
Mee met de markt: “Teleurstelling omdat China niet het gewenste cadeau gaf”
Uit het departement: "Beursblik in een notendop"

De beursdag stond gisteren in het teken van een eerder bescheiden Chinese renteverlaging. Dat woog op het beleggerssentiment, zodat Europese en Amerikaanse aandelen tussen 0,5% en 0,75% lager afsloten. De Chinese centrale bank injecteert met zo’n muizenstap immers niet de verhoopte massa extra zuurstof, zodat de Grote Wereldlocomotief riskeert verder aan te modderen. .

Sectorbewegingen
Op sectorniveau woog dat vooral op de mijnbouwers en de luxeaandelen, wiens winst- en verliesrekening rechtstreeks verbonden is met de hoeveelheid serotonine en dopamine in de Chinese economie. Zelfde verhaal voor de chemie-aandelen, waar het Duitse Lanxess door een knoert van een winstwaarschuwing 15,4% minder waard werd op de beurs. De vraag hapert omdat omdat klanten hun voorraden bleven afbouwen. En dat proces zal meer dan waarschijnlijk niet beperkt blijven tot Lanxess alleen, maar ook in de hele sector voelbaar zijn. En in andere sectoren. De defensieve sectoren zoals de nutsbedrijven en de farmasector boden wel wat weerwerk, maar duidelijk niet voldoende om op nettobasis een positief slot te realiseren.
VK
Geografisch ligt de focus vandaag en morgen op het VK. Het land ondergaat recent een duidelijke stijging van onder meer de hypotheekrentes, omdat de inflatiedruk er zicht- en voelbaar aanwezig blijft. Vandaag staat een erg belangrijke update van de inflatiecijfers op het menu, terwijl de beleidsvergadering van de Bank of England voor morgen ingepland is.
Fed
Daaraan geflankeerd wordt gewacht op extra informatie van Fed-topman Powell, die woensdag en donderdag aanwijzingen gaat geven over de monetaire beleidsvooruitzichten voor 's werelds grootste economie. Vraag is of de beleidsrente écht weer zal stijgen in juli en zal pieken tussen 5,5% en 5,75%, zoals verwacht? De 10-jaarsrente stabiliseerde in de VS op 3,76%, tegenover een licht hogere 2-jaarsrente van 4,74%. Zelfde scenario in Duitsland, met een stabiele 10-jaarsrente (2,45%) en een hogere 2-jaarsrente (3,15%).
Ook Azië worstelde met het gebrek aan enthousiasme vanuit de Chinese centrale bank. De Chinese beurs werd 1% lager gezet, terwijl Japan er wel 0,5% bijkreeg. Bij de dalers vinden we ook hier de technologie-aandelen terug. De Hang Seng Tech index noteert bijvoorbeled 2,3% lager. Dat Japan een uitzondering is, wordt verklaard door een enquête waaruit bleek dat het moreel bij grote Japanse fabrikanten in juni verder toenam om zo voor de tweede maand op rij positief te blijven. Omdat de Japanse bank tegen wil en dank het monetaire beleid erg soepel houdt, zette de Japanse yen de daling die we de voorbije weken ingezet zagen onverminderd voort ($1 = ¥141.80). De euro stabilseerde zich ten opzichte van de dollar (€1 = $1,0916).
xx