Tech-rally

Ondanks een woelige Chinese beurshandel konden de Europese aandelen gisteren het positieve momentum van vrijdag op Wall Street verderzetten. Niet het Chinese, maar het Japanse voorbeeld werd gevolgd, want de Nikkei klokte eergisteren immers af op zijn hoogste peil ooit. Maandag klokte de Nasdaq ook al af op recordkoers. En dus kleurden de Europese indexen gisteren grasgroen om finaal af te kloppen op 0,8% winst, waarna Wall Street er 0,35% op vooruit ging. De rentes trappelden op alle niveaus ter plaatse.

Op sectorniveau is het daarom redelijk moeilijk om verliezers te vinden. Banken, industriële goederen en diensten, technologiebedrijven en reis- en vrijetijdsaandelen trokken fors mee aan de kar, met winsten van vlot 1,5%. Ook de chipaandelen bleven op een roze wolk surfen. Verliezers waren er wel in het Europese energiesegment (-0,3%) en de grondstoffen (-0,3%), terwijl ook de Amerikaanse consumentenbedrijven onder nul eindigden (-0,5%). Verder stonden nutsbedrijven aan beide zijden van de Groote Plas wat onder druk (-0,4%)

Vannacht werd Kristof Calvo eveneens geëerd op de Aziatische beurzen, want het koersenbord tooide zich in frisgroene tinten. De beurs van Hongkong ruilde een fors verlies eergisteren voor de status van uitblinker, met een winst van dik 3%. China zou overwegen om een stimuleringspakket ter waarde van omgerekend 278 miljard dollar in te zetten om de Chinese aandelenmarkten te stabiliseren, nadat de Hang Seng index zo’n 14% daalde in 2023. In de eerste weken van januari kwam daar nog eens 14% verlies bovenop. Techzwaargewichten zoals Alibaba (+3,7%) en Tencent (+4,3%) waren nog eens in goeden doen.

En dan is er nog de aandelenmarkt van India. Die stak vannacht die van Hongkong voor de 1ste keer voorbij in termen van marktwaarde. Dat is een nieuw wapenfeit voor de Zuid-Aziatische natie die door haar groeivooruitzichten en beleidshervormingen een lieveling voor investeerders is geworden.

Overduidelijk bulken beleggers opnieuw van vertrouwen in een week vol vergaderingen van centrale banken, belangrijke economische gegevens en hele belangrijke bedrijfswinsten over het vierde kwartaal. Dat de recente inflatie-indicatoren quasi unisono boven de lat uitkwamen, wordt er voor het gemak bijgenomen. Vandaag lijken de Europese beurzen zich op te maken voor een vlakke opening, nadat de winsten op Wall Street maandagavond binnen de perken bleven.

We kijken deze week ook daarom erg uit naar de centrale banken. De ECB komt deze week donderdag bijeen en zal naar verwachting niet morrelen aan de rente. Dat zou pas in juni ten vroegste moeten gebeuren, al wordt de kans op een eerste verlaging in mei al ingeschat op 76%. Koffiedik kijken, heet dat dan, omdat het startmoment vooral zal afhangen van de toekomstige inflatiedata.

Ook de centrale banken uit Canada en Noorwegen vergaderen deze week, al zullen die evenmin sleutelen aan de rente, terwijl de Turkse bank de beleidsrente dat waarschijnlijk wel zal doen. Een verhoging, welteverstaan, om de stijgende inflatie onder de knoet te krijgen. En ondanks druk om de rente te verlagen, sloeg de Chinese centrale bank gisteren een renteverlaging over, iets dat de Bank of Japan zonet ook deed.

Die behield de beleidsrente zoals verwacht op -0,1% en de 10-jaarsrente op zo’n 0%, terwijl ook de bovengrens van 1,0% voor de rente op langlopende staatsobligaties stabiel bleef. De inflatieverwachtingen voor 2024 daalden wel van 2,8% naar 2,4%.

De economische kalender focust vandaag vooral op de Amerikaanse sentimentsindexen uit Philadelphia en Richmond, beide voor januari, en op het Europese consumentenvertrouwen en een update van de zogeheten “Bank Lending Survey”.

Qua bedrijfsresultaten wordt het ondertussen zo’n beetje menens. Op de rol staan vooral Amerikaanse bedrijven zoals 3M, Baker Hughes, Dr Horton, General Electric, Halliburton, Intuitive Surgical, Johnson & Johnson, Netflix, Paccar, Procter & Gamble, Texas Instruments, Verizon Communications. Europa zet daar Ericsson, Logitech en TopDanmark tegenover, maar er staan er veel meer in de wachtrij.