China: stand van zaken

De Chinese economie verraste in het eerste kwartaal met een seizoensgecorrigeerde groei van 1,6% op kwartaalbasis of 5,3% op jaarbasis. Daarmee heeft de overheid de weg vrijgemaakt om haar groeidoelstelling van 5% voor 2024 te halen. Maar het bereiken van het nominale groeicijfer zegt niet veel over de onderliggende gezondheid van de Chinese economie. De groei werd vooral ondersteund door een toename van de netto-export met 3,4% op jaarbasis, al daalde die in maart al weer met 3,8% op jaarbasis. Het momentum, zo dat er al was, is dus alweer aan het vertragen.

Bovendien weerspiegelt de kracht van China's exportgerichte productiesectoren ook de toegenomen steun van staatsbedrijven aan hightechindustrieën met een hogere toegevoegde waarde als onderdeel van China's langetermijndoelstelling van industriële modernisering. In maart 2024, bijvoorbeeld, stegen de investeringen in vaste activa door staatsbedrijven met 7,8% op jaarbasis, terwijl de particuliere investeringen met een magere 0,5% op jaarbasis stegen. 

Hoewel industriële modernisering een positieve ontwikkeling is om China weer in gang te zwengelen, leidt de toename van de industriële activiteit tot onevenwichten tussen vraag en aanbod op de binnenlandse markt en tot export aan lagere prijzen. En dat valt samen met een blijvend zwak consumentenvertrouwen in het land.

Het feit dat de EU de afgelopen maanden een aantal onderzoeken heeft geopend naar China's overheidssubsidiepraktijken om vast te stellen of overheidssteun de EU-industrieën, met name de groene industrieën, op oneerlijke wijze onderbiedt, laat zien dat China's handelspartners zich mogelijk gaan verzetten tegen China's exportvoorsprong. Dit blijkt ook uit het plan van Trump om nieuwe tarieven in te stellen op Chinese goederen als hij in november opnieuw het presidentschap van de VS op zich neemt. China moet daarom nog steeds de binnenlandse vraag verbeteren als het land weer op een duurzaam sterk groeipad wil komen.

Dit wil niet zeggen dat de gegevens geen goed nieuws bevatten. Hoewel de groei van de particuliere investeringen zwak blijft, vooral in vergelijking met die van de staatsbedrijven, verbeterden ze in het eerste kwartaal van het jaar en werden ze positief nadat ze in het hele tweede kwartaal van 2023 waren gekrompen. 

De indicatoren voor het ondernemerssentiment zijn ook over het algemeen positief (boven de 50) en verbeteren voor zowel de verwerkende industrie als de dienstensector. En hoewel de sterke industriële productie in de voorgaande maanden misschien wat aan kracht verliest (krimp van -0,8% op maandbasis in maart), trokken de detailhandelsverkopen in maart aan tot 0,26% op maandbasis na een min of meer vlakke groei in januari en februari. 

Gelet op de sterker dan verwachte economische groei in het eerste kwartaal, heeft KBC de groeivooruitzichten voor 2024 verhoogd van 4,7% naar 5,1%. De verwachtingen voor de kwartaalgroei in de rest van 2024 werden echter licht neerwaarts bijgesteld, wat leidt tot een verlaging van de jaargroei in 2025 van 4,2% naar 4,0%. Ondertussen wijst de inflatie nog steeds op deflatoire druk in de economie, zodat de inflatie voor 2024 nu geschat wordt op 0,7%, tegenover een eerdere 0,5%.