Een beurscorrectie om de 2,5 jaar is niet abnormaal, zelfs gezond
Uit het departement: “Bibbergeld moet af en toe ook daadwerkelijk verdiend worden”
Het is altijd een beetje gevaarlijk om te vroeg victorie te kraaien, maar het lijkt er op dat het ergste van de beurscorrectie van begin 2022 stilaan achter de rug is. En dan is het opvallend om alweer vast te stellen hoe heel wat “market watchers” verrast werden door de plotse marktbeweging. Beurscorrecties zijn immers van alle tijden.
22 correcties sinds 1967
Als we abstractie maken van de langdurige berenmarkten (zoals bijvoorbeeld tijdens de financiële crisis of recent nog in de eerste Covid-golf waarin de markten meer dan 20% onderuit gingen), dan tellen we sinds 1967 in totaal 22 correcties sinds 1967 waarin de Amerikaanse S&P500 index tussen 10 en 20% van zijn waarde verloor. Dat is er ééntje om de 2,5 jaar. Door de band genomen corrigeerde de aandelenmarkt met zo'n 13%, op basis van de mediaan beweging.
Tot zover de gelijkenissen. De weg naar het dieptepunt en weer terug naar boven is immers erg verschillend. Een “doorsnee” correctie telt 47 beursdagen en duurt dus ongeveer 2,5 maanden. Dat is de tijd die nodig is om de bodem te bereiken. Daarna doet de beurs er niet iets langer over om weer aan te sluiten met het niveau dat voor de correctie op de tabellen stond. Tel daarvoor zo’n 55 beursdagen, wat ongeveer 2,75 maanden is. Alles bij elkaar duurt een gemiddelde correctie dus iets meer dan 5 maanden.
Correcties sterven almaar sneller
De lengte van de op- en neergaande bewegingen ligt echter ook enorm ver uit mekaar. Zo had de correctie die startte in oktober 1983 liefst 180 beursdagen nodig om 14% lager tot zijn laagste peil te zinken. In januari 2018 had de markt slechts 9 beursdagen nodig om 10% lager te duiken, alvorens de weg naar omhoog kon worden genomen.
Minstens even veel diversiteit is er in de herstelfase. De correctie van september 1978 had 45 beursdagen nodig om 14% te duiken, maar het duurde liefst 179 dagen om weer op het startniveau te komen. Bliksemsnel ging het dan weer in de herfst van 1999 toen de S&P500 op 22 dagen een beurscorrectie van 12% goedmaakte. Alsof het nooit gebeurd was.
Als we het dieptepunt van de S&P in de correctie van 2022 laten starten op 27 januari, dan kunnen we besluiten dat 2022 werd ingezet met één van de snelste correcties uit de geschiedenis : -10% op 17 beursdagen. En ondertussen werd de weg naar boven bijzonder fors ingezet: op niet minder dan 3 beursdagen werd de helft van de beurscorrectie alweer weggewist.
Winst in 2022? Niet rechtlijnig in ieder geval
Het is duimen dat dit nog even kan doorgaan en dat 2022 alsnog een meer dan behoorlijk beursjaar kan worden, iets waar veel beleggers vorige week nog sterk aan twijfelden. KBC blijft alvast bij een scenario waarin positieve rendementen op de aandelenmarkten verwacht worden voor 2022, al zal dat wel niet van dezelfde grootteorde zijn dan de rendementen op de Europese en Amerikaanse beurzen van 15% à 30% uit 2020 en 2021.
Dat is hoopgevend, al mag u wel niet vergeten dat aandelenmarkten nooit in een rechte lijn naar boven bewegen. Occasionele correcties zijn gezond en horen nu eenmaal bij het spel.