
Minder groei in EU, maar meer in de VS en China
Uit het departement: “Update”

Na de eerste tariefsalvo’s van Trump gaat KBC er nu van uit dat de eerste fase van de handelsoorlog gericht zal zijn op China, Canada en Mexico, terwijl Europa pas later aan beurt komt. Ondertussen stijgt de inflatie in de VS, zodat KBC voor 2025 niet langer mikt op 2,7%, maar wel 3,3%. Voor de EU daalt de schatting van 2,6% naar 2,5%. Verder wijzigt ook de groeiprognose voor de VS fors, en wel van 1,9% naar 2,3% in 2025, maar de Fed zal mogelijk niet drie, maar wel twee keer aan de bak moeten. Dat, en meer, in een nieuwe update van het economische scenario van KBC.
Blikvangers
- Donald Trump vuurde zijn eerste salvo's af in de nieuwe handelsoorlog. Hij legde 10 procentpunten extra invoertarieven op Chinese producten op, waarna China vergeldingsmaatregelen nam. Canada en Mexico werden bedreigd met tarieven van 25%, maar kregen een maand respijt. Trump uitte ook verschillende tariefdreigingen aan het adres van de EU. Zijn meest recente maatregel betreft de invoering van een 25%-tarief voor de invoer van staal en aluminium. We hebben onze werkhypothese dat de VS een algemeen tarief van 10% op alle invoer en een tarief van 60% op Chinese invoer zou instellen niet wezenlijk veranderd, maar gaan er nu van uit dat de eerste fase van de handelsoorlog gericht zal zijn op China en de Noord-Amerikaanse buren, terwijl de EU-tarieven in een latere fase zullen worden opgelegd. Deze werkhypotheses zullen wellicht worden aangepast naarmate de handelsoorlog zich verder ontwikkelt.
- De olieprijzen stegen vorige maand licht tot 76 USD per vat. De strenge winterse omstandigheden in de VS en de extra sancties van president Biden tegen de Russische energiesector duwden de olieprijzen begin januari omhoog. Deze prijsstijging werd evenwel deels gecompenseerd door de afkondiging van de nationale noodtoestand door president Trump. De Europese aardgasprijzen stegen vorige maand ook, tot 53 EUR per MWh, dit als gevolg van de weersomstandigheden, de sterke Aziatische vraag en de aanzienlijke daling van de gasreserves in de EU. Gasfutures wijzen evenwel op lagere prijzen op middellange termijn.
- De inflatie in de eurozone steeg in december opnieuw, van 2,4% naar 2,5%. De stijging werd voornamelijk veroorzaakt door een toename van de voedings- en energie-inflatie. De kerninflatie bleef stabiel op 2,7% doordat de goedereninflatie onveranderd bleef, terwijl de diensteninflatie licht daalde. Gunstige loonontwikkelingen en productiviteitsstijgingen zullen naar verwachting de binnenlandse prijsdruk verminderen. Omdat we er nu van uitgaan dat de handelsoorlog tussen de VS en de EU later uitbreekt, verlagen we onze inflatieprognose voor 2025 van 2,6% naar 2,5%, terwijl we onze prognose voor 2026 verhogen van 2,3% naar 2,5%.
- De Amerikaanse inflatie versnelt. In januari steeg de algemene inflatie van 2,9% naar 3,0%, de kerninflatie van 3,2% naar 3,3%. De energieprijzen maakten opnieuw een grote sprong en ook de inflatie van voeding, kerngoederen, huisvesting en kerndiensten versnelde. Ook de looncijfers waren ongunstig. Bovendien stegen de inflatieverwachtingen van consumenten naar nieuwe hoogten. De intensivering van de handelsoorlog zal naar verwachting extra opwaartse druk op de inflatie uitoefenen. Daarom verhogen we onze prognose voor 2025 van 2,7% naar 3,3% en verlagen we onze prognose voor 2026 licht van 3,1% naar 3,0%.
- Macro-economische verschillen tussen de VS en de eurozone leiden ook tot verschillen inzake monetair beleid. De Fed hield haar beleidsrente in januari stabiel op 4,375%, mogelijk vooruitlopend op de door tarieven veroorzaakte inflatie en de toegenomen economische onzekerheid. Wij verwachten nu slechts twee renteverlagingen dit jaar. Het beleid zal op korte termijn dus waarschijnlijk restrictief blijven. Ter ondersteuning van een traag groeiende economie verlaagde de ECB haar beleidsrente in januari met 25 basispunten. Wij verwachten dat de ECB de rente dit jaar nog drie keer zal verlagen. Het hoge (en toenemende) renteverschil met de VS en de aanhoudende handelsgerelateerde onzekerheid zullen de Amerikaanse dollar op korte termijn wellicht sterk houden.
- De economische activiteit in de eurozone stagneerde in het vierde kwartaal van 2024. Hoewel het tegenvallende cijfer deels werd veroorzaakt door een sterke daling in Ierland, boekten ook Frankrijk en Duitsland negatieve groeicijfers. Spanje en Portugal groeiden daarentegen stevig. Sentimentindicatoren wijzen op een moeizaam geleidelijk herstel. De arbeidsmarkt versoepelt echter, vooral in de industrie, en de Europese economie is blootgesteld aan Amerikaanse handelsschokken. Wij handhaven daarom onze prognose van een lage groei van 0,7% dit jaar en zien een geleidelijk herstel dat de groei in 2026 naar 1,0% zal brengen.
- Sterke consumentenbestedingen houden de Amerikaanse economie in vorm. De Amerikaanse economie groeide in het vierde kwartaal met 0,6%, waarbij een sterke bijdrage van de consumptie negatieve bijdragen in voorraden, netto-uitvoer en niet-residentiële investeringen compenseerde. Wij verwachten dat dit sterke groeimomentum in de eerste helft van het jaar zal aanhouden, dankzij de behoorlijke particuliere consumptie en een herstel van de voorraadgroei. We verwachten dat de handelstarieven en de lagere migratie daarna de groei onder het potentieel zullen brengen. Er zijn ook tekenen van verzwakking in het consumentenvertrouwen en op de arbeidsmarkt. Wij verhogen onze groeiprognose voor 2025 van 1,9% naar 2,3% en handhaven onze groeiprognose van 1,8% voor 2026.
- De Chinese bbp-groei bereikte vorig jaar de overheidsdoelstelling van 5%, dankzij een sterke groei in het vierde kwartaal. Vooral de uitvoer en de verwerkende nijverheid droegen bij aan de groei. De vastgoedcrisis drukt evenwel de consumptie, dit ondanks meer overheidssteun. De handelsoorlog tussen de VS en China zal de komende jaren waarschijnlijk wegen op de groei. Gezien de sterke bbp-groei in het vierde kwartaal verhogen we onze groeiprognose van 4,5% naar 4,7% in 2025, terwijl we voor 2026 uitgaan van een groei van 3,9%.
Lees hier de volledige publicatie.