2023 neemt enthousiaste start
Uit het departement: “Risico werd weer hip”
Risicovolle activa nemen het voortouw in januari 2023
De eerste maand van het nieuwe jaar zit er al op. Op de financiële markten waren het vooral de risicovolle activa die in januari (zeer) goed boerden. De Europese beursindex EuroStoxx50 sloot af met een winst van 9.75%. Het is de beste jaarstart sinds de geboorte van de sterindex in 1998. In de VS klom de S&P500 6.18% hoger. Voor de technologie-index Nasdaq loopt dat zelfs op tot bijna 11%. Cryptomunten kregen in 2022 een pandoering van jewelste. De bekendste onder hen, bitcoin, herstelde afgelopen maand met net geen 40%. Die opstoot van risico-appetijt vloeit onder andere voort uit de gedachte dat inflatie, hoewel nog altijd bijzonder hoog, op de terugweg is. De markt concludeert dat de monetaire handrem daardoor iets minder hard opgetrokken kan/zal worden. Dit verklaart mee de daling van de Amerikaanse en Duitse rentes over de volledige curve die zich in januari voltrok. In de VS gingen er grosso modo tussen de 20 en 40 bpn af. Voor Duitsland spreken we afgerond over 10 tot 30 bpn. Perifere kredietrisicopremies t.o.v. de Duitse tienjaarsrente slonken met +- 10 bpn in Spanje en Portugal en bijna het driedubbele voor Italië. Die premievernauwing materialiseerde zich niet alleen op soeverein niveau. Het gold ook voor bedrijven, zelfs die met een iets bedenkelijkere kredietwaardigheid. Op de wisselmarkt presteerde de euro sterk, vooral dankzij wegebbende energiekopzorgen, terwijl de dollar over het algemeen in het defensief bleef. EUR/USD klom voor een vierde maand op rij. In januari was dat met 1.5%. Toch volgden niet alle munten het klassieke risk-on patroon. Het pond behoort tot de categorie van kleinere, minder (dan de euro of dollar) liquide munten die doorgaans profiteren van een gunstig risicoklimaat. Toch was januari al bij al een onbesliste maand zonder richting. EUR/GBP sloot per saldo minder dan een half procent lager. Tegenover de zwakkere dollar klom sterling dan weer wel, met ongeveer 2%. De Centraal-Europese munten deden het met uitzondering van de Poolse zloty (-0.66%) goed tot zelfs zeer goed. De Hongaarse forint en de Tsjechische kroon wonnen respectievelijk 2.2 en 1.94%. De startpositie van de ene (CZK) was wel beduidend sterker dan die van de andere (HUF). De Scandinavische munten leverden dan weer een belabberde prestatie (NOK -2.85%, SEK -1.87%) terwijl Down Under de Australische dollar 2.2% won maar zijn kleinere Nieuw-Zeelandse broer de trein miste (NZD -0.4%).