Mee met de markt: "Terug naar de realiteit"

De forse remonte op Wall Street van donderdag bleek een dag later een maat voor niks geweest te zijn. Beleggers werden een dag later wakker met de overtuiging dat inflatiezorgen nog steeds dezelfde zijn en dat de Amerikaanse, en bij uitbreiding ook andere centrale bankiers, de rente zullen blijven verhogen. Uit het rapport van de Universiteit van Michigan, dat traditioneel wel wat voor marktbeweging kan betekenen, bleek dat de Amerikaanse inflatieverwachtingen voor het eerst in zeven maanden zijn gestegen. Een en ander vertaalde zich op sectorniveau in een daling van de rentegevoelige tech-aandelen (-2,5%), terwijl energieaandelen (-3%) de rekening gepresenteerd kregen van de lagere olieprijs. Ondertussen is op Wall Street het kwartaalcijferseizoen in volle glorie aangekomen, met onder meer de cijfers van JP Morgan, Citigroup en Wells Fargo. De winstcijfers waren zoals verwacht lager, maar ook beter dan verwacht. Enkel zakenbank Morgan Stanley haalde de lat niet. 

Op de Europese markten was vrijdag wel nog ruimte voor winst en dat was deels te danken aan de berichten uit het VK. Het begon met het nieuws over kanselier Kwarteng die op de laatste vlucht van Washington DC naar Londen sprong om de laan uitgestuurd te worden. Premier Truss stelde op haar beurt enkele wijzigingen in de begroting voor, in een poging om het zwaar gekneusde vertrouwen van investeerders in Engeland te herstellen. Tegen die tumultueuze achtergrond bleef de Bank of England bij haar voornemen om het tijdelijke programma voor de aankoop van obligaties te beëindigen. Afwachten hoe de Britse overheidsobligaties het vandaag zonder steunwieltjes gaan doen. En ondertussen wordt ook druk gespeculeerd over de houdbaarheidsdatum van Truss. Volgens Britse media zal nog deze week een opvolger aangeduid worden.

In de Aziatische handel gaat het pond vanmorgen 0,9% hoger (1,12 dollar), een indicatie van de hoop dat Truss nog meer van de vermaledijde belastingverlagingen zal terugschroeven. Tegenover de BBC verklaarde nieuwe minister van Financiën, Jeremy Hunt, alvast dat niets "van tafel was" als het ging om het eventueel opgeven van de geplande maatregelen. Nog op de wisselmarkten steeg de euro licht ten opzichte van de dollar (€1 = $0,9739).

Over naar China waar het voorbije weekend het partijcongres van de Communistische partij werd geopend door president Xi. Algemeen wordt aangenomen dat die na afloop van het congres op een nieuwe termijn kan rekenen. Tegenvaller voor de markten was het echter dat de man duidelijk niet van plan is om af te wijken van het zero-Covidbeleid en daarmee nog meer logistieke spanningen in het verschiet laat. Xi gaf ook geen nieuwe stimulansen voor de geplaagde vastgoedsector. Ondertussen liet de People's Bank of China haar middellangetermijnrente ongewijzigd. Morgen gaat China ongetwijfeld weer met flink wat aandacht lopen, wanneer de BBP-cijfers voor het derde kwartaal worden bekendgemaakt. Na een daling met 2,6% een kwartaal eerder, midscheeps getroffen door de lockdowns, wordt op een groei van 3,4% gerekend. 

Nog op de macro-kalender is het morgen ook uitkijken naar de Duitse ZEW-sentimentsindicator en enkele speeches van Europese en Amerikaanse centrale bankiers. Maar het is toch de bedrijfskalender die met de meeste aandacht gaan lopen. Vandaag wordt het Amerikaanse bankenkwartet aangevuld met de cijfers van Bank of America, terwijl later deze week onder meer ook Tesla, Procter & Gamble en Netflix op de rol staan. In Europa is het vooral woensdag uitkijken naar de cijfers van ASML.