” voor de eerste drie kwartalen van 2022, wat uiteraard uiterst zorgwekkend is.