
Een week met veel belangrijke data
Uit het departement: “Fed? Arbeidsmarktrapport? Dat, en veel meer”

De markten evolueerden de voorbije weken weer helemaal in de richting van een hoger voor langer rentescenario, zeker in de VS. In Europa is de ECB wel nog steeds op koers voor een renteverlaging in juni. Feit is dat de week bol staat van belangrijke data, met vandaag al nationale inflatiecijfers in België, Spanje en Duitsland. Later deze week volgt onder meer de Fed-vergadering en het Amerikaanse banenrapport.
Hoe concreet kan/wil Powell nog zijn over eventuele renteverlaging?
De markten evolueerden de voorbije weken weer helemaal in de richting van een hoger voor langer rentescenario, zeker in de VS. In Europa is de ECB wel nog steeds op koers voor een renteverlaging in juni. Toch sijpelt ook daar stilaan twijfel in over hoe fors de ECB verder kan versoepelen, gezien de interne economische ontwikkeling. Bovendien blijft het Fed-beleid een belangrijke parameter voor zowat alle centrale banken, ook de ECB, zelfs al willen Lagarde en co dat niet met zoveel zeggen.
Eerst even naar de data deze week. Vandaag krijgen we eerste nationale inflatiecijfers voor april in onder meer België, Spanje en Duitsland in de aanloop naar de eerste schatting van de EMU-inflatie morgen. Duitse inflatie voor april geniet nog steeds van een relatief ‘gemakkelijke’ vergelijksbasis/basiseffect vergeleken met vorig jaar. Daardoor kan een stevig verwachte maanddynamiek van 0.6% de stijging van de jaarinflatie waarschijnlijk toch nog beperken van 2.3% in maart tot 2.4% in april. Een gelijkaardige dynamiek wordt ook verwacht voor de EMU-inflatie morgen (0.6% M/M en 2.4% J/J). Kerninflatie kan zelfs nog verder afkoelen van 2.9%, tot 2.7%. Die nog steeds relatief gunstige jaar-op-jaar ontwikkeling laat de ECB toe om zich te houden aan het script van een eerste renteverlaging in juni. Met minder gunstige basiseffecten (en mogelijk opnieuw hogere inflatie) de volgende maanden, wordt het debat over vervolgactie waarschijnlijk heel wat moelijker.
Voor de VS is het beeld ondertussen duidelijk. De economie blijft veel sterker dan iedereen, inclusief die Fed, tot voor kort durfde hopen. Deze week krijgen we een uitgebreide gezondheidsupdate van de Amerikaanse economie met consumentenvertrouwen (di), het ADP-arbeidsmarktrapport over de private jobgroei, de JOLTS vacatures en het ISM-vertrouwen uit de verwerkende nijverheid (woe), data over de productiviteit en de arbeidskost (do) en traditioneel de payrolls op de eerste vrijdag van de nieuwe maand samen met het ISM-vertrouwen uit de dienstensector. Na de recente ontwikkeling is de marktreactiefunctie veranderd. De data moeten waarschijnlijk echt zwak zijn om de opwaartse rentetrend een halt toe te roepen.
Minstens even belangrijk als de data is de Fed-beleidsbeslissing woensdag. De Fed houdt de rente onveranderd op 5.25%/5.5%. De markten kijken echter met meer dan gemiddelde aandacht uit naar de visie van Powell en co over de recente ontwikkelingen. Tot voor kort was de inschatting van de Fed dat ze nog iets meer zekerheid nodig had dat inflatie op weg was naar 2% om de rente later dit jaar te verlagen. Die zekerheid nam recent niet toe maar af. Sommigen opperen nu zelfs dat de Fed door sinds eind vorig jaar monetaire versoepeling het vooruitzicht te stellen en de daarmee gepaard gaande daling van de marktrentes, de anti-inflatoire impact van haar beleid zelf heeft ondermijnd. Uitkijken of, en zo ja in welke mate de Fed-voorzitter, dat voortijdig signaal al of niet ongedaan wil maken. Ook interessant om te zien hoe de Fed-voorzitter antwoordt op vragen of de rente eventueel nog verder kan/moet worden verhoogd. De rentemarkten zowel in Europa als in de VS hebben er de voorbije weken al een stevige herprijzing opzitten. Toch gaan we er vanuit dat er voorlopig weinig reden is om tegen de opwaartse ‘rentecorrectie’ in te roeien.
Figuur - VS 2-rente: ‘higher for longer’ blijft de toon zetten.
Bron: Bloomberg