Geldhoeveelheid stagneert wereldwijd
Uit het departement: “Groei van geldhoeveelheid is een goede inflatievoorspeller”
De belangstelling voor cijfers rond de geldhoeveelheid was de voorbije decennia klein. Jaren van lage inflatie en groei ondergroeven hun voorspellende kracht. De inflatie-opstoot van de voorbije jaren bracht daar evenwel verandering in. Verscheidene economische studies tonen aan dat de groei van de geldhoeveelheid een goede inflatievoorspeller is in tijden van hoge inflatie, zoals nu. Recente cijfers in de VS en de EU suggereren een ommekeer.
M2 stagneert in de VS en daalt in de eurozone
Vorige week dinsdag publiceerde de VS haar geldhoeveelheidsdata. De brede geldhoeveelheid (M2) steeg er met een minimale 0,06% in juli. Dit laag cijfer was vooral te danken aan de daling van de monetaire basis met -1,6% (niet seizoens-gezuiverd) ten gevolge van de aanhoudende kwantitatieve verkrapping van de Fed. Ook het geld op spaar -en zichtrekeningen daalde ten voordele van termijnrekeningen en geldmarktfondsen. Als we op jaarbasis kijken, zien we dat de M2-cijfers zijn gedaald met 3,7%. Die daling is een scherp contrast met de buitensporige M2-stijgingen tijdens de Covid-periode. Die bedroeg respectievelijk 24,8% en 12,7% in 2020 en 2021, met de gekende inflatiespurt als gevolg.
Waar de geldhoeveelheid nog stagneerde in de VS, toonden cijfers maandag dat de geldhoeveelheid in de eurozone daalde. M2 zakt met 0,4% op maandbasis en 1,2% op jaarbasis. De afbouw van de balans van de ECB vormt de belangrijkste oorzaak van deze daling. Ook in de eurozone zien we een verschuiving van kortlopende naar langer lopende spaartegoeden. De M2-daling compenseert evenwel deels de hoge M2-stijgingen tijdens de pandemie van 11% en 7,1% in respectievelijk 2020 en 2021. De M2-groei sinds de pandemie was evenwel veel lager in de eurozone dan in de VS (zie grafiek)
Ook in andere ontwikkelde economieën was de groei van de brede geldhoeveelheid klein. In Japan groeide M2 met 0,08% in juli en met 2,4% op jaarbasis. In het VK toonden de juli-cijfers zelf een daling van 0.13% op maandbasis en met 1.5% op jaarbasis. China vaart tegen de trend in. M2-cijfers stegen met 10,7% ten opzichte van juli vorig jaar. Vraag blijft of dit voldoende zal zijn om de deflatoire spiraal in het land tegen te houden.
Goed nieuws voor centrale banken
De Westerse centrale banken zullen in ieder geval tevreden zijn met de laatste geldhoeveelheiddata. Ze tonen aan dat hun monetaire verkrapping het gewenste effect heeft en dat de inflatoire druk hoogstwaarschijnlijk verder zal verminderen. De data zijn evenwel niet bepalend voor de uitkomsten van de ECB- en Fed-beleidsvergaderingen van respectievelijk 14 en 20 september. Daarvoor kijken we meer in de richting van de Europese inflatiecijfers morgen en de Amerikaanse payrolls op vrijdag.