Europese miljarden: signed, sealed and delivered
Commissievoorzitster von der Leyen is aan haar Europese toer begonnen. Doel: de start van het Europese herstelplan in de verf zetten. En dus gaat ze eigenhandig de door de Europese Commissie (EC) goedgekeurde nationale Plannen voor Herstel en Veerkracht (RRPs) afgeven aan de nationale regeringen. Woensdag is België aan de beurt.
Dat de EC zoveel aandacht besteedt aan dit event is begrijpelijk. De plannen zijn een belangrijke stap naar de implementatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (RRF), dat is het belangrijkste financieringskanaal waarmee de Commissie de EU-lidstaten extra budgettaire vuurkracht verschaft, om via structurele investeringen de hervorming naar meer duurzame en performante economieën te ondersteunen. Daartoe stelt de EC in het RRF 672,5 miljard euro ter beschikking van de lidstaten, waarvan 312,5 miljard euro in de vorm van subsidies en 360 miljard euro in de vorm van leningen. Een belangrijke voorwaarde is dat minstens 37% van bestedingen gericht zijn op de klimaattransitie en 20% op digitalisering.
Nog niet alle landen – o.a. Nederland - hebben hun plannen ingediend. Van diegenen die de plannen reeds hebben ingediend valt op dat de financieringsvraag zich beperkt tot de subsidies. De meeste landen zien (voorlopig) weinig financiële voordelen in de Europese leningen of zijn weinig ambitieus. Eén belangrijke uitzondering is Italië dat zowel beroep doet op de subsidies als de leningen. Voorlopig blijft dus bijna een derde van de slagkracht van het RRF ongebruikt. Ondanks de onvolledige opname betreft het toch een belangrijke budgettaire impuls van gemiddeld meer dan 3% van het bbp. Het Belgisch Plan rekent op 5,9 miljard euro (iets meer dan 1% van het bbp).
Een gedeelte van de gevraagde financiering zal dit jaar al ter beschikking worden gesteld. De Europese Commissie gaf verleden week al een eerste obligatielening uit van 20 miljard euro. Die kon rekenen op grote interesse van de Europese markt. Op termijn plant de EC uitstaande obligaties af te lossen met bijdragen van de lidstaten en (nieuwe) eigen inkomstenbronnen, zoals koolstofemissierechten, digitale taksen en op langere termijn mogelijk ook een financiële transactietaks of bijkomende (bedrijfs)belastingen.
De EC is terecht fier op de uitrol van het RRF. Het is een belangrijke stap naar een meer gecoördineerd budgettair beleid. Maar een “Hamiltoniaanse sprong” is het zeker niet. De vaststelling blijft dat de opvang van de coronaschok in de eerste plaats gebeurde via het budgettair beleid van de lidstaten en dat een Europees budgettair (eurozone) kader met safe assets en autonome budgettaire ruimte uitblijft (zie ook onze recente KBC Economische Opinie). De druk ligt nu bij de lidstaten (vooral de sterk gesubsidieerden) om de effectiviteit van een gecoördineerde budgettaire impuls, zoals het RRF, aan te tonen.
Hans Dewachter, KBC Group Chief Economist