
Met zekerheid: begin juli levert beurswinst op
Uit het departement: “Rendementen uit het verleden zijn gaan garantie voor de toekomst”

Als de geschiedenis zich herhaalt, zullen aandelen kortstondig opleven in juli. Dat is tenminste wat de statistiek ons zegt, en omdat cijfers nooit liegen kunnen we die stelling voor waar nemen: de eerste twee weken van juli vormen sinds 1930 de beste periode van het jaar! Natuurlijk heeft alles altijd de kans om in waarde te stijgen, maar als het gaat over de aandelenmarkten vandaag dan wordt die kans nogal sterk vergroot door het feit dat alle aandelen wereldwijd sinds de topkoersen van januari 2022 meer dan 20 biljoen dollar marktwaarde kwijtspeelden.
Zwak (einde van) juni
Die zogenaamde berenmarkt werd nog wat meer uitgesproken door een belabberde prestatie op het einde van juni, omdat verse data lieten zien dat de inflatie zich helemaal niet zomaar laat beteugelen. Of toch al zeker niet in juni. Samen met een neerwaartse druk op de economische groei in het algemeen en de winstverwachtingen in het bijzonder, verdampte daarom ook het beleggerssentiment. In de laatste week van juni alleen al werd niet minder dan 5,8 miljard dollar weggehaald uit de aandelenmarkten wereldwijd, berekende Bank of America, met name uit de “ontwikkelde aandelenmarkten”.

Lang leve de eerste helft van juli
Maar er is goed nieuws, tenminste op korte termijn. Op basis van data sinds 1930 blijkt dat de eerste helft van juni al sinds 1930 het beste rendement van het hele jaar opleveren voor de Amerikaanse beursindex S&P500. Het mediaanrendement bedraagt zo’n 1,75%, tegenover 1,4% in de tweede beste tweewekelijkse periode.
Dat wordt deels verklaard door het feit dat beleggers zeker in zwakke jaren met hernieuwde hoop het tweede halfjaar aanvatten. JP Morgan bevroeg zijn klanten en kwam inderdaad tot de bevinding dat twee derde van hen hun aandelenblootstelling in juli willen verhogen. Tot nu toe lijkt die verklaring steek te houden, want de S&P 500 steeg sinds 30 juni met 0,16%.
Hernieuwde hoop
Wat volgens vermogensbeheerder Janus Henderson ook meespeelt is dat een groot aantal beleggers naar aanleiding van de vele uitdagingen die de wereldeconomie heeft ondervonden in 2022 een even grote hoeveelheid shortposities hebben ingekomen. Door de koersverliezen is het niet uitgesloten dan er in het begin van een nieuw halfjaar een aantal van die posities tegen worden gedraaid. Zo’n herbalancering van de strategie is volgens Janus waarschijnlijk ook een deel van de verklaring waarin Europa en de VS een goede start van juli hebben gekend.
Maar toch blijft er realisme
Het feit dat er meer en meer tekenen komen dat de inflatie voor een langer dan verwachte tijd hoog zal blijven, ondersteund meer en meer de koersen van waarde-aandelen zoals we die vinden in de energiesector. De winsten kunnen daar erg veerkrachtig zijn en blijven, vooral omdat de energieprijzen vooralsnog weinig terrein verliezen. Daartegenover staat dat beleggers zich maar al te goed bewust zijn van de stormachtige cocktail die de komende maanden kan geserveerd worden: stijgende rentetarieven en mogelijk neerwaartse bijstellingen van de verwachtingen omtrent bedrijfswinst en economische groei zullen de huidige volatiliteit op zijn minst hoog houden, en mogelijk zelfs nog wat aanjagen.
Statistisch relevant of niet, zelfs al we de eerste twee weken van juli met winst doorkomen zijn daarmee de vele uitdagingen voor de wereldeconomie zeker niet van de baan. Het is dus afwachten tot de angel uit ten minste een aantal van die dossiers wordt gehaald.