België: flirten met een (technische) recessie
Uit het departement: “Mild en lang, eerder dan fel en kort”
KBC handhaaft de verwachting dat het bbp met bijna 0,2% kan krimpen in het vierde kwartaal, gevolgd door een groei op of dichtbij nul in de eerste twee kwartalen van 2023. Daarin kan de maandelijkse inflatie geleidelijk dalen tot een niveau dat alweer wat werd opgetrokken. KBC mikt nu op 10,9% in 2022 en 6,2% in 2023. Het tekort (-6%) en de schuld (108,4% van het bbp) zal dus hoger liggen dan eerst gewacht.
Economische Vooruitzichten België
Volgens de voorlopige raming van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) daalde het Belgische bbp in het derde kwartaal met 0,10% tegenover het voorgaande. De lichte krimp van de Belgische economie lag in de lijn van onze verwachting (-0,15%) en volgde op een naar boven bijgestelde groei van 0,54% in het tweede kwartaal (tegenover slechts 0,19% eerder gepubliceerd door het INR). Het is opmerkelijk dat een langere reeks kwartaalgroeicijfers werd herzien. Daarbij blijkt de jaarkrimp van het reële bbp in 2020 kleiner (-5,4%) te zijn geweest dan eerder gedacht (-5,7%), terwijl de bbp-groei in 2021 marginaal werd bijgesteld van 6,2% naar 6,1%. Volgens de herziene cijfers is de Belgische economie in de periode Q1 2021 - Q2 2022 met 0,85% extra gegroeid ten opzichte van de eerder bekendgemaakte cijfers. Dit alles betekent dat de terugval van de Belgische economie als gevolg van de pandemie wat minder ernstig is geweest en het daaropvolgende herstel sterker dan tot dusver werd gedacht.
Het Belgische cijfer voor het derde kwartaal (-0,1%) was slechter dan dat van de eurozone (0,2%). De belangrijkste reden voor het verschil in groei is de relatieve prestatie van de Belgische industrie. Uit de eerste raming van het INR blijkt dat de toegevoegde waarde in de industrie in het derde kwartaal sterk is gekrompen, namelijk met 0,7%. Dat is in overeenstemming met het neerwaartse pad van de maandelijkse industriëleproductiecijfers en de kwartaalcijfers inzake capaciteitsbezetting in de sector (zie figuur BE1). De krimp in de industriële activiteit is deels terug te voeren op de farmaceutische sector, waar de productie van coronavaccins sinds begin dit jaar is afgenomen. Ook kent België veel energie-intensieve bedrijven, onder meer in de metaalsector, die relatief hard door de huidige crisis worden getroffen. De activiteit in de bouwsector groeide in het derde kwartaal nog met 0,3%, wat vergelijkbaar is met het vorige kwartaal, maar in de dienstensector vertraagde de groei van de toegevoegde waarde tot 0,1%.
Gegevens over de deelcomponenten van de derdekwartaalgroei zijn nog niet beschikbaar. Zowel de particuliere consumptie als de netto-uitvoer wogen allicht op de groei. Het consumentenvertrouwen stabiliseerde zich in oktober op een historisch laag niveau, terwijl het ondernemersvertrouwen, zoals weergegeven door de NBB-indicator, verder afnam. Het valt vooral op dat de uitvoerbestellingen sinds augustus aanzienlijk zijn gedaald. Exportgerichte bedrijven lijken een klap te krijgen, nu de doorberekening van de hogere energie- en loonkosten in de verkoopprijzen hun concurrentiepositie verslechtert. Uit de industriële vertrouwensindicator van de Europese Commissie blijkt voorts dat de bedrijven in toenemende mate met een vraagtekort worden geconfronteerd, terwijl ook een gebrek aan uitrusting en arbeidskrachten de productie, hoewel in afnemende mate, nog altijd sterk beperkt.
In recessie
De negatieve groei in het derde kwartaal bevestigt ons scenario dat de Belgische economie in een milde technische recessie is beland. Wij handhaven onze verwachting van een nieuwe bbp-krimp, ten belope van bijna -0,2%, in het vierde kwartaal, gevolgd door een groei op of dichtbij nul in de eerste twee kwartalen van 2023. Voor het jaar 2022 als geheel hebben we onze raming voor de reële bbp-groei wel aanzienlijk opgetrokken, van 2,3% naar 2,9%. De aanpassing is volledig toe te schrijven aan de herzieningen van de bbp-cijfers uit het verleden, met name een groter overloopeffect van 2021 naar 2022 (2,0 in plaats van 1,8 procentpunten) en een hoger dan eerder verwachte groei in het eerste en vooral tweede kwartaal. Onze groeiprognose voor 2023 blijft ongewijzigd op 0,2%.
De Belgische inflatie verraste opnieuw opwaarts en steeg in oktober verder tot respectievelijk 12,3% (CPI) en 13,1% (HICP). De inflatie bleef zich bovendien verbreden. Bijna een op de drie goederen en diensten in de consumentenkorf heeft nu een inflatie van 9% of meer (zie figuur BE2). Voeding is na energie de grootste veroorzaker van de hoge inflatie geworden (zie onze KBC Economische Toelichting van begin november voor een meer diepgaande analyse). Wij blijven uitgaan van een vertraging van de maandelijkse inflatiecijfers in de loop van 2023, maar hebben de jaargemiddelde inflatie voor zowel 2022 als 2023 opnieuw opgetrokken. Wij gaan nu uit van een gemiddelde inflatie van 10,9% in 2022 en 6,2% in 2023. De reden hiervoor is de opwaartse verrassing in oktober, waardoor ook het overloopeffect naar 2023 groter is dan eerder werd verwacht
Uit het ontwerpbegrotingsplan voor 2023, dat midden oktober bij de Europese Commissie werd ingediend, blijkt dat het tekort en de schuldgraad van de Belgische overheid hoger zullen uitvallen dan eerder was voorzien, dit vooral als gevolg van extra uitgaven om de energiecrisis te bestrijden. Veel van deze uitgaven zijn bedoeld om huishoudens en bedrijven te beschermen tegen de gestegen energiekosten, maar ook andere posten, zoals de hulp aan Oekraïense vluchtelingen, de wederopbouw na de overstromingen van 2021 en resterende Covid-19-gerelateerde maatregelen, vergroten het tekort. De overheid verwacht dat het tekort en de schuldgraad in 2023 respectievelijk -5,8% en 108,2% van het bbp zullen bedragen, komende van -5,2% en 105,3% van het bbp in 2022. Aangezien onze prognose voor de bbp-groei in 2023 (0,2%) lager ligt dan die van het Federaal Planbureau (0,5%), die aan de basis ligt van het begrotingsplan, ziet KBC Economics het tekort en de schuld in 2023 nog iets hoger uitkomen op respectievelijk -6,0% en 108,4% van het bbp. Daarmee blijft het begrotingstekort van België in 2023 een van de grootste onder de eurolanden.