Farmasector: rots in een woelige macro-branding
Uit het departement: “Interview”
In woelige beurstijden is het voor beleggers vaak goed, of op zijn minst beter, toeven in de zogeheten defensievere sectoren. Binnen Healthcare is farma immers meer onderhevig aan bedrijfsspecifieke elementen dan aan macro-economische ontwikkelingen, terwijl dat minder het geval is voor Medtech-bedrijven en ziekenhuizen. Sectoranaliste Liesbeth Van Rompay geeft tekst en uitleg op basis van het voorbije kwartaalseizoen en de recente nieuwsflow. Bekijk hier de video:
Hoe heeft de farmasector het jongste kwartaalcijferseizoen doorstaan?
Liesbeth Van Rompay: Het eerste kwartaal was degelijk en werd zonder kleerscheuren doorgekomen. De verwachtingen werden overwegend geklopt en de prognoses bleven behouden. Onderliggend varieerde de kwaliteit van die beter dan verwachte prestatie soms wel wat. Denk aan Pfizer dat zijn prestatie met flink wat covid-gerelateerde producten wist te doperen. Uitblinker in Europa was dan weer Novo Nordisk die beter presteerde dan verwacht en meteen ook de verwachtingen verhoogde, gedragen door de diabetes en obesitas franchise.
Zitten er genoeg nieuwe medicijnen aan te komen?
Liesbeth Van Rompay: Absoluut. De fundamentals zijn immers nog steeds sterk. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de hoge innovatiegraad, en bijgevolg zijn de pijplijnen over het algemeen goed gevuld. Die zijn cruciaal voor farmabedrijven en in de marge van de kwartaalcijfers kregen we hier en daar ook nog wat goed nieuws op dat front. Een mooi voorbeeld daarvan is het nieuws dat Eli Lilly bracht over zijn diabetesmedicijn dat met succes ook bij obesitas werd getest. Het is een veelbelovende en immens grote markt waarop Novo Nordisk momenteel al aanwezig is. Ook zit er nog niet onmiddellijk veel patentverval aan te komen. Pas tegen 2028. Bovendien laten balansen nog ruimte genoeg om de pijplijnen via overnames aan te dikken. Recent deed Pfizer trouwens nog zijn grootste deal sinds 2016 door 12 miljard neer te tellen voor Biohaven, dat mogelijk een blockbuster in huis heeft voor de behandeling van migraine.
Is healthcare immuun voor de macro-economische strubbelingen?
Liesbeth Van Rompay: Binnen de sector geldt dat zeker voor farma, minder voor Medtech. Farma profiteert van een verhoogde macro-economische onzekerheid, terwijl ze bijvoorbeeld weinig of geen hinder ondervinden van de supply chain beperkingen waar veel andere bedrijven momenteel mee af te rekenen krijgen. Ook inflatie onder de vorm van hogere inputkosten is nauwelijks een issue. De impact is nauwelijks voelbaar omwille van de erg hoge marges. Grondstoftekorten spelen evenmin een rol, net zoals dat niet het geval was toen tijdens de pandemie alles op slot ging. Medtech-bedrijven en ziekenhuizen hebben wél meer last. Ze moeten afrekenen met een tekort aan personeel en hebben meer moeite met hogere grondstofkosten en de tekorten.
Farma blijft ook in een recessie meer gespaard door de onmisbaarheid van geneesmiddelen. Gezondheid is vaak het laatste waar op wordt bespaard. Bovendien genieten geneesmiddelen vaak van een terugbetalingssysteem, waardoor het out-of-pocket kleiner is dan bijvoorbeeld bij tandbehandelingen. De prijszetting voor geneesmiddelen blijft in recessies trouwens ook meestal buiten schot.
De discussie over de prijzen van de geneesmiddelen hangt traditioneel als een dreigende wolk boven de farmasector. Dat lijkt momenteel minder prangend?
Liesbeth Van Rompay: Daar zorgt onder meer ook de actualiteit natuurlijk wel iets voor, maar we kunnen zeggen dat uit die hoek vandaag weinig te vrezen valt. Zowel Biden als Trump maakten tijdens de verkiezingen opnieuw wat misbaar over de duurte van de geneesmiddelen, maar daar werd tot dusver uiteindelijk weinig of niets mee gedaan. En wanneer Biden zijn Democratische meerderheid in de Senaat tijdens de tussentijdse verkiezingen zou verliezen, iets wat niet onrealistisch is, lijken disruptieve prijszettingsinitiatieven op dit moment nog meer ondenkbaar.
Is er een impact van de oorlog in Oekraine op de farmasector?
Liesbeth Van Rompay: Op het niveau van de omzet hebben Oekraine en Rusland in elk geval een beperkte impact op de farmasector. Het conflict laat zich iets meer voelen op het niveau van de klinische testen. Er zijn nogal wat testcentra geimpacteerd waardoor de ontwikkeling bijvoorbeeld op het vlak van ms wat vertraging kan oplopen. Maar verder dan dat gaat het niet, zodat de sector zijn defensieve status al wat te gelde heeft kunnen maken. Niettemin is er nog steeds sprake van “groei aan een redelijke prijs”. De MSCI sectorindex voor de farmawaarden noteert vandaag bijvoorbeeld op zijn vijfjarig gemiddelde, terwijl de bedrijven een hoge ééncijferige groei kunnen voorleggen, gezonde balansen hebben en actief naar overnames aan het kijken zijn.
Welke bedrijven hebben nog potentieel?
Liesbeth Van Rompay: In Europa schuiven we AstraZeneca naar voor dat een bovengemiddelde groei kan voorleggen aan een aantrekkelijke prijs en bovendien één van de vooraanstaande spelers is op het veelbelovende domein van kankerbehandelingen.
Roche, een tweede Europese favoriet, moest die recent een tegenvaller incasseren op het vlak van zijn kankeronderzoek, maar heeft met zijn kandidaat-behandeling voor Alzheimer nog een belangrijk maar risicovol ijzer in het vuur.
Sanofi is onze derde Europese favoriet met een belangrijke franchise op het vlak van astma en eczeem, een sterk kostenbeparingsprogramma en het is bovendien niet duur gewaardeerd.
In de VS schuiven we Merck & Co naar voor dat met Keytruda een stevige troef in de strijd tegen kanker in handen heeft. Bovendien wordt nog wat M&A-activiteit uit die hoek verwacht.