c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

Beursgenoteerde bedrijven in de Tour

Uit het departement: “Wie betaalt de rekening?”

Na een Deense passage en een race tegen de klok, werd er ondertussen ook al gedokkerd in de Tour de France. Zo’n lightversie van de wielerklassieker Parijs-Roubaix was al voldoende om hoge kijkcijfers te garanderen. Of de heren wielrenners het er nu wel of niet mee eens zijn dat zo’n kasseiritje in een Tour de France past, is daardoor volstrekt ondergeschikt aan het feit dat een massa oogbollen net datgene zijn waar de sponsors op hopen. De Tourkaravaan brengt naast afgetrainde fietsbenen immers ook zakkenvol sponsors met zich mee. En net om die geldschieters is het familiebedrijf Amaury Sports Organisation (ASO) natuurlijk te doen.

Topsponsors uit Duitsland, België, Nederland en Frankijk

Sommige van de huidige sponsors in de karavaan zijn beursgenoteerd en die verdienen op een financieel getint nieuwskanaal natuurlijk ook wat aandacht.

• De voor Belgen meest bekende sponsor is de Belgische producent van pvc-ramen en deuren en kunststofprofielen Deceuninck. Die maakte afgelopen jaar nog een opmerkelijke switch door te vertrekken als sponsor van Quick Step-Alpha Vinyl, het team van Patrick Lefèvre, in ruil voor een vierjarige deal met de ploeg van golden boy Mathieu van der Poel en het Plantur–Pura vrouwenteam. Eén en ander leidde tot een naamsverandering van Alpecin-Fenix naar Alpecin-Deceuninck. Aan goede voornemens geen gebrek, maar de benen van Mathieu blijken vooralsnog geen inspiratie te halen uit de nieuwe sponsor.
• De Franse vlaggendrager TotalEnergies zet dan weer met graagte in op de clown van het peloton, Peter “De Grote” Sagan. Die lijkt eindelijk terug te zijn van nooit echt helemaal weggeweest. De man is op jacht naar zijn achtste groene trui en dus maakte die recent een transfer naar TotalEnergies. Als onderdeel van de die transfer werd gegrapt dat hij van hoofdsponsor TotalEnergies elke ochtend een vers glas Excellium moet drinken.
• Uit Nederland plukken we shirtsponsor DSM, het speciaalchemieconcern waarvan het niet zeker is dat het als sponsor nog in het peloton zal rondrijden. DSM verkoopt immers een deel van zijn activiteiten terwijl het overblijvende deel van DSM zal fusioneren met de Zwitserse Firmenich-groep. Maar dat de renners van Team DSM in 2022 worst wezen: Romain Bardet, Alberto Dainese, John Degenkolb, Nils Eekhoff, Chris Hamilton, Andreas Leknessund, Martijn Tusveld en Kevin Vermaerke hebben de taak op truien, zeges en oogbollen te scoren.
• In Duitsland speelt Volkswagen zich al jaren in de kijker als grote sponsor. Het maakt immers al sinds 2004 deel uit van de Tourkaravaan. Als onderdeel van dat contract stelt Skoda meer dan 250 auto’s ter beschikking voor de organisatie en wedstrijdleiding. De rode ‘commandowagen’ van Tour-baas Christian Prudhomme is voor het derde jaar de volledig elektrische wagen Skoda Enyaq iV. Of dat de reden is dat de Tour sinds 2019 geen ritten meer inlast die langer dan 400 kilometer is niet zeker, maar het is wel goed meegenomen. Misschien dat er volgend jaar, nadat dochteronderneming Porsche op de beurs zal noteren, een nieuwe wagen kan worden gebruikt?

Welke budgetten en wat leveren die op?

Dit jaar stonden er op vrijdag 1 juli 22 ploegen aan de start in het Deense Kopenhagen, waaronder 6 die onder de Franse vlag trappen: Groupama-FDJ, Cofidis, B&B Hotels KTM, AG2R-Citroën, Arkéa-Samsic en TotalEnergies. Lang niet iedereen beschikt over dezelfde personele of financiële middelen en ook daardoor lang niet over dezelfde sportieve ambities.

Het grootste budget staat op naam van de Ineos Grenadiers: 46 miljoen euro. De ploeg al enkele jaren de dominante ploeg, en dat beperkt zich lang niet enkel tot wielrenner. Ook zeilen, voetbal en atletiek zijn enkele van de favoriete terreinen, maar de hoogste ogen werden behaald met de trappers: Bradley Wiggins (2012), Christopher Froome (2013, 2015, 2016 en 2017), Geraint Thomas (2018) en Egan Bernal (2019) stonden allen op het hoogste schavotje.

Dat enkele teamleden tot de best betaalde renners ter wereld hoeft dan ook niet te verbazen. Maar op basis van een rapport van het Italiaanse sportfinancieringsbedrijf Calcio e Finanza gaat de gouden loonmedaille in het peloton naar Tadej Pogačar, die in ruil voor een geschatte 6 miljoen euro per jaar het snot uit de neus rijdt voor Team UAE Emirates. Dat zou van de man de best betaalde wielrenner van de hele sport maken.

Afhankelijk van de gulheid van de sponsor, en diens ambities, wordt het ploegbudget bepaald. Naast Ineos beschikken Jumbo-Visma (25 miljoen euro), UAE Team Emirates (35 miljoen euro) en Citroën AG2R (23 miljoen euro) over de meeste centen. In totaal benaderen de budgetten van de 22 ploegen zo’n 400 miljoen euro. Dat is gemiddeld bijna 18 miljoen euro per ploeg.

Maar de ploegen zelf verdienen geen geld; ze maken geen winst. De mensen die betrokken zijn in het team krijgen natuurlijk wel hun salaris. Zelfs een Pro Tour licentie heeft niet erg veel waarde, aangezien die periodiek moet worden vernieuwd. De verdienste komt dus helemaal aan de renners zelf toe, en aan de sponsors. Die laatste hoopt natuurlijk op een exponentiële stijging van de merkbekendheid, waardoor bestaande klanten meer afnemen en nieuwe klanten aanhaken. Of die investering op het einde van de rit zijn geld waard is geweest, zal ons een beetje worst wezen. Zolang Wout Van Aert maar geel pakt.