It's recession time in het VK
Uit het departement: “Moeilijke, maar noodzakelijke beleidskeuzes”
De donkere economische wolken die al een tijdje in de verte lonkten, arriveerden in het derde kwartaal op het Britse vasteland. De groei kromp er met 0,2% op kwartaalbasis, na een groei met slechts 0,2% het kwartaal daarvoor. Op jaarbasis is het Britse bbp nu nog slechts 2,4% groter dan in dezelfde periode voorheen, terwijl dat cijfer in het tweede kwartaal nog afklokte op 4,4%. Dat is weinig opbeurend en bovendien zijn de vooruitzichten allerminst rooskleurig. Wel lagen de groeicijfers boven de voorspellingen, want die mikte op een krimp met 0,5% op kwartaalbasis en een expansie met 2,1% op jaarbasis.
Particulieren geven er de brui aan
Recessie-alarm in het VK, vooral omdat de particuliere consumptie het vorig kwartaal liet afweten. Die brokkelde namelijk met 0,5% af ten opzichte van het tweede kwartaal. Overheidsuitgaven, bedrijfsinvesteringen en vooral netto-export beperkten dan weer de schade voor de economie. De Bank of England, de Britse centrale bank, vreesde eveneens voor een krimp van 0,5% en zat dus pal op de realiteit. Analisten hadden erger ver wacht, en slaakten daardoor een matige zucht van opluchting.
Toch bieden de cijfers maar een magere troost. Volgens diezelfde Bank of England markeert het voorbije kwartaal namelijk de start van een lange recessie die - afhankelijk van het niveau van de beleidsrente - kan duren tussen eind 2023 en halfweg 2024. De totale economische terugval loopt naar schatting op tussen 1,7% en bijna 3% van het post-pandemische niveau.
Dat het momentum verslechtert is overigens ook zichtbaar in de maandelijkse cijferreeks die op hetzelfde moment werd vrijgegeven. De maandelijkse bbp-groei in september stuikte 0,6% ineen. Vooral de dienstensector krijgt klappen. Dat is een rechtstreeks gevolg van de hoge inflatie die stevig de tanden in het gezinsbudget zet.
Pondperikelen
Het Britse pond profiteerde vrijdag nog van een zwakke dollar na de Amerikaanse inflatiecijfers een dag eerder (£1 = $1,183). Tegenover de euro (en de rest van de belangrijkste G10-munten) kon het “Pound Sterling” echter geen vuist maken: het muntpaar EUR/GBP sloot op 0,875, komende van 0,871. De Britse munt deed het de afgelopen weken trouwens niet eens zo slecht, dankzij de enorme beleidsbocht die genomen werd door de tandem Sunak-Hunt. Hunt’s fiscaal conservatief beleid (“iedereen zal meer belastingen moeten betalen”) herstelde een deel van het verloren gegane vertrouwen onder het duo Truss-Kwarteng.
Maar nu de recessie is ingezet, verschuift de aandacht van de markt mogelijks wat meer naar de economische gevolgen van die moeilijke, maar noodzakelijke beleidskeuzes. KCB blijft daarom structureel voorzichtig over de waarde van het Britse pond.