De keerzijde van de arbeidsmarktmedaille
Donderdag was een beetje een ongewone dag voor de datawatchers onder ons. Het Amerikaanse arbeidsmarktrapport, de ‘payrolls’ worden naar goede gewoonte elke eerste vrijdag van de nieuwe maand vrijgegeven. Dat gebeurde vorige week een dag eerder omwille van de Amerikaanse sluiting voor een vervroegde 4th of July (Independence Day). De maandelijkse payrolls vielen daardoor samen met de wekelijkse werkloosheidsaanvragen. Een interessante combinatie waar we even op terugblikken.
Volgens het BLS kwamen er in de VS in juni maar liefst 4,8 miljoen jobs bij. Samen met de net geen 2,7 miljoen in mei, recupereert Uncle Sam dus 7,5 miljoen banen. Dat is ongeveer een derde van de verliezen over maart en april van samen iets meer dan 22 miljoen. Zowat elke gepeilde sector tekende een netto-jobwinst op, vooral in diegene het hardst getroffen door de crisis (ontspanning en vrije tijd, (klein)handel). De werkloosheidsgraad brokkelde daardoor verder af van 13,3% richting 11,1%. BLS schat de werkelijke werkloosheid – gecorrigeerd voor een verkeerde classificatie door de respondenten – op ongeveer 12%. Dat is hoog maar beduidend minder dan de piek van bijna 20% (gecorrigeerd) in april. De daling komt er bovendien tegen de achtergrond van een verder herstel in de participatiegraad (60,8% tot 61,5%). Dat de Amerikaan zich opnieuw aanbiedt op de arbeidsmarkt is een positief signaal. Je kan het beschouwen als een motie van vertrouwen in de economie.
Alleen maar goed nieuws, dus? Niet helemaal. De algemene cijfers vertellen het halve verhaal. De enorme netto jobcreatie verhult het feit dat in juni bijna 4 miljoen Amerikanen de werkloosheid instroomden. Dat is dubbel zoveel als het gemiddelde van 2019 en een behoorlijke reality check. Het is niet omdat bedrijven terug openen, dat iedereen zonder meer het werk terug kan hervatten. Zo’n 600 000 Amerikanen belandden in juni in de permanente werkloosheid, een evenaring van de piek in 2009. De Amerikaanse arbeidsmarkt heeft de coronacrisis dus allerminst verteerd. De wekelijkse werkloosheidsaanvragen gaven dezelfde signalen. Het aantal daalde voor de zoveelste week op rij minder dan verwacht: met 1,427 miljoen spreken we eerder over een stabilisatie dan een echte daling t.o.v. de week voordien (1,482 mln). Het aantal werklozen dat voor minstens een tweede opeenvolgende keer een uitkering aanvraagt, steeg zelfs lichtjes tot 19,29 miljoen. Deze meer tijdige arbeidsmarktindicator capteert allicht de eerste gevolgen van de forse opflakkering van het coronavirus in veel Amerikaanse staten.
De markten hebben zoals vaker het geval maar weinig aandacht voor dit soort nuances die het plaatje iets minder rooskleurig doen ogen. Dat was afgelopen donderdag niet anders. Amerikaanse beurzen eindigden in groen, met een nieuw record voor de Nasdaq. De rentes leiden een apart leven en handelden ijzig kalm. De dollar versterkte, al schiet van die winst vandaag amper nog iets over. Het uitbundig marktoptimisme – zonder echt duidelijke reden – duwt de greenback opnieuw kopje onder. De handelsgewogen DXY valt uit het opwaarts trendkanaal. Een eerste steunzone situeert zich nabij 96,62. Voor EUR/USD kijken we uit naar 1,13/135.