Donderwolken boven de Belgische economie

Wij verwachten dat de huidige groeivertraging de voorbode is van een lagere economische groei in België voor het ganse jaar. Veel voorlopende indicatoren wijzen immers op een duidelijke afkoeling. Concreet herzien we onze groeiverwachting voor 2018 neerwaarts van 1,9% naar 1,6%. Onderliggend blijft ook het potentiële groeitempo voor de Belgische economie erg zwak. De oorzaken voor de groeiafkoeling in 2018 zijn vooral internationaal te zoeken, meer bepaald het zwakkere handelsklimaat en de duurdere olie, terwijl het lage groeipotentieel te wijten is aan interne factoren. De uitdaging om via structurele hervormingen de potentiële groei op te krikken blijft erg groot.

Met 0,4 % groei in het eerste kwartaal van 2018 stelde de Belgische economie duidelijk teleur. België volgt daarmee de algemene Europese trend na een sterk 2017. Zo vertraagde de groei eveneens in onze buurlanden in vergelijking met het laatste kwartaal van 2017. De terugval begin 2018 kwam voor velen als een verrassing. Algemeen werd verwacht dat de groeiversnelling nog enige tijd zou aanhouden in België. Vandaag lopen de meningen uiteen. Sommigen beschouwen het zwakke eerste kwartaal als een tijdelijke terugval. Anderen geloven dat het beste in deze conjunctuurcyclus achter de rug is. Wij zijn overtuigd van die tweede piste, vooral veroorzaakt door de internationale context. Meer nog, de Belgische economie staat niet alleen voor een verzwakking in 2018. Een verwachte vertraging in de private investeringen en een gebrek aan publieke investeringen beknotten ook ons toekomstig groeipotentieel. Drastische hervormingen blijven nodig om het tij tijdig te doen keren. Anders dreigt de Belgische economie een stuurloos schip te worden in woelige internationale wateren.

Een eerste reden voor de groeivertraging zien we in de dalende uitvoerbestellingen. De buitenlandse vraag naar Belgische producten en diensten staat onder druk. Dit is deels te wijten aan toenemend protectionisme – een trend die al enkele jaren bezig is – en de mogelijke escalatie van de diverse handelsconflicten die de VS recent hebben geïnitieerd. Door de sterke focus van de Belgische uitvoer op de Europese markt worden we deels afgeschermd van de internationale strubbelingen. Maar indirect worden we getroffen omdat onze belangrijkste handelspartners – Duitsland, Frankrijk en Nederland – wel actiever zijn op niet- Europese markten. Als toeleveranciers voor onze buurlanden worden Belgische bedrijven vaak sterker getroffen aangezien ze zelf minder controle hebben op de ganse uitvoerketen. De sterke euro heeft bovendien de ganse Europese uitvoer parten gespeeld. En tot slot stijgen de Belgische loonkosten weer na een periode van loonmatiging, waardoor onze internationale concurrentiepositie opnieuw in het gedrang komt. Terwijl de uitvoer wordt geconfronteerd met uitdagingen, ondersteunt een grotere consumptievraag de invoer dankzij meer jobcreatie en een stijgend beschikbaar inkomen. Hierdoor zal de nettouitvoer negatief tot de groei bijdragen.

Een tweede factor die weegt op de groeivooruitzichten is de stijgende olieprijs. In vergelijking met andere Europese economieën wordt de Belgische economie altijd relatief sterk beïnvloed door olieprijsbewegingen, door onze omvangrijke chemiesector en onze relatief hoge energie-intensiteit (bv. door relatief veel verouderde woningen). De stijging van de olieprijs is meer het gevolg van internationale spanningen rond Iran dan van een stijgende vraag naar olie in de huidige hoogconjunctuur. Dergelijke exogene olieschok heeft typisch een neerwaarts effect op de Belgische conjunctuur.

Een derde factor, die gerelateerd is aan de voorgaande, is het sentiment bij onze Belgische bedrijven. Vertrouwensindicatoren wijzen op een verzwakking in het algemeen sentiment, dat wel nog altijd relatief optimistisch blijft. Het beeld is vrij uniform over sectoren heen, met uitzondering van de bouwsector. De conflictueuze internationale omgeving doet vooral de indicatoren voor de verwerkende nijverheid verslechteren (zie figuren 1 en 2). Het verzwakte sentiment zal allicht blijven wegen op de conjunctuur in de rest van dit kalenderjaar.

Ondanks deze negatieve factoren zien we toch ook nog altijd positieve elementen voor de Belgische economie. Dat de effectieve economische groei boven de potentiële groei blijft, is vooral te danken aan een relatief sterke consumptie- en investeringsgroei. Beide compenseren tot op zekere hoogte de moeilijkere internationale omstandigheden. Vooral het belang van de private investeringen als groeimotor nam de voorbije jaren sterk toe. Helaas lijkt het moeilijk om de groei via nieuw investeringen op peil te houden. Verdere expansie in de private investeringen wordt immers bemoeilijkt door de krapte op de arbeidsmarkt. Ondanks de hoogconjunctuur en de gunstige financieringsmogelijkheden voor langetermijninvesteringen zijn vele Belgische investeringen bovendien vaak nog gericht op de kortere termijn. Dat blijkt uit de sterke groei in bedrijfskredieten op relatief korte termijn. In combinatie met uitzonderlijk lage publieke investeringen, door de uitdagingen inzake publieke financiën, slaagt België er daardoor niet in om het toekomstig groeipotentieel substantieel te verhogen.

Om deze redenen verwachten we een verzwakking in de Belgische economie. De sterke prestatie van 2017, een groeiversnelling van 1,4% tot 1,7%, kan in 2018 allicht niet worden geëvenaard. Diverse (inter)nationale instellingen publiceerden recent hun groeivooruitzichten voor België. Die cijfers (gemiddeld 1,8% reële economische groei voor 2018) impliceren een verder aantrekkende groei tegenover die in 2017 en zijn allicht te optimistisch. Wij verwachten een lager cijfer (1,6% voor 2018) dat dichter aanleunt bij de Belgische potentiële groei (1,4% volgens de Europese Commissie). Dat lijkt een kleine groeivertraging, maar draagt wel bij tot een verder aanhoudende groeiachterstand tegenover de meeste van onze buurlanden. Met een potentiële groei van slechts 1,4% scoort België overigens ook structureel slechter. Een en ander signaleert dat de uitdagingen voor de Belgische economie groot blijven. Als kleine open economie kunnen we weinig veranderen aan de globale omstandigheden, maar we kunnen via noodzakelijke hervormingen wel zorgen voor een omgeving waarin structurele investeringen onze economie versterken. Er is nog werk aan de winkel.

Disclaimer:

Alle meningen in deze KBC Economische Opinies vertegenwoordigen de persoonlijke mening van de auteur(s). Noch de mate waarin de voorgestelde scenario’s, risico’s en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. Duurzaamheid maakt deel uit van de algemene bedrijfsstrategie van KBC Groep NV (zie https://www.kbc.com/nl/duurzaam-ondernemen.html). We houden rekening met deze strategie bij de keuze van de onderwerpen voor onze publicaties, maar een grondige analyse van de economische en financiële ontwikkelingen vereist het bespreken van een bredere waaier aan onderwerpen. Deze publicatie valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in de wet- en regelgeving over de markten voor financiële instrumenten. Elke overdracht, verspreiding of reproductie, ongeacht de vorm of de middelen, van de informatie is verboden zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van KBC Groep NV. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan.

Gerelateerde artikels