
Coca-Cola: kwaliteit drijft altijd boven
Uit het departement: “Stand van zaken”

Wat een week, wat een maand. De financiële markten lieten zich de afgelopen tijd een eind gaan. Beurzen stonden onder druk, er voltrok zich een vlucht naar veilige havens – zowel op de obligatie- als de wisselmarkt – en grondstoffen werden bij het grof huisvuil gezet. Van de typische zomerse rust is er voorlopig weinig sprake. Tijd voor een stand van zaken.
We trappen af met de aandelenmarkten. Na nieuwe recordhoogtes in de Verenigde Staten kwam er midden juli klad in de zaak. Mindere bedrijfsresultaten van een tech-reus links en rechts zorgden voor een stevig vervolg deze week. De Nasdaq corrigeerde zo’n 8% lager, de S&P500 net geen 5%. De Europese sterindex EuroStoxx50 evolueert al sinds april in een neerwaartse handelsband. De onderkant van dit kanaal staat deze week onder grote druk.
Rentes in kernregio’s zoals de VS en Europa doken de diepte in. De Amerikaanse curve werd in de (lopende) maand juli per saldo minder invers met een rentedaling tot 33 basispunten aan het korte eind en 14 bpn op het ultralange stuk (30 jaar). Duitsland volgde van heel dichtbij. Het verschil tussen de 30- en 2-jarige rente werd in beide landen recent opnieuw positief; de eerste horde in de uiteindelijke terugkeer naar een normale, stijgende rentecurve.
Op de wisselmarkt was de Japanse yen de onbetwiste nummer één. De munt maakte een comeback, zij het van een bijna 40-jarig dieptepunt. USD/JPY kelderde van bijna 162 begin juli tot 154. Voor EUR/JPY ging het tijdens dezelfde periode van 175+ naar 167 nu. De JPY-beer in ons schrijft die beweging minstens evenveel (zo niet meer) toe aan de dollar en de euro als aan de yen. De klassieke drie – USD, EUR en GBP – beleefden in de vergelijking een vrij rustige maand. EUR/USD (1.085) was op weg naar dik 2% winst vooraleer de beurscorrectie dat ongeveer halveerde. EUR/GBP handhaafde zich in een enge handelsband tussen 0.84 en 0.85. Aan de andere kant van het spectrum liggen munten (t.o.v. de euro) zoals de Noorse (-4%) en Zweedse (-3.2%) kroon & de Australische (-3%), Nieuw-Zeelandse (-4.4%) en de Canadese dollar (-2.2%). Stuk voor stuk kleinere munten gevoelig voor (de combinatie van) het cyclisch gegeven, het risicosentiment en …
Grondstoffen. Gemeten van de juli-top tot -dal liepen de verliezen voor olie, ijzer en koper op tot vlot 5% en meer. Agrarische producten zoals tarwe en mais stabiliseerden in juli maar dat volgde op een crash van respectievelijk meer dan 20% en 10% de maand voordien. Goud krabbelde ondertussen lichtjes terug van het nieuwe record (net geen $2500) dat het midden juli zette.
De aanleiding voor die beweging is vermoedelijk een opstoot van recessievrees. De lange reeks van teleurstellende Amerikaanse cijfers (m.u.v. kw2-groeicijfers gisteren), de aanhoudende Chinese malaise en de weinig overtuigende Europese context eist zijn tol. Het idee rijmt met de zwakke beurzen en grondstoffen (vraagdaling). Dat vooral kleinere munten afzien terwijl gevestigde waarden zoals JPY en in mindere mate USD standhouden sluit daarbij aan. De rentebeweging op het korte eind van de curve duidt op groeiende verwachtingen rond het monetair beleid (renteverlagingen). Het lange eind gaat voorlopig mee lager omdat het de groeivertraging nog niet volledig in rekening bracht – wie durfde drie maand geleden het woord recessie in de mond nemen? De verwachting voor een economie die onder een minder restrictief monetair beleid opnieuw kan aantrekken legt op termijn wel een bodem onder die rentes op lange(re) looptijden.
Verschil (VS) tussen 30- en 2-jarige rente waagt zich nog eens in (nipt) positief gebied
