BoJ: meer dan een zoveelste schijnbeweging?
Niemand durft het idee van een ‘normalisatie’ van het monetair beleid in Japan echt omarmen, laat staan zich uitspreken over een timing. Het proces is al zo dikwijls in het vooruitzicht gesteld. Maar toch, er rommelt weer iets binnen de Bank of Japan (BoJ).
De nervositeit begon gisteren na een speech van vicegouverneur Ryozo Himino. Die herhaalde uiteraard dat het beleid stimulerend blijft om zowel loonstijgingen, activiteit en dus ook de inflatie te ondersteunen. Toch deed de verklaring denken aan voetbalcommunicatie: “Neen, we denken er niet aan de trainer te ontslagen”. Vervolgens begon hij wel te filosoferen over wat er kan gebeuren als de beleidsrente (-0.1%) positief wordt. Himino concludeerde dat de gevolgen zouden meevallen. Voor gezinnen en bedrijven is een context van hogere lonen, hogere inflatie en ook hogere rentes eigenlijk goed nieuws. Volgende episode vanmorgen. In een hoorzitting van BoJ-voorzitter Ueda voor het Parlement werd de trainer opnieuw niet ontslagen. Ueda gaf aan dat de BoJ bestudeert hoe de geldmarkt en het reservebeleid van de banken te organiseren bij positieve rentes. Ueda wilde ook niet kwijt hoe snel de rentes eventueel kunnen stijgen. Het versterkte alleen maar het gevoel dat het debat gaat over wanneer, niet of, de negatieve rente wordt achtergelaten. Na zijn uiteenzetting voor het parlement trok Ueda naar eerste minister Kishida ... om het monetair beleid te toelichten. De trainer …
Nog een laatste klein detail. In de hoorzitting voor het Parlement kwam Ueda op de proppen met de toch vrij cryptische stelling dat het volgend jaar moeilijker wordt om een gepast management van het monetair beleid te voeren. Exegese van de BoJ-communicatie is een moeilijke stiel. In een poging bekijken we eerst de fundamenten. De inflatie exclusief verse voeding bevindt zich al sinds maart 2022 boven 2%. De BoJ verwacht inflatie in het fiscale jaar 2024 tussen 2.7% en 3.1% om in 2025 af te koelen tot 1.6%/2.0%. Als de BoJ zeker is van haar voorspelling, hoeft ze het beleid niet te verstrakken. Nog merkwaardiger: de communicatieopstoot komt er nadat de eerste schatting voor inflatie in de regio Tokio lager uitviel dan verwacht.
Waarom het normalisatiedebat dan nu zo openlijk aanvuren? Een ietwat ‘controversiële’ conclusie is dat de BoJ schrik krijgt van haar eigen schaduw. De ‘window’ om af te geraken van de negatieve rente, die toch voor heel wat complicaties zorgt, dreigt zich volgend jaar te sluiten. De inflatie is over haar piek. Bovendien wordt het voor de BoJ moeilijk om te starten met een beperkte normalisatie op het ogenblik dat de andere centrale banken stilaan de voet van de monetaire rem halen. Op die manier tegen de globale trend inroeien, dreigt pas echt voor volatiliteit te zorgen. De BoJ-vergadering van 19 december is daarmee weer helemaal ‘live’. Dat concludeerde ook de markt vanmorgen. Een veiling van 30-j overheidspapier verliep moeilijk. De Japanse rentes veerden tot 12 bpn op. Ook in de wisselmarkt is het tij aan het keren. Drie weken geleden kwam de yen juist beneden USD/JPY 152 op een zucht van het zwakste niveau sinds 1990. Vandaag schrijven we 145, met een versteviging van meer dan 2 yen alleen al vandaag. We noemen de recente versterking van de yen nog geen ‘trend’. Toch zouden we in de aanloop naar de BoJ-vergadering niet tegen het marktmomentum inroeien. Er zijn mogelijk nog wel wat ‘yen-shorters’ die het warm beginnen krijgen.
Peter Wuyts, KBC Marktenzaal