Yen blijft een vallend mes
Uit het departement: “Te defensief”
De yen is aan een moeilijke rit bezig. Aan 155 noteert EUR/JPY op het hoogste niveau sinds 2008. Vergeleken met begin dit jaar loopt het verlies op tot meer dan 10%. De Japanse munt wordt in de lijst van courant verhandelde munten geflankeerd door de Noorse kroon en de Zuid-Afrikaanse rand. De Argentijnse peso, Turkse lira en Russische roebel doen nog slechter.
De yen heeft zijn twee klassieke drijfveren al een tijd tegen: het risicosentiment en het renteverschil met de kernlanden. Ondanks de renteverhogingen wereldwijd houden risicoactiva goed stand. We nemen hierbij akte van het feit dat de reële rentes (10-j VS 1.5%, 10-j Duitsl. 0.15%) relatief laag blijven. Een mogelijke uitleg is dat centrale banken op termijn tevreden zijn met inflatie ergens tussen 2% en 3%. Afgezien van de financiële turbulentie in maart werd dit jaar nog nauwelijks beroep gedaan op de veilige haven status. Integendeel, het milde risicosentiment gaat samen met een oplopend rentenadeel.
Ook onder nieuwe voorzitter Ueda blijft de Bank of Japan (BoJ) de laatste der Mohikanen om het ultrasoepele, stimulerende beleid te verdedigen in het geloof dat de inflatieopstoot tijdelijk is. Kerninflatie (zonder verse voeding) liep op tot 3.4%, maar zoals veel andere collega’s twee jaar geleden, gaat de BoJ er in haar laatste voorspelling (april) van uit dat inflatie vanzelf terugkeert beneden 2% (1.6% in 2025). De BoJ hield de korte rente vorige week dan ook op -0.1%. Voor de 10-j (overheidsobligatie)rente streeft ze nog steeds naar een 0% rente met een toegelaten afwijking van 0.5%-punt. Om die rente niet te overschrijden koopt de BoJ ‘onbeperkt’ overheidsobligaties op. In december verhoogde de BoJ de tolerantieband verrassend van 0.25%-punt tot 0.5%-punt. Sommigen zagen het als de start van normalisatie, maar de actie kwam er toch vooral om de liquiditeit in de markt voor overheidsobligaties te verbeteren. Ueda kondigde wel een evaluatie aan van het beleid van de voorbije decennia. Het kan tot anderhalf jaar duren voor die is afgerond. Geen beleidswijzingen op korte termijn dus? Toch niet helemaal uit te sluiten. We hebben het gevoel dat ook de BoJ op weg is naar een meer data-afhankelijke aanpak. We kijken dan ook met meer dan gemiddelde aandacht naar de nieuwe vooruitzichten in juli.
Een echte wijzing van het beleid (bv. optrekken van de interventierente voor obligatieaankopen) zou zowel op de rentemarkt voor een schok zorgen als de yen een stevige por in de rug geven. Eind vorig jaar viel USD/JPY ongeveer 10 yen in de weken na de aanpassing. Voorlopig nestelde de markt zich wel opnieuw in een ‘eerst zien en dan geloven’ houding. Ter illustratie: aan 0.38% blijft de 10-j rente vlot beneden de 0.50%-bovenband. Niet echt een anticipatie op een grote wijziging. Voor de yen betekent dit dat opwaartse correcties in de eerste plaats moeten komen van opstootjes in risicoaversie. In tijden van relatieve rust blijft de yen waarschijnlijk in het defensief. Het ministerie van Financiën, verantwoordelijk voor de wisselkoerspolitiek, liet recent wel opnieuw horen de situatie in het oog te houden. De waardering van de munt moet in lijn zijn met de fundamenten. Voor echte harde interventies is het te vroeg (USD/JPY 150 vs 142 nu?). Voorlopig blijft de boodschap: niet naar het vallend yen-mes grijpen tot er duidelijke tekenen van een beleidswijziging zijn.
EUR/JPY: Yen op zwakste niveau sinds financiële crisis (2008).
Bron: Bloomberg