Riksbank haalt trukendoos boven

Uit het departement: “De kroon blijft weinig aantrekkelijk door een te lage reële rente”

Tot voor kort was de Zweedse kroon één van de kneusjes onder de munten van de ontwikkelde landen. Op de vooravond van de Riksbank-rentebeslissing van 21 september noteerde de kroon dicht tegen een nooit eerder gezien wisselkoers (€1 = SEK 12). De munt verloor in 2023 opnieuw meer dan 6% tegenover de euro, na 8£% verlies in 2022. Heeft de Riksbank het licht gezien? Wie weet, maar zeker is dat ze recent wel een joker inzette.

Tot voor kort was de Zweedse kroon één van de kneusjes onder de munten van de ontwikkelde landen. Op de vooravond van de Riksbank-rentebeslissing van 21 september noteerde de kroon binnen handbereik van de psychologische kaap van EUR/SEK 12, een historisch nooit geziene koers, zwakker dan tijdens de financiële crisis. De kroon verloor dit jaar opnieuw meer dan 6% tegen de euro. In 2022 leverde de munt ook al 8% in. Sinds die bewuste 21 september veerde de Zweedse munt ‘plots’ zo’n 3.5% op. Heeft de Riksbank het licht gezien? Treedt ze eindelijk doortastend op en geeft ze prioriteit aan inflatie? Niets is uitgesloten, maar de communicatie na de beleidsbeslissing was weinig verschillend van wat we ondertussen gewend waren. De Riksbank zette wel een joker in.

Eerst kort naar de fundamentele kant van het verhaal. Ondanks recent iets betere inflatiecijfers (CPIF, met vaste rentekost -0.1% m/m & 4.7% j/j; kerninflatie 7.2%) blijft de inflatie te hoog. Met het voorbeeld van de ECB voor ogen, verhoogde de Riksbank de rente met 25 bpn tot 4%. Ondanks een ondermaatse groei (-0.8% verwacht voor dit jaar en een verdere contractie (-0.1%)in 2024) blijft de CPIF-inflatie ook volgend jaar 2.5%. De onderliggende inflatie blijft zelfs kort bij 3%. Inflatie die ‘hopelijk’ pas tegen 2025 terugkeert richting 2% verplichtte de Riksbank om de deur open te houden voor een bijkomende verhoging. De centrale bank ziet de beleidsrente volgend jaar ‘gemiddeld’ op 4.1%. Een dubbeltje op z’n kant dus die eventueel bijkomende verhoging en niet echt het monetaire signaal om de kroon uit het slop te helpen. Die toonde in eerste instantie weinig enthousiasme.

Naast het monetaire verhaal, trok de Riksbank ook de doos van de financiële spitstechnologie open. In het kader van het beheer van haar deviezenreserves kan ze over een periode van 4 tot 6 maanden ongeveer een kwart van die reserves (€2 mld en $8mld) indekken om te voorkomen dat de waarde ervan daalt in geval van een (door de Riksbank verwacht/verhoopt) herstel van de kroon. De Riksbank benadrukt dat de operatie enkel een act van risicobeheer is en los staat van het monetair beleid. Het label wisselkoersinterventies wordt uiteraard helemaal niet vermeld. Toch is het niet zo gebruikelijk dat een centrale bank dit soort operatie op deze manier aankondigt en uitvoert.

Ook al krijgt de actie het label van risicobeheer, de effecten op korte termijn komen overeen met die van wisselkoersinterventies die Zweedse kronen uit de markt halen. Ze koopt grosso modo SEK 20 mld/maand. Ter vergelijking: de obligatieverkopen voor de afbouw van de balans in het kader van haar monetair beleid werden sinds vorige maand opgetrokken tot SEK 5 mld/maand. Toegegeven, we vergelijken appelen met citroenen, maar het zegt wel iets over de omvang van die technische operatie. De start zorgde er vorige week al voor dat een aantal SEK-shorts in de markt het wijselijk vonden om de posities wat af te bouwen. De SEK-aankopen van de Riksbank kunnen op korte termijn een bodem leggen voor de kroon. De top van EUR/SEK 12.00 lijkt even veilig. De aankopen lossen natuurlijk het probleem niet op dat de kroon voor externe investeerders weinig aantrekkelijk blijft door een te lage reële rente. Zeker als de rentes in de kernlanden lang hoog blijven (VS boven 5% tot eind volgend jaar), kan de kroon na het afronden van de aankopen opnieuw onder druk komen. EUR/SEK 11.40 is een eerst SEK-weerstand op de grafieken. 

EUR/SEK: kroon krijgt steun van RB ‘risicobeheer’

Bron: Bloomberg