Energietransitie: hond in het Europese inflatie-kegelspel

Uit het departement: “Duurzaamheid knabbelt zich een weg naar portefeuille”

Terwijl in de schoot van de Amerikaanse centrale bank alle neuzen in dezelfde richting lijken te staan voor een normalisering van het monetair beleid, is daarvan nog geen sprake binnen de ECB. De publicatie van de eerste schatting van de Europese inflatie vorige week vrijdag zette een en ander nog eens in de verf. Isabel Schnabel, het Duitse raadslid binnen het centrale beleidscomité van de ECB, zei dat de sterke stijging van de energieprijzen de ECB ertoe zou kunnen aanzetten niet langer naar de hoge inflatie te "kijken" en in te grijpen. Ze nam in haar betoog ook de energietransitie mee.

Europese inflatie op 5%

De Europese inflatie rondde de psychologische kaap van 5% (van 4,9%). De markt ging uit van een ‘technische correctie’ tot 4,7%. Het gewicht van de stijgende energieprijzen weegt uiteraard zwaar door in dit cijfer. De kerninflatie bleef stabiel op 2,6%. maar de meningen binnen de ECB over wat te doen, lopen uiteen. Ter herinnering: de ECB gaat uit van een inflatie van 3,2% in 2022, en van een kerninflatie van 1,9%.

De marktreactie bleef beperkt, ondanks het feit dat het debat over beleidsnormalisatie na de notulen van de Fed-decembervergadering in een stroomversnelling terecht was gekomen. De Europese rentes reageerden nog steeds met de handrem op. Investeerders blijven voorzichtig in het anticiperen op een wijziging in de ECB-verhaallijn over het tijdelijke karakter van de inflatie. Eerst zien dan geloven.

Energieprijzen

Het Duitse raadslid binnen het centrale beleidscomité van de ECB, Isabel Schnabel, deed het voorbije weekend echter enkele opvallende uitspraken. Tot nu toe verdedigde Schnabel vrij loyaal de analyse over het tijdelijke karakter van de inflatie. In een speech dit weekend ging ze echter iets dieper in op een scenario waarbij de ECB niet langer zomaar door de hogere energieprijzen kan ’doorkijken’ omdat ze een meer dan tijdelijke impact kunnen hebben op de algemene inflatieontwikkeling. Vooreerst blijft het risico dat aanhoudend hoge energieprijzen steeds meer worden doorgerekend in andere sectoren van de economie en de globale prijsdynamiek wijzigen. Voorlopig ziet Schnabel nog geen algemene “tweede-ronde-effecten”. Zo vindt ze de loondruk nog steeds relatief gematigd, maar het verdient scherpere opvolging. 

Energietransitie

Naast het mogelijk doorsijpelen van de huidige aanhoudend hoge energieprijzen, wijst Schnabel ook op het risico van een trendmatige stijging van energiekosten omwille van de vergroening/decarbonisatie van het energie-aanbod. Als die kosten blijven stijgen, kan dat de druk op het algemeen prijsniveau voor de consument bestendigen en dus bijdragen tot een hogere structurele inflatie die de ECB niet zonder meer als tijdelijk van de hand kan doen.

 Voorlopig spreekt Schnabel nog in de voorwaardelijke wijs. Toch kijken de economen van KBC uit of niet nog meer ECB-leden hun visie over tijdelijke inflatie bijstellen. De energieproblematiek is in dit verband een vrij specifiek probleem. Indien een gelijkaardig hypothetisch bijvoorbeeld ook zou opduiken over diensteninflatie, zou ook het debat over ECB-normalisatie in een versnelling kunnen komen.

De mening van KBC Economics

De inflatie blijft in alle geavanceerde economieën oplopen tot het hoogste peil in meerdere decennia. Tegen de achtergrond van de oplopende inflatie, tot het hoogste niveau in meerdere decennia in alle geavanceerde economieën, handhaafde KBC in de economische vooruitzichten van december de verwachting dat de inflatie zowel in de eurozone als in de VS in de loop van 2022 geleidelijk zal afkoelen. Naast de verwachte stabilisatie van de energieprijzen, steunt deze verwachting ook op wat verlichting van de flessenhalzen in de wereldwijde aanbodketens en een normalisatie van de consumptiepatronen. Ze erkennen daarbij niettemin het risico dat tweederonde-effecten de inflatie hoger kan houden. Al zijn er vooral in de eurozone vooralsnog weinig aanwijzingen dat de hoge inflatie hogere inflatieverwachtingen creëert en een loon-prijsspiraal in gang zet. Dat zou nodig zijn om de inflatiedruk te verankeren.

Kijkend naar de houding van de ECB verwacht KBC dat die haar beleidsrente in 2022 niet zal verhogen. Verwacht werd dat de ECB tijdens de komende beleidsvergadering in december aanvullende duiding zou geven bij het vermoeden dat haar noodprogramma van aankopen van financiële activa tijdens de pandemie (Pandemic Emergency Purchase Programme, PEPP) in maart 2022 zou aflopen. De sterke stijging van het aantal nieuwe covid-19-besmettingen in Europa, en vooral de toegenomen onzekerheid door het opduiken van de omikronvariant, doen echter vermoeden dat die duiding zal worden uitgesteld tot begin 2022.