Komkommertijd… Of toch niet helemaal?

Uit het departement: “Spanningsopbouw en vakantiehandel”

Ook op de markt is het op het eerste gezicht nog even vakantie. Het economisch verhaal veranderde de voorbije maand amper en monetaire tenoren houden radiostilte. De Amerikaanse groei houdt beter stand dan de Europese. De inflatie koelt af maar de ‘last mile’ om de (onderliggende) inflatie tot 2% terug te brengen wordt lastig. Data-afhankelijkheid is het codewoord van de centrale bankiers. De dagbewegingen zijn niet altijd uitgesproken en de trend is niet rechtlijnig, maar ‘plots’ valt wel op hoe we voor een hele reeks marktvariabelen, vooral in de rentemarkt spreken over ‘het hoogste niveau sinds…’. Dat wijst eerder op spanningsopbouw dan op vakantiehandel.

Ter illustratie: de Amerikaanse 30-j rente bevond zich gisteren op het hoogste niveau sinds het voorjaar van 2011. De 10-j rente ging even boven de cyclische top van oktober vorig jaar (4.33%) tot een niveau laatst gezien eind 2007! Inflatie-geïndexeerde obligaties (looptijd 10-j) - het ijkpunt van het rente-universum – geven voor het eerst sinds begin 2009 een reëel basisrendement van meer dan 2%. Kortere Amerikaanse looptijden blijven net beneden de cyclische toppen, maar de 2-j rente lanceert een aanval op de 5% grens. In Europa blijven we op alle looptijden nog enkele basispunten beneden de cyclische toppen, maar ook hier is geen sprake van ‘richtingloze’ vakantiehandel. Op de wisselmarkt nadert vooral de yen historische niveaus. Voor een EUR/JPY koers boven 159 moeten we terug tot 2008. Door de sterke dollar vorig jaar, is de top van USD/JPY 151.95 (oktober 2022) nog even weg, maar de zone 145/150 was toen wel een voldoende reden voor de Japanse autoriteiten om terug te grijpen naar wisselkoersinterventies. De Japanse 10-j rente (0.66%) bevindt zich overigens op het hoogste niveau sinds begin 2014 nadat de Bank of Japan haar aankooppolitiek van overheidsobligaties eind vorige maand bijstuurde.

Deze ‘extreme’ marktkoersen zijn vooral een gevolg van de stijging van de Amerikaanse reële rente. Dit wordt zo goed als zeker de bepalende factor voor de marktbeweging in het najaar. Sinds de ECB en Fed-vergaderingen van juli verlegde het debat zich aanvankelijk naar de vraag of de cyclische rentepiek al bereikt is. Het antwoord is niet onbelangrijk, maar uiteindelijk niet de kern van het rentedebat. Nog belangrijker is de vraag hoe lang de rente hoog moet blijven om de inflatie echt terug te dringen. Als de Fed (en andere centrale banken) concluderen dat de ‘neutrale evenwichtsrente’ (aanzienlijk) hoger ligt dan gedacht na de grote financiële crisis, is dat de formele bevestiging dat we een nieuw monetair tijdperk zijn binnengestapt. In dat scenario is er dit najaar nog ruimte voor aanzienlijke bijsturing, op zowat alle markten. Lagarde en Powell spreken later deze week op het Fed-symposium in Jackson Hole. Eventuele hints over de (structurele) neutrale rente zijn minstens even belangrijke dan indicaties over de cyclische rentetop. Die cyclische component van het verhaal wordt morgen dan weer gestuurd door de PMI-vertrouwensindicatoren.

VS 10-j reële rente stijgt tot hoogste niveau sinds 2009