Mee met de markt - maandag 24 januari
Uit het departement: "Beursblik in een notendop"
Oorlogstaal baart zorgen
De aandelenmarkten gingen de week uit met stevige verliezen, omwille van oorlogstaal omtrent het Oekraïense conflict. Dat leverde een nieuwe pandoering op voor risicodragende activa in zijn algemeenheid. Wall Street werd 1,8% lager gezet, Europa schoot er 1,6% bij in, terwijl vannacht enkel Japan (+0,14%) en China (-0,03%) zich kranig hielden. De Russische beurs werd 3,4% lager gezet, terwijl de Indiase beurs op een verlies van 1,5% noteert. De Amerikaanse dollar was een rots in de branding (€1 = €1,132), maar daar is dan ook zowat alles mee gezegd.
Rentevrees, oorlogstaal en inflatie
Technologie- en groeiaandelen behoorden zowat overal tot de slechtst presterende aandelen en sectoren, omdat de spanning tussen de VS en Rusland naar aanleiding van het geschil in Oekraïne toeneemt. Er wordt gedacht aan de evacuatie van de families van diplomaten uit Oekraïne, dan weet u voldoende. Op de achtergrond sluimert ook de Fed, want die vergadert dinsdag en woensdag en zal nadien duidelijkheid geven over de omvang en de timing van de eerste renteverhoging.
Dat boezemde de obligatiemarkten echter geen vrees in: de 10-jaarsrente in de VS daalde tot 1,76%, terwijl de Europese variant terugviel tot -0,06%. Niettemin geeft de recente stijging van de reële rente duidelijk aan dat de normalisering van het monetaire beleid ingezet is. Dat is nodig, want de bedrijfsswinsten in het vierde kwartaal tonen tot dusver duidelijk de impact aan van de hogere inflatie via stijgende loonkosten. De hogere inflatie en het strakkere monetaire beleid zullen later dit jaar leiden tot een trager groeimomentum.
Stabiele energieprijzen
Groeivrees was er duidelijk niet bij de energieaandelen, want de olieprijs (Brent) stabiliseerde vrijdag op een hoge 88,47 dollar per vat. Ook valt op dat de Europese gasprijzen ondanks de escalatie in Oekraïne netjes standhouden op 77,75 €/MWh, meer dan de helft onder de piekprijs, maar wel nog 293% boven het niveau van een jaar geleden. Dat er ondertussen een pak gastankers in de Europese havens binnenlopen en dat het in Blankenberge aangenamer overwinteren is dan in Torremolinos speelt natuurlijk ook een rol, maar toch ..
Consument en lonen
Dat brengt ons bij de consument. De Britse detailhandelsverkopen daalden in december met 3,7%, de grootste daling sinds januari vorig jaar, terwijl een daling van 0,6% was voorspeld. Dat is belangrijk, want de consument geldt traditioneel als buffervat voor de economische groei. In de VS kregen de federale agentschappen de opdracht om het minimumloon voor overheidspersoneel te verhogen naar 15 dollar per uur.
Dat heeft vooral een belangrijke symbolische betekenis, maar geeft net daarom ook aan dat de inflatie zijn tanden laat zien. Een recente enquête wees uit dat 60% van de S&P500-bedrijven aangaven dat inflatie en een tekort aan arbeidskrachten een negatief effect hebben op de bedrijfsresultaten. Tot dusver blijkt de Belgische consument nog niets aan vertrouwen te hebben ingeboet, zelfs integendeel. De indicator steeg in januari voor het eerst sinds oktober dankzij “betere economische verwachtingen”. Dat lijkt nogal contradictorisch, denkt u ook niet?
Wat mag u vandaag verwachten?
Vandaag staan er niet geweldig veel bedrijfsresultaten op het menu, afgezien dan van Philips, Brown & Brown, Halliburton en IBM. En ook voor een dividend kunt u enkel terecht bij JDE Peet's, Snam en Enel.
Véél belangrijker zijn de voorlopende macro-economische PMI-indicatoren voor de verwerkende nijverheid en de dienstensector (januari). Die cijfers komen van zowat overal ter wereld (VS, Japan, VK, EMU, Duitsland, Frankrijk) en gelden als erg betrouwbare vinger-aan-de-economische-pols: cijfers boven 50 geven aan dat de groei binnen zes maanden positief blijft, terwijl een cijfer onder die grens alarmbellen doet afgaan. En dat zou de aandelenmarkten vandaag natuurlijk niet verder helpen.