c warning
Er liep iets mis. De pagina is tijdelijk onbeschikbaar.

Aantrekkende Belgische groei, met langzame inflatiedaling

Uit het departement: “Update”

Economische Vooruitzichten België 

Volgens de flashraming van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) groeide het Belgische reële bbp in het eerste kwartaal van 2024 met 0,3% ten opzichte van het laatste kwartaal van 2023. Het groeicijfer lag in de lijn van wat wij hadden verwacht (0,25%). Ditmaal was de Belgische groei gelijk aan die in de eurozone, na drie eerdere kwartalen van groei boven die van de eurozone (zie figuur BE1). 

Er was een kentering inzake de groeibijdrage van de drie grote sectoren: de toegevoegde waarde in reële termen nam in de diensten minder sterk toe (+0,3% kwartaal-op-kwartaal) en daalde in de bouw (-0,2%), terwijl die in de industrie positief werd (+0,3%) (zie figuur BE2). Een gedetailleerde uitsplitsing van de Belgische groei in Q1 naar componenten is nog niet beschikbaar. Wellicht bleef de reële bbp-groei ondersteund door de particuliere consumptie, terwijl de investeringen in woongebouwen bleven afnemen. Als we de uitzonderlijke transacties (concreet: de buitenlandse verkoop van schepen) die de investeringen en de uitvoer in het vierde kwartaal van 2023 sterk hebben beïnvloed buiten beschouwing laten, heeft de groei van de bedrijfsinvesteringen waarschijnlijk zijn positieve groeipad voortgezet, terwijl ook de bijdrage van de netto-uitvoer aan de bbp-groei zou moeten zijn verbeterd.

Industrieel herstel

De reële bbp-groei voor heel 2023 werd door het INR licht naar beneden bijgesteld van 1,5% naar 1,4%. De toegevoegde waarde in de industrie daalde vorig jaar met 3,2% in volume, in plaats van de eerder gerapporteerde 3,1%, terwijl de positieve groei in de dienstensector uitkwam op 2,5%, in plaats van de eerder gerapporteerde 2,6%. De bouwsector noteerde een positieve groei van 1,9% in 2023 (ongewijzigd cijfer). De harde cijfers voor Q1 2024 en verschillende enquête-indicatoren wijzen erop dat het ergste in de industrie allicht achter de rug is. Met name de beoordeling van de uitvoerbestellingen verbeterde aanzienlijk in april, wat suggereert dat de recente uitbodeming van de wereldhandel de Belgische uitvoergroei begint te ondersteunen. Na een neerwaartse respectievelijk opwaartse trend sinds begin 2022 verbeterden ook de capaciteitsbezettingsgraad in de industrie en het aandeel bedrijven dat kampt met een onvoldoende vraag in het tweede kwartaal.

Het consumentenvertrouwen daalde licht in april. De aankondiging van het faillissement en de sluiting van verschillende bedrijven (onder meer busfabrikant Van Hool) bleef niet onopgemerkt bij consumenten, die zich veel meer zorgen maken over het verloop op de arbeidsmarkt de komende maanden. We moeten evenwel niet te bezorgd zijn over de Belgische arbeidsmarkt, want die blijft over het algemeen vrij veerkrachtig. De geharmoniseerde werkloosheidsgraad is sinds de zomer van 2022 stabiel gebleven op zo’n 5,5%. Bovendien lijken de werkgelegenheidsvooruitzichten van bedrijven, zoals gerapporteerd in de NBB-barometer, na de matiging in 2023, recent wat te verbeteren. Wij gaan uit van een aanhoudende werkgelegenheidsgroei, zij het dat die wel iets trager zal zijn dan in de drie voorgaande jaren. In ons scenario zal de Belgische economie naar verwachting gemiddeld 0,4% en 0,5% netto banen toevoegen in respectievelijk 2024 en 2025, tegenover 0,8% in 2023.

Ongewijzigd groei- en inflatiescenario

We hebben ons scenario voor de reële bbp-groei in België ongewijzigd gelaten. Met 1,2% voor zowel 2024 als 2025 liggen de groeivooruitzichten iets onder de voorjaarsprognose van de Europese Commissie die half mei werd gepubliceerd (respectievelijk 1,3% en 1,4%). Ons inflatievooruitzicht blijft op 3,8% voor 2024 en 2,1% voor 2025, wat iets lager is dan de jongste prognose van de Europese Commissie (respectievelijk 4,0% en 2,3%). In april steeg de Belgische HICP-inflatie sterk van 3,8% naar 4,9%. De inflatieopsprong was verwacht en wordt veroorzaakt door de energieprijsdynamiek en, meer specifiek, het verdwijnen uit de index van het neerwaartse effect van eerdere overheidsmaatregelen om de energierekening van de huishoudens te verlagen. De energieprijsdynamiek heeft ervoor gezorgd dat de Belgische HICP-inflatie ruim boven de inflatie in het eurogebied is uitgestegen, met liefst 2,5 procentpunten in april. Met 4,9% was de Belgische inflatie in april de hoogste van alle EU27-landen. Het goede nieuws is dat de Belgische kerninflatie (HICP exclusief energie en voeding) verder daalde, van 3,8% naar 3,5%.

In het vorige nummer van onze vooruitzichtenpublicatie berichtten we over de opleving van de Belgische woningprijzen in het laatste kwartaal van 2023 (+2,2% kwartaal-op-kwartaal volgens de geharmoniseerde Eurostat-index). Het INR publiceerde onlangs Q4-cijfers inzake het beschikbaar inkomen van de huishoudens, waardoor we onze modelraming van de mate van overwaardering van de Belgische woningmarkt konden updaten. Deze wiskundige benadering zoekt naar een evenwichtsrelatie op lange termijn tussen de woningprijzen en hun fundamentals. Naast het beschikbaar inkomen van de huishoudens omvatten deze laatste de hypotheekrente, de demografie (aantal huishoudens) en wijzigingen in de vastgoedfiscaliteit. De mate waarin het effectieve prijsverloop afwijkt van de door het model berekende evenwichtswaarde (d.i. de ‘foutenterm’ in de regressievergelijking) kan dan worden gezien als maatstaf voor de over- of onderwaardering. Aldus gekwantificeerd bedroeg de overwaardering 8,1% in Q4 2023, een stijging tegenover 7,2% in Q3 2023, maar wel ruim onder de piek van 15,6% in Q1 2022 (zie figuur BE3). De stijging van de overwaardering in het vierde kwartaal was vooral te wijten aan de hernieuwde woningprijsdynamiek aan het einde van het jaar, na de zachte landing in de voorgaande kwartalen.