Mee met de markt: “Aziatische revival zet zich door”
Uit het departement: "Beursblik in een notendop"
De belangrijkste indices wereldwijd noteerden initieel op winst, ondanks dat de S&P 500 vorige week al 5,9% hoger trok, de Nasdaq 8,1% won en de Dow Jones 4,2% hoger afsloot. In Europa werd gisteren met 0,14% winst afgesloten. Maar van een onderbouwde en structurele opleving was niet meteen sprake, want in het laatste handelsuur duwden naarstige verkopers Wall Street net geen 1% lager. Er wordt uitgekeken naar meer inzicht in de evolutie van bedrijfswinsten, met name in de Amerikaanse retailsector én in heel Europa, en op cijfers die richting kunnen geven aan de vooruitzichten voor het monetaire beleid. Wat dat betreft was er wel een opsteker omdat Fed-directeur Brainard gisteren toegaf dat de Fed het dankzij de dalende inflatie wat rustiger aan zou kunnen doen.
Rente trappelt ter plaatse
Wat niet gecontesteerd wordt is dat centrale banken nog werk te doen hebben alvorens de ondertussen imposante reeks renteverhogingen te kunnen beëindigen. Die visie ondersteunde de dollar (€1 = $1,0302), terwijl de 10-jaarsrente in de VS stabiel bleef op 3,87%. Ook in Europa bewoog de rente amper: de Duitse bund levert 2,16% op, wat ongeveer gelijk loopt met de 2-jaarsrente (2,07%). Weinig te beleven, met andere woorden, omdat er weinig economische data te halen was. Wel steeg de Europese industriële productie in september met 0,9% op maandbasis en met 4,9% op jaarbasis. Dat was beter dan verwacht, waardoor de recessievrees weer een ietsje bekoelde.
Alweer feest in China
In Azië werd wél duchtig ingekocht. China koerst bij het ter perse gaan van dit stuk 1,75% hoger, terwijl Japan 0,45% winst en Taiwan zelfs 2,6% wint.
De Chinese industriële productie steeg in oktober nochtans met 5% op jaarbasis, terwijl op 5,2% groei werd gemikt en het groeicijfer in september nog 6,3% bedroeg. Een vertraging, dus, omwille van het nulcovidbeleid. Zo ook in de detailhandel, waar de groei in oktober met 0,5% daalde op jaarbasis. Dat is de eerste daling in vijf maanden, zodat de groei tot dusver in 2022 slechts op 0,6% uitkomt.
Buurland Japan zag het bbp-cijfer in het derde kwartaal met 0,3% krimpen tot ver onder de verhoopte groei met 0,3%. De eerste krimp sinds het derde kwartaal van 2021 is te wijten aan wereldwijde inflatiedruk en een daling van de yen.
Over olie, gas, grondstoffen en bitcoin
Op de grondstoffenmarkten steeg de Europese gasprijs met 20% tot 117 euro per MWh, terwijl de olieprijs 2% daalde tot 92,7 dollar per vat Brent. De OPEC verlaagde gisteren voor de vijfde keer sinds april haar groeiprognose voor de wereldwijde olievraag in 2022 tot 2,6%. De vraag zal ook in 2023 lager 100 000 vaten lager liggen dan eerst geschat, met dank aan de economische vertraging. Op 4 december bespreekt de OPEC+ vergadering een eventuele nieuwe productieverlaging.
Afsluiten doen we met de Bitcoin, die na een heel wat bokkensprongen dan toch terrein kon terugwinnen. De digitale munt wisselt vandaag van eigenaar rond 16 700 dollar, na vorige week het laagste peil van de voorbije twee jaar te hebben aangetikt (15.500 dollar). Die cryptomalaise werd uitgelokt door de ondergang van handelsplatform FTX.
Wat staat er vandaag op het menu?
Vandaag staan er heel wat interessante macro-economische data op het menu. Uit de VS krijgen we inzicht in de evolutie van de producentenprijzen (PPI) over oktober, terwijl Japan zijn bbp-rapport presenteert over het derde kwartaal. Buurland China komt met het industriële productierapport op de proppen, maar werpt ook licht op de evolutie van de kleinhandelsverkopen.
Europa pakt ook uit met bbp-cijfers, geflankeerd door de erg belangrijke ZEW-indicator voor november. Net zoals in Duitsland geldt die laatste als betrouwbare economische leidraad voor de komende kwartalen.
De bedrijfsresultatenkalender is daarentegen “klein maar fijn”. We vinden er onder bedrijven op zoals Kingsoft, Tencent, Home Depot, Walmart, Alcon, Acciona, Ambu, Imperial Brands, Infineon, Land Securities, Simcorp, Vodafone en Motork.