Van inflatievrees naar groeipaniek?
De Amerikaanse inflatiecijfers (april) zouden gisteren de top van de inflatiecyclus aankondigen, zo werd gehoopt. Op het eerste gezicht was dat ook zo. De algemene inflatie koelde af van 1.3% m/m en 8.5 j/j in maart tot 0.3% m/m en 8.3% j/j. Voor de kerninflatie (zonder voedsel- en energieprijzen) noteren we een daling van 6.5% tot 6.2%. Tot daar het goede (inflatie)nieuws. Slecht nieuws was dat de daling minder was dan verwacht. Erger nog: de maandstijging voor de kerninflatie versnelde zelfs (0.6% van 0.3%). Zo steeg de diensteninflatie (0.8%) fors. Geen stijging dus omwille van externe factoren (grondstoffen) waarvan sommige centrale bankiers zeggen dat ze er weinig greep op hebben. De ‘echte inflatie’ dringt verder door in heel het economisch weefsel. De Fed heeft duidelijk het gelijk aan haar kant met haar doortastend optreden. Overigens gaf gisteren ook ECB-voorzitster Lagarde min of meer het officiële groene licht voor een renteverhoging op 21 juli.
Een koppig hoge Amerikaanse inflatie en een achterblijver in de anti-inflatiecampagne die overstag gaat. Dat kan maar een ding betekenen: hogere rentes. Eerder deze week gaven we nog aan hoe correcties in de opwaartse rentetrend meestal stopten voor ze goed begonnen waren, ook bij minder goede data. De beweging gisteren suggereert dat het heersende marktparadigma/reactiefunctie op korte termijn mogelijk wijzigt of aan een pauze toe is. Onmiddellijk na het inflatierapport sprongen Amerikaanse rentes wel nog tot 15 bpn hoger, maar dat werd gevolgd door een al even spectaculaire terugval. Uiteindelijk bleef enkel een beperkte stijging van de korte rente over. De lange rentes daalden tot 7 bpn. EMU-rentes gleden mee af.
Koppig hoge inflatie en toch lagere rentes. Wat is er veranderd? Voorlopig zijn er zeker in de VS nauwelijks tekenen van groeivertraging. Toch werden investeerders overmand door groeipaniek. Zal de agressieve renteverhoging die nodig is om de inflatie de kop in te drukken leiden tot fors lagere groei? De beurzen doken lager en die trend zet zich vanmorgen in Europa door. De groeivrees blijkt ook uit de reële rente die, zeker in de VS, recent dé drijfveer was achter de rentestijging, maar gisteren fors zakte. Een klassieke risk-off correctie.
Hoe moet dit verder? De opwaartse rentetrend startte in december en kende één correctie die naam waardig na de Russische inval in Oekraïne. Ze duurde welgeteld 5 dagen. Zelfs als een trend gedragen wordt door een ijzersterke economische logica, geraakt de markt eenzijdig gepositioneerd. Het is een gouden regel om niet tegen zo’n trend in te roeien tot er een duidelijk technisch signaal is. Dat kwam er gisteren. Mogelijk tijd voor correctie dus. Wordt het een trend-omkeer? We denken het niet. Als inflatie, die de koopkracht uitholt, de echte bedreiging is voor groei, is het geen oplossing dat de centrale banken die op zijn beloop laten. Eventuele nevenschade van hogere rentes is dan waarschijnlijk ‘het mindere kwaad’. Het pad van de Centraal-Europese centrale banken dient als een voorbeeld. Zolang de groeivrees overheerst kan de curve wel vervlakken waarbij de lange rentes forser corrigeren op groeionzekerheid dan de korte rentes die de centrale banken ‘moeten’ optrekken. Correctie. Hoe ver dan? Vanuit technisch oogpunt schuiven we voor de Duitse 10-j rente bijvoorbeeld de zone 0.74%/0.77% voorop. Ook dan blijft de opwaartse trend intact.