Zonder beleidscoördinatie blijft Frans-Duitse as een strohalm

De verkiezing van Macron als Franse president, een jaar geleden, en de herverkiezing van Merkel als Duitse bondskanselier wakkerden de hoop aan dat de Frans-Duitse as opnieuw de motor van een sprong voorwaarts in de Europese integratie zou worden. Naast goede voornemens, kristalliseerde hun recente top evenwel ook verschillen in visie. Daarin is de uiteenlopende concurrentiekracht van beide landen herkenbaar. Een goede voedingsbodem voor hun Europese politieke ambities vergt dat beide politieke leiders in eigen land een beleid voeren dat hun economieën versterkt en in dezelfde richting stuurt. Zonder zo’n beleidscoördinatie blijft de Frans-Duitse as een strohalm.

Tijdens hun recente ontmoeting in Berlijn spraken President Macron en Bondskanselier Merkel af dat ze met een gezamenlijk voorstel voor onder meer de versterking van de eurozone naar de volgende Europese Top trekken. Er bleek echter ook dat beiden nog niet helemaal op dezelfde golflengte zitten. Macron pleit vooral voor een versterking van de financiële solidariteit. Merkel benadrukt dat solidariteit de concurrentiekracht niet mag ondermijnen en wil dat lidstaten voor hun eigen risico’s verantwoordelijk blijven. Erg uiteenlopend zijn beide opvattingen niet. Ze vertrekken van een gedeelde overtuiging dat de eurozone verder versterkt moet worden. Daarvoor is een vorm van meer “solidariteit” – in het economisch jargon: automatische stabilisatoren – inderdaad nodig. Maar die mag aan de nationale regeringen de prikkels niet ontnemen om de eigen economie concurrentieel te houden.

In de verschillen in klemtoon van beide politieke leiders is de uiteenlopende concurrentiekracht van hun economieën herkenbaar. Naast tal van kwalitatieve elementen zijn de loonkosten en de arbeidsproductiviteit daarvan een belangrijke maatstaf. Als de loonkosten sterker stijgen dan de arbeidsproductiviteit verslechtert de kostencompetitiviteit. Figuur 1 toont de ontwikkeling van de loonkosten per producteenheid, dat is de verhouding van de loonkostentot de productiviteitsontwikkeling, in Frankrijk en Duitsland sinds de invoering van de euro. Al vanaf het 2de jaar begon die uit elkaar te lopen. Terwijl in Duitsland de arbeidskosten per producteenheid aanvankelijk nagenoeg stabiel bleven en in 2005 2007 daalden, kenden ze in Frankrijk een steile opmars. Zo had Frankrijk aan de vooravond van de Grote Recessie een loonhandicap van ruim 18% tegenover Duitsland. Doorslaggevend waren de ingrijpende Duitse arbeidsmarkthervormingen met een verregaande flexibilisering en dalende loonkosten. Duitsland breidde daardoor zijn marktaandeel in de globaliserende internationale handel met 10% uit, terwijl Frankijk 20% marktaandeel verloor. Duitsland zette een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans van 1,5% van het bbp bij de eeuwwisseling om in een overschot van bijna 7% in 2007. In Frankrijk ontstond een klein tekort.

De Grote Recessie bracht de opmars van het Duitse loonkostenvoordeel tot stilstand. Door de grotere oriëntatie op buitenlandse markten werd de Duitse economie aanvankelijk zwaarder getroffen dan de Franse. Maar dankzij de sterkere oriëntatie op markten buiten Europa ondervond de groei van de Duitse economie nadien minder hinder van de double dip recessie in de eurozone dan de Franse. Dat zorgde voor een veel gematigder ontwikkeling van de loonkosten in Frankrijk. In Duitsland blijft die weliswaar ook nog altijd erg gematigd, maar ligt ze toch beduidend hoger dan in 1999-2007.

Hierdoor heeft Frankrijk in de voorbije jaren een stukje van zijn loonkostenhandicap tegenover Duitsland weggewerkt. Dat was voldoende om het verlies aan internationale marktaandelen te stoppen en het externe tekort te stabiliseren. Van een fundamentele ommekeer, die zou wijzen op een fors concurrentiekrachtherstel van de Franse economie, is evenwel nog geen sprake. Daardoor hinkt de economische groei in Frankrijk al sinds het midden van vorig decennium trendmatig achterop bij die in Duitsland. Tegen de achtergrond van een historisch lage werkloosheid stapelt Duitsland al sinds 2014 begrotingsoverschotten op en daalt de overheidsschuld er in sneltreinvaart. In Frankrijk brokkelt de historisch hoge werkloosheid daarentegen slechts mondjesmaat af en blijft het begrotingstekort flirten met 3% van het bbp, de drempel waarbij volgens het door Duitsland zo geliefde Stabiliteits- en Groeipact Europese sancties in het vizier moeten komen.

Om Duitsland over de streep te trekken heeft Macron er alle belang bij om de Franse concurrentiekracht verder te versterken. Hij staat nu voor de grote uitdaging om de loonmatiging vol te houden en zijn economische hervormingsagenda uit te voeren. Maar ook Merkels pleidooi voor concurrentiekracht zal aan geloofwaardigheid winnen, als ze het Duitse beleid meer op een modernisering van de economie focust. Daarvoor moet ze de investeringen aanzwengelen. De Duitse overschotten op d overheidsbegroting en de lopende rekening zijn immers niet alleen de weerspiegeling van de sterke concurrentiekracht, maar ook van te lage investeringen. Duitsland heeft in de voorbije decennia een investeringsachterstand tegenover Frankrijk opgelopen (figuur 2). Met de hete adem van opkomend populisme in de nek is het voor de verzwakte Duitse regering een zware klus om de overschotten vooral in te zetten voor een structurele versterking van de Duitse groei in de plaats van in minder productieve consumptie-uitgaven. Dat is niet alleen voor Duitsland nodig, maar voor de ganse eurozone. Meer Duitse groei zou immers naar andere landen oversijpelen en daar de structurele hervormingen wat vergemakkelijken.

In zijn zoektocht naar een Frans-Duitse as gaat Macron terecht voluit voor een grote toekomstvisie op de eurozone. Hij kan daarbij steunen op een ruime parlementaire meerderheid. De politiek verzwakte Merkel moet voorzichtig in kleine stappen blijven manoeuvreren. Ze wekt zo de indruk dat ze de bevlogen Macron met beide voeten op de grond moet houden. Een goede voedingsbodem voor hun Europese politieke ambities bestaat erin dat beide landen met een aangepast binnenlandse beleid hun economie versterken en in dezelfde richting sturen. Hoe sterker een economie, hoe groter het potentiële draagvlak voor “solidariteit”. En hoe kleiner de divergentie tussen economieën, hoe kleiner de kans dat op die “solidariteit” een beroep moeten worden gedaan. In zo’n perspectief komt de noodzakelijke versterking van de eurozone allicht gemakkelijker tot stand. Zonder een gecoördineerd binnenlands economisch beleid blijft de Frans-Duitse as slechts een strohalm van hoop.

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde artikels

Eviva España... maar groeitopper niet immuun voor Italiaans scenario

Eviva España... maar groeitopper niet immuun voor Italiaans scenario

Euroscepticisme zal EU niet klein krijgen

Euroscepticisme zal EU niet klein krijgen

Mission Impossible? Positieve IMF-missie roept België op tot meer actie

Mission Impossible? Positieve IMF-missie roept België op tot meer actie

Italiaanse politiek zet schijnwerpers op economische risico’s

Italiaanse politiek zet schijnwerpers op economische risico’s