De ene renteverhoging is de andere niet

Uit het departement: “Opinie”

Gisteren beslisten na de Fed, ook de Norges bank (NB), de Zwitserse centrale bank (SNB) en de Bank of England (BoE) over het rentebeleid. Alle drie verhoogden ze de rente zoals verwacht. De SNB, die maar één keer per kwartaal bijeen komt, had nog wat inhaalwerk en verhoogde met 50 bpn. De BoE en de Norges bank trokken de rente zoals verwacht op met 25 bpn. Toch was er een duidelijk verschil in inschatting over hoe het verder moet.

De SNB laat er geen twijfel over bestaan dat ze verdere stappen kan zetten als de inflatie niet snel terugkeert tot de 0-2% doelzone. Ook interessant: het communiqué was opvallend expliciet over de rol die een sterke frank heeft in het monetair transmissiemechanisme. De expliciete vermelding is waarschijnlijk geen toeval. Wie dacht dat de turbulentie rond Credit Suisse een reden kon zijn voor een zwakkere frank, krijgt een duidelijk signaal dat dit wordt ‘gecounterd’ door een tegenpartij met nog steeds ‘heel diepe zakken’/deviezenreserves. Een verzwakking van de frank boven pariteit werd alvast verworpen.

De Norges bank trok niet enkel de rente op tot 3%. Ze zette ook het verwachte toekomstig rentepad hoger. In december hield de NB nog rekening met een piek in de beleidsrente nabij 3%. Nu geeft ze aan dat de rente waarschijnlijk moet worden opgetrokken tot 3.5%. De economie doet het beter dan verwacht, de arbeidsmarkt blijft krap en de inflatie blijft mogelijk ook in 2025/26 nog steeds boven 2%! Zoals in Zweden, wordt ook voor de NB bank de zwakke kroon een variabele van belang in de monetaire vergelijking. Die kroon verstevigde gisteren van ruwweg EUR/NOK 11.35 tot 11.25. Mogelijk helpt het signaal van de NB om een bodem te leggen. Anderzijds behoort de NOK zelfs bij een eventuele rente van 3.5% natuurlijk nog niet tot de klas van de hoogrentende munten. Misschien moet de NB nog verder opschuiven om de kroon echt hogerop te helpen.

Vergeleken met de NB en de SNB, bevindt de BoE zich in het kamp van de ‘softies’. Na de onverwacht forse inflatie-opstoot in februari (10,4%) kon de BoE niet anders dan de rente verhogen met 25 bpn tot 4.25%. Die inflatie-opstoot werd opvallend vakkundig ‘weg geïnterpreteerd’. Ze is vooral gevolg van één wispelturige component in de inflatiekorf (kledij en schoenen). Anderzijds doet de diensteninflatie het volgens de BoE zelfs iets beter dan verhoopt. Ook de loonontwikkeling blijft binnen wat de BoE vooropstelde. Ondanks een iets gunstigere inschatting van de groei (nota bene voor een groot deel door bijkomende fiscale stimulus!) acht de BoE het zelfs mogelijk dat de inflatie de komende maanden iets sneller afkoelt dan verwacht. We vinden dit een merkwaardige conclusie na de recente inflatieopsprong. De BoE blijft bij haar analyse van februari dat ze de rente verder kan verhogen als de inflatie hardnekkiger blijft dan verwacht. Het wordt niet met zoveel woorden gezegd, maar ceteris paribus betekent dit ook dat de bank een pauze kan inlassen of zelfs de rentecyclus kan beëindigen als inflatie wel terugkeert tot het BoE-scenario. Vanmorgen wint het pond wat terrein na sterker dan verwachte kleinhandelsverkopen. Toch stelt dat ons niet echt gerust. Het anti-inflatie-engagement van Bailey en co is veel minder sterk dan dat van de ECB. EUR/GBP 0.8722 blijft waarschijnlijk een moeilijk te doorbeken steun voor EUR/GBP (GBP-weerstand). 

EUR/NOK: Zwakke kroon wordt factor van belang voor de NB.

Bron: Bloomberg