Mee met de markt: “Minder dan 10% inflatie: große Party”

De Aziatische markt weerspiegelt vannacht perfect de argwanende jaarstart: Europa sloot gisteren netjes in 't groen (+1,2%), Wall Street ging lager (-0,4%), China trok hoger (+0,1%), Japan eindigde lager (-1,3%). Maar ook: Amerikaans technologie verliest (-0,8%), terwijl Aziatische technologie wint (HS Tech +3,6%). Volatiliteit en wederopstanding dansen een vurige Paso Doble. Nochtans was het was even wachten op het elan dat de Duitse inflatie op gang trok. Het cijfer daalde in december tot 8,6% op jaarbasis, terwijl op 9,1% gemikt werd.

“Piek inflatie!”, klonk het meteen in koor, ook al komt die daling op het conto van het overheidsbudget: de regering betaalt sinds vorige maand namelijk een aanzienlijk deel van de aardgasrekeningen. Los daarvan zei ook de Franse premier Elisabeth Borne dat de inflatie naar verwachting begin 2023 een piek zal bereiken om daarna af te nemen. 

Het applaus van op de beleggersbanken duwde alle Europese sectoren boven het nulpunt, met op kop de consumentenaandelen (+1,9%), de technologiesector (+1,2%) en de banken (+1,8%). Rentegevoelige aandelen ontspanden zich omdat de Duitse 10-jaarsrente daalde van 2,45% naar 2,36%, wat de euro dan weer onder druk zette ten opzichte van de Amerikaanse dollar (€1 = $1,0564). Nochtans daalde ook de Amerikaanse rente met 10 basispunten tot 3,74%.

Of er dan geen groeivrees is? Toch wel, toch wel. De bezorgdheid over een mogelijke wereldwijde recessie blijft hoog omdat de belangrijkste centrale banken het monetaire beleid in 2023 verder zullen verkrappen. Ook de verwachting van toenemende overheidsfinanciering en een afnemend liquiditeitsoverschot zal de rentes blijven ondersteunen, zeker omdat de overheidsuitgaven erg hoog blijven om de negatieve gevolgen van de energiecrisis te bestrijden.

Maar dat wordt (vooralsnog) gecompenseerd door blijvend sterke arbeidsmarkten. De Duitse werkloosheid bleef in december 2022 stabiel op 5,5%, iets onder de verhoopte 5,6%. In historisch perspectief is het duidelijk dat er zeer veel Duitsers aan het werk zijn, zeker in vergelijking met de 10% en meer werklozen in het begin van het decennium. Dat ondersteunt de koopkracht, en dus ook de consumptie.

Van op de grondstoffenmarkten onthouden we een stijging van de Maleisische palmoliefutures tot meer dan 4.200 ringgit per ton, het hoogste peil in meer dan een maand. Eerder al ging de Indonesische palmolieprijs hoger, omdat de productie zou moeten dalen en Indonesië aan de uitvoer van de palmolieproducenten beperkte tot zes keer de binnenlandse verkoopbehoefte. In 2022 daalde de koers van palmolie nog met meer dan 10%, weliswaar in een behoorlijk volatiel jaar. De olieprijs tikte zelfs 7.300 ringgit aan in maart, kort na de Russische invasie in Oekraïne.

Over Rusland gesproken: de Russische roebel verzwakte gisteren tot 73 per dollar, het laagste punt sinds eind april. Naast het Europese embargo op de Russische olie-export over zee, daalde de vraag naar roebels door het Europese prijsplafond op gascontracten en dat van de G7 voor diensten in verband met de olie-export. Dat zet de Russische export onder druk, waardoor de hoge energieprijzen de belangrijkste industrieën niet konden ondersteunen. Toch blijft de roebel ruim boven het dieptepunt van 150 dollar dat in maart werd bereikt.

Vandaag is het uitkijken naar onder andere een verse lading PMI- en inflatiedata, met als kers op de taart de publicatie van de notulen van de recente Fed-vergadering. Voor de PMI-data, zeg maar de voorlopende sentimentsdata van de aankoopdirecteuren, wordt gezorgd in de VS en Europa. Frankrijk van zijn kant levert een belangrijke set van inflatiedata af, terwijl het VK inzicht geeft in de evolutie van de brede geldhoeveelheid. Als u er enkel bent voor bedrijfsresultaten, dan lijkt het verstandiger om misschien niet uit het bed te komen.