Mee met de markt: “Brengt het weekend kalmte en inzicht?”
Uit het departement: "Beursblik in een notendop"
Op vrijdag verdapperde Wall Street doorheen de dag, waarmee duidelijk negatieve cijfers op het niveau van de S&P500 werden omgebogen in een winst van 0,56%. Dat schetst een totaal ander plaatje dan in Europa, waar de Euro Stoxx 600 verder verloederde (-1,3%) onder het gewicht van forse lagere beurskoersen in de financiële sector.
Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, probeerde de bezorgdheid weg te nemen door te zeggen dat de banken in de eurozone veerkrachtig zijn en over een sterke kapitaal- en liquiditeitspositie beschikken. Lagarde zei dat de ECB indien nodig liquiditeit kan verschaffen.
Kijken we naar de cryptomarkt, dan lijkt de idolisering van onder meer de bitcoin stand te houden. De cryptomunt noteert met 27.866 dollar nog steeds in hogere sferen, deels als reactie op de problemen in de klassieke banksector.
Europese én Amerikaanse domineren het sentiment
Maar het was vrijdag toch vooral lijdzaam aanzien hoe Deutsche Bank onder vuur werd genomen. De beurskoers verloor op een bepaald moment 15% van zijn waarde, om uiteindelijk af te klokken op -8,5%. De credit default swaps van de bank, zeg maar de kostprijs voor de bescherming tegen een faillissement, sprongen fors hoger, echter zonder duidelijke katalysator. En dat wekte alweer zorgen over de gezondheid van de Europese banksector.
Of de banken ook deze week de hoge noot zulllen voeren valt af te wachten, maar zeker is dat zonet gemeld werd dat Het Amerikaanse First Citizen Bank alle activa van de ter ziele gegane SVB bank overneemt. Benieuwd of dat de opluchting in de hand kan werken, of dat beleggers ook in zo’n scenario graten gaan zien.
Stabiele rente en lagere olieprijs
Op de rentemarkten was er van veel standvastigheid niet meteen sprake, al stabiliseerde de 10-jaarsrente in Duitsland wel op 2,17%, tegenover 3,39% in de VS. Opluchting, in de letterlijke zin, was er wel op de oliemarkt, al is verpietering misschien een beter woord.
De prijs voor een vat Brent-olie noteert nog op 74,5 dollar per vat. Centraal staat de vrees voor een groeivertraging, maar ook een uitspraak van de Amerikaanse minister van Energie. Jennifer Granholm liet immers optekenen dat het aanvullen van de Amerikaanse Strategic Petroleum Reserve (SPR) enkele jaren kan duren, wat de vraagvooruitzichten tempert. Het Witte Huis zei in oktober nochtans dat de reserves weer opgebouwd zouden worden aan prijzen op of onder 67 à 72 dollar per WTI-vat.
En die prijs tikte voorbije week 67 dollar aan, maar toch lijkt het moeilijk te zijn om dit jaar te profiteren, ondanks de laagste reserves sinds 1983. Dat is onder meer zo omdat de Chinese oliehonger toeneemt.
Pril Europees economisch herstel op komst
Ondertussen bleken de economische vooruitzichten in Europa min of meer wat aan te trekken. De PMI-index voor de Eurozone steeg van 52 punten in februari naar 54,1 in maart, wat meer is dan de marktramingen van 51,9 en de snelste expansie sinds mei 2022 betekent. De groei werd uitsluitend gedragen door de dienstensector, wat een verdere krimp voor de fabrikanten compenseerde. Terwijl het aantal nieuwe orders voor de tweede maand op rijs teeg, bereikte ook de werkgelegenheidsgroei een hoogtepunt in negen maanden. Belangrijker is dat de inputprijzen voor het eerst sinds juli 2020 zijn gedaald. De hoop op een verdere inflatiedaling blijft dus bestaan.
Wat staat er vandaag op het menu?
Er staat vandaag niet heel erg veel op het menu. Qua macro-economisch nieuws krijgen we enkel inzicht in de Japanse inflatie in de dienstensector, de Europese M3 geldhoeveelheid en de Duitse IFO business indicator. Die laatste steekt er overduidelijk bovenuit qua gewicht, al wordt door analisten gemikt op een bescheiden groei. Bedrijfscijfers zijn er van Carnival, Ekopak en Diasorin. Dat is dus makkelijk behapbaar.