Mee met de markt: "100"
Uit het departement: "Beursblik in een notendop"
Wall Street reed gisteren een bescheiden bergrit na de publicatie van de resultaten van enkele Amerikaanse grootbanken. De cijfers over het tweede kwartaal stelden immers teleur en stuurden de aandelenmarkten in het openingsuur stevig lager, maar daarna was het tijd voor een remonte waardoor het verlies voor de S&P500 beperkt bleef tot 0,3%. De Nasdaq (-0,03%) sloot uiteindelijk bijna op hetzelfde niveau als een dag eerder en bij de Dow Jones ging er 0,4% af. De ommekeer kwam er na de sussende woorden van een Fed-bankier die de bezorgdheid over een renteverhoging met 100 basispunten wegnam. De Bank of Canada duwde daarentegen wel stevig door en hoopt met een verhoging van een vol procentpunt op een zachte landing aan te sturen.
Italie
De Amerikaanse aandelenmarkten deden het trouwens een stuk beter dan de Europese die voor de tweede dag op rij meer dan 1% verloren op de aangewakkerde recessievrees na de tegenvallende Amerikaanse inflatiecijfers. Voor de Italiaanse beurs kwam daar nog wat politieke onrust bovenop, wat de MIB-index uiteindelijk 3,4% kostte. Die laatste zorgde er onder meer voor dat het verschil tussen de Duitse en Italiaanse langetermijnrente is geklommen naar 16 basispunten. De Europese Commissie heeft donderdag haar prognoses voor de economische groei in de eurozone voor dit en volgend jaar overigens verlaagd en haar ramingen voor de inflatie naar boven bijgesteld, vooral vanwege de gevolgen van de oorlog in Oekraïne.
Chinese bbp-cijfers
Geen prognoses, maar harde cijfers over de Chinese economie die in het tweede kwartaal sterk is gekrompen, wat de gevolgen van de COVID-lockdowns voor de bedrijvigheid duidelijk maakt. Het bbp is in het tweede kwartaal met 2,6% gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal. Op jaarbasis groeide het bbp in het kwartaal april-juni slechts met 0,4% en bleef daarmee achter bij de prognose van 1,0%. In de eerste helft van het jaar is het bbp met 2,5% gegroeid, ruim onder het streefcijfer van de regering van ongeveer 5,5% groei voor dit jaar. Het Chinese National Bureau of Statistics waarschuwde voor het toenemende "risico van stagflatie in de wereldeconomie" en het verkrappende monetaire beleid in het buitenland. In de eerste helft van het jaar groeide de economie met 2,5%. Peking mikt op een bbp-groei van ongeveer 5,5% dit jaar. Opstekertje in de macro-economische hoek waren de kleinhandelsverkopen die in juni een onverwachte stijging lieten zien van 3,1%, terwijl slechts op een vlakke evolutie was gerekend.
Olie en euro
Magere groeivooruitzichten en nieuwe lockdowns in China blijven ondertussen druk zetten op de olieprijs die tegen weekverliescijfers aankijkt. De Brent kost momenteel zo’n 100 dollar, nadat die eerder de 95 dollar aantikte. Op de wisselmarkten blijft de dollar ondertussen de koning. De euro zakte daarbij opnieuw even onder de pariteit, maar herstelde zich uiteindelijk tot 1,003 dollar.
Wat staat er vandaag op het menu?
Vandaag staat opnieuw een interessant item op de macro-kalender: de vertrouwensindicator van de Universiteit van Michigan. Midden juni zorgde de combinatie van onverwacht versnellende Amerikaanse inflatiecijfers en een forse toename van lange termijn inflatieverwachtingen in de consumentenpeiling van de Universiteit van Michigan voor een last-minute koerswijziging bij de Amerikaanse centrale bank. De Fed gooide haar gecommuniceerde plannen om de beleidsrente met 50 basispunten te verhogen overboord en opteerde om de rente met 75 basispunten op te trekken. Afwachten of 100 basispunten ook het nieuwe normaal zou kunnen worden.
In de resultatenhoek krijgt de bankenreeks in de VS een vervolg met onder meer Citigroup en Wells Fargo, terwijl in Europa TomTom de weg wijst naar het resultatenseizoen.